Preek van Sint Bernardus op Hemelvaart
Wat is nodig
om Christus te volgen?
Laten wij dan, mijne broeders, onze harten en
handen ten hemel heffen en ons best doen om tenminste met enkele schreden van
gebed en geloof de opstijgende Heer te volgen. Want er zal een tijd komen, dat
wij ineens en zonder moeite Hem tegemoet zullen worden gedragen op de wolken;
en dan zal voor de vergeestelijkte lichamen mogelijk zijn, wat belichaamde
geesten terecht niet kunnen. Want hoeveel moeite kost het niet zijn hart te
verheffen! Ons hart wordt immers (zoals wij spijtig genoeg in het boek van onze
eigen ondervinding lezen) en door het bederfelijk lichaam bezwaard en door haar
verblijf op aarde terneergedrukt (Sap
9,15).
Maar misschien zal er uitgelegd moeten worden, wat
het is, zijn hart te verheffen of hoe het moet verheven worden. Dit uiteen te zetten
komt eerder de Apostel dan ons toe; hij zegt: “Als gij met Christus verrezen
zijt, zoekt wat daarboven is, waar Christus zetelt aan de rechterhand van God;
weest bedacht op wat daarboven is, en niet op het aardse” (Kol 3,1-2), waarmee hij meer uitdrukkelijk zeggen wil: Als gij mede
verrezen zijt, stijgt dan ook mede op; als gij met Hem leeft, heerst dan ook
met Hem!
Volgen wij het Lam, mijne broeders, laten wij het
volgen waarheen het ook gaat. Laten wij het volgen in Zijn geduld (bij het
lijden), bij de verrijzenis, en met nog grotere blijde bereidwilligheid als het
ten hemel opstijgt.
Moge onze oude mens tegelijk met Hem gekruisigd
worden, opdat het lichaam der zonde ten onder gaat; opdat wij in het vervolg
geen slaaf meer zullen zijn van de zonde, na onze aardse ledematen verstorven
te hebben. Evenals Hij van de doden is verrezen door de glorie van de Vader, zo
laat ook ons in een vernieuwd leven wandelen (Rom 6,4). Hij is immers gestorven en verrezen, opdat wij, dood voor
de zonde, voor de gerechtigheid zouden leven (1 Petr 2,24).
En omdat nu het nieuwe leven ook een veiliger
plaats vraagt en de verrijzenis een hogere levensstand opeist, daarom willen
wij Hem ook bij Zijn opstijgen volgen, d.w.z. wij willen zoeken en bedacht zijn
op hetgeen van hierboven is, waar Hij is, en niet denken aan wat van de aarde
is.
Gij vraagt wat dat voor een plaats is? Luister naar
wat de Apostel zegt: “Vrij is het Jeruzalem van hierboven, en dat is onze
Moeder” (Gal 4,26). Wilt gij weten
wat daar te vinden is? Daar aanschouwt men de vrede! “Looft Jeruzalem de Heer;
loof uw God, Sion, die uw gebied vrede schenkt” (Ps 147,12-14).
O vrede, die alle begrip te boven gaat! O vrede
boven alle vrede! O maat boven alle maat! geheel gevuld, geschud en overlopend
(Luc 6,38).
Daarom, Christenziel, lijd met Christus, verrijs
mede met Hem en stijg mede omhoog! en dat is: onthoud u van het kwaad, doe het
goede, zoek de vrede en jaag haar na (Ps 33,15).
(S. Bernardus in
Ascens. Dom. V: P.L. 183 c. 316-317)