dinsdag 29 juni 2021

Gebedsintenties Kerkberg Gebedsgroep juni 2021 - 30

U kunt Uw gebedsintenties opgeven per e- mail (gebedsgroep@kerkberg.nl), per post, telefonisch, per ijlbode, of hoe dan ook. Wij bidden graag voor Uw gebedsintenties en zorgen desgewenst voor het opsteken van Uw  kaarsen in de Basiliek!

Wij bidden namens de gemeenschap voor de gemeenschap tot eer van God en heil van mensen!

Wij vragen daarbij de voorspraak van de HH. Wiro, Plechelmus en Otgerus, de H. Odilia en de H. Maria Magdalena, op wiens voorspraak vanaf de zevende eeuw op deze Berg gebeden is door vele monniken, kanunniken, diocesane priesters, kanunnikessen en andere gelovigen.

Hartelijk dank voor Uw bereidheid met ons mee te bidden!  (*kaarsintentie)

Wij bidden:

voor een zoon, om genezing
voor een kwetsbare hoogbejaarde
voor een kind dat ziek is en verslaafd
dat er geen R.K. en andere kerken in brand worden gestoken
Mogen de gezinnen die deelnemen aan de gezinsdag op 25 juli aanstaande gesterkt worden door het samen beleven van ons geloof en voor het welslagen van deze dag
dat ook anderen bij ruzie niet op de vuist gaan maar blijven praten met als inzet de andere te begrijpen.
dat jongeren geen mes op zak hebben en niet communiceren in steekpartijen, omdat  zij daarmee voor zichzelf en anderen grote schade kunnen veroorzaken
voor twee medewerkers van Artsen Zonder Grenzen die om het leven zijn gekomen in Tigray (Ethiopië)
voor alle mensen met psychische problemen en dat zij snel de juist hulp krijgen*
om roepingen voor de Priorij Thabor*
voor een bijzondere intentie*
uit dankbaarheid en om zegen bij twee verjaardagen*
voor de slachtoffers van de tornado in Tsjechië 
dat twee huwelijkspartners ook in moeilijke tijden voor elkaar behouden blijven
voor de slachtoffers van de luchtaanval op Tigray (Ethiopië)
voor een man die is overleden in een tram zonder dat mensen het merkten en zijn dierbaren 
voor de mensen voor wie niemand bidt
voor de slachtoffers van een ingestort gebouw in Miami
voor een vriend van het klooster die moet worden geopereerd
bij gelegenheid van een een 72e verjaardag*
voor meisjes die zijn verdronken en hun treurende dierbaren
voor ongelukkige kinderen
uit dankbaarheid dat de pandemie steeds verder dooft
voor een bijzondere intentie
voor de zusters van de Priorij Thabor
voor een zieke dochter met hevige pijnen
dat  politieagenten, brandweer en ambulancepersoneel veilig hun werk kunnen doen
om vrede en veiligheid in Polen*
zegen over alle kinderen
voor een voorspoedig herstel van Pieter Omtzigt en zegen over zijn werk als christelijk politicus
dat de coronabeperkingen snel kunnen worden opgeheven
voor alle eindexamen kandidaten
voor slachtoffers van geweld
voor Mgr. Spee, deken van Vanlo, die vandaag zijn 40-jarihg priestefeest viert.
dat onze bisschop spoedig algeheel herstelt
dat mensen het uit hun hoofd laten agenten, brandweerlieden, amubulancepersoneel, andere hulpverleners en hun gezinnen te bedreigen
dat kinderen in nood zo spoedig mogelijk worden geholpen
dat de pandemie zo snel mogelijk dooft en dat vertraagde medische zorg kan worden ingelopen
uit dankbaarheid dat een operatie goed is verlopen*
om wijsheid en inzicht*
bekering van het gezin van onze dochter*
voor de vier kandidaten die deze maand priester zijn gewijd voor bisdom Roermond
voor een plotseling overleden broer van een vriend van het klooster*
voor de overleden zus van een priestervriend van het klooster*
dat we voor elkaar zo gezond mogelijk bewaard mogen blijven*
voor de zusters van de Priorij Thabor*
dat verkondigende arbeid vrucht mag dragen*
roepingen voor de Priorij Thabor*
dat een staaroperatie goed mag verlopen*
om voorspoedig en algeheel herstel van onze bisschop*
om roepingen tot het Godgewijde leven
uit dankbaarheid dat de pandemie nu snel afneemt
voor een ernstig zieke
voor een bijzondere intentie
dat de pijn dooft*
voor de zielerust van zuster Christina Coumou crss (Maarssen)
voor de slachtoffers van een cycloon in India
voor de zielerust van zuster Marie Relinde Brouwers crss (Herkenrode)
voor een priester die een priesterjubileum viert
voor een priester die het moeilijk heeft*
uit dankbaarheid wegens gebedsverhoring*
dat er spoedig een donor-lever beschikbaar komt*
voor mijn persoonlijke intenties (N)*
voor de intenties van het klooster*


voor de zielerust van John Verkooyen en troost en steun voor zijn dierbaren
voor een bevriende pastoor in het bisdom Haarlem
Om inzicht in levensroeping 
voor een zieke zuster
de levende en overleden kanunnikessen van het H. Graf
voor vervolgde christenen overal ter wereld
Dat de Notre Dame zo spoedig mogelijk weer een levende ontmoetingsplaats met God in de wereld mag zijn
voor Mgr. Camillo Sarko, zijn parochie van de H. Petrus Claver en zijn parochianen in Ghana
Om zegen over twee hoogbejaarde zusters-zussen, van wie er een op sterven ligt
Om een donornier
Om degelijke postulanten voor ons klooster
Om verhoring van de gebedsintenties van de Gebedsgroep van de Kapel In't Zand
om zegen over de mensen in het dorp en de andere dorpen van Roerdalen en al hun noden
Voor onze burgemeester
voor vervolgde christenen overal ter wereld
Voor degenen die onvoorbereid sterven
Voor onze deken
Voor onze bisschop
dat wij vanuit onze positie al het mogelijke doen om de wereld te her-evangeliseren

Bishop Barron on Saints Peter and Paul

Liturgia Horarum / Getijdengebed: 29 juni: Hoogfeest Petrus en Paulus, apostelen


Uit de Preken van de H. Augustinus, bisschop

Die martelaren hebben gezien, wat zij predikten

Deze dag is geheiligd door het lijden van de allerzaligste apostelen Petrus en Paulus. We spreken hier niet over enkele onbekende martelaren. Over heel de aarde galmen hun klanken, en tot aan de grenzen der wereld hun tonen. Die martelaren hebben gezien, wat zij predikten, namelijk de gerechtigheid, door de waarheid te leren en voor de waarheid te sterven.

De zalige Petrus was de eerste der Apostelen, een vurig minnaar van Christus, die verdiende de woorden te horen: En Ik zeg U: Gij zijt Petrus. Hij had zelf immers gezegd: Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God. En Christus tot hem: En Ik zeg u: Gij zijt Petrus, en op deze steenrots zal Ik mijn Kerk bouwen. Op deze steenrots zal Ik het geloof bouwen, dat gij belijdt. Op dat, wat gij gezegd hebt: Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God, zal Ik mijn Kerk bouwen. Gij toch zijt een Petrus. Een Petrus door de rots, niet een rots door petra. Zo is van rots (petra) het woord Petrus afgeleid, zoals het woord ‘christen’ van Christus.

De Heer Jezus heeft vóór zijn Lijden, zoals u weet, zijn leerlingen gekozen, die Hij ‘Apostelen’ noemde. Onder hen was het bijna overal alleen Petrus, die heel de Kerk in zijn persoon vertegenwoordigde. Om die persoonlijkheid, die hij van heel de Kerk in zich droeg, verdiende hij te horen: U zal Ik de sleutels geven van het Rijk der hemelen. Want die sleutels ontving niet een enkele persoon, maar de eenheid van de Kerk. Vandaar dus wordt de uitnemendheid van Petrus aangekondigd, omdat hij in zijn figuur de algemeenheid en de eenheid van de Kerk voorstelt, wanneer tot hem gezegd wordt: Ik geef u, wat aan allen tezamen gegeven werd. Want om te weten, dat de Kerk de sleutels des hemels heeft ontvangen, moet u letten op wat de Heer op een andere plaats tot al zijn Apostelen zegt: Ontvangt de Heilige Geest. En daarbij aansluitend: Aan wie gij hun zonden vergeeft, zijn die vergeven; aan wie gij hun zonden houdt, zijn die gehouden.

Terecht ook heeft de Heer na zijn Verrijzenis aan Petrus zelf opgedragen zijn schapen te weiden. Want onder de leerlingen verdiende hij niet alleen de kudde van de Heer te weiden; maar wanneer Christus tot één persoon spreekt, wordt de éénheid gesymboliseerd; en zo spreekt Hij tot Petrus het eerst, omdat Petrus de eerste is onder de Apostelen. Wees niet bedroefd, Apostel; antwoord éénmaal, antwoord opnieuw, antwoord voor de derde maal. Moge uw belijdenis in liefde, tot driemaal toe, overwinnen, omdat de overmoed in vrees u driemaal heeft overwonnen. Driémaal moet ontslagen worden, wat gij driemaal hebt gebonden. Maak vrij de liefde, welke gij gebonden had door de vrees. En de Heer heeft éénmaal en weer opnieuw en voor de derde maal zijn schapen aan Petrus toevertrouwd.

Nu is één dag van het lijden voor twéé Apostelen. Maar ook die twee waren één. Hoewel ze op verschillende dagen hebben geleden, waren ze toch één. Petrus ging vóór, Paulus volgde. Laten wij deze feestdag vieren, die voor ons door het bloed van de Apostelen is gewijd. Laten wij beminnend hun geloof bewonderen, hun leven, hun arbeid, hun lijden, hun belijdenis, hun prediking.


(S. Augustini, Sermo 295, 1-2. 4. 7-8: PL 38, 1348-1352)

zondag 27 juni 2021

28 juni H. Ireneüs van Lyon Bisschop van Lyon en martelaar "Er is geen geheime leer achter het Credo van de Kerk"


Toespraak paus Benedictus XVI tijdens de algemene audiëntie van 28 maart 2007

De biografische gegevens over de heilige Ireneüs van Lyon stammen uit zijn eigen getuigenis, dat ons overgeleverd is door Eusebius in het vijfde boek van zijn Historia Ecclesiastica.

Ireneüs werd naar alle waarschijnlijkheid ongeveer rond 135-140 geboren te Smyrna (het tegenwoordige Izmir, Turkije), waar hij in zijn jeugd in de leer was bij bisschop Polycarpus, die op zijn beurt leerling was bij de apostel Johannes. We weten niet wanneer hij zich van  Asia Minor naar Gallië heeft begeven, maar de verhuizing moet zijn samengevallen met de eerste ontwikkelingen van een christengemeenschap in Lyon: in 177 treffen we hem hier aan bij het college van presbyters. Precies in dat jaar werd hij nar Rome gezonden met een brief van Lyon aan paus Eleuterus.
Door deze Romeinse missie ontkwam Ireneüs aan de vervolging door Marcus Aurelius, waarin minstens vierentachtig martelaren zijn gevallen, onder wie de bisschop van Lyon, de negentigjarige Pontius, die gestorven is aan mishandelingen in de gevangenis. Zo kwam het dat, na zijn terugkeer, Ireneüs tot bisschop van de stad gekozen werd. De nieuwe herder wijdde zich geheel aan zijn bisschopsambt, dat rond 202-203 tot een einde kwam, mogelijk door het martelaarschap.

Ireneüs is vooral een man van geloof en een herder. Van de Goede Herder heeft hij  het gevoel voor maat, de rijkdom van de leer en het missionaire vuur.  Als schrijver beoogt hij een dubbel doel: de ware leer verdedigen tegen de aanvallen van de ketters, en helder en duidelijk de waarheid van het geloof uiteenzetten. Aan deze doelen beantwoorden exact de beide werken die ons van hem zijn bijgebleven: de vijf boeken Tegen de ketterijen, en de Uiteenzetting van de apostolische prediking (die ook de oudste “catechismus van de katholieke leer” genoemd mag worden). Kortom, Ireneüs is de kampioen van de strijd tegen de ketterijen.

De Kerk van de tweede eeuw werd bedreigd door de zogenaamde gnosis,  een leer die stelde dat het geloof dat door de Kerk werd onderwezen louter symboliek was voor de eenvoudigen, die niet in staat waren moeilijke dingen te begrijpen; de ingewijden daarentegen, de intellectuelen – gnostici  noemden zij zich – zouden begrepen hebben wat achter deze symbolen stak, en zo een intellectualistisch christendom voor de elite hebben gevormd.
Uiteraard viel dit intellectualistisch christendom steeds meer uiteen in diverse denkrichtingen, die dikwijls vreemd en extravagant waren, maar voor velen aantrekkelijk. Een gemeenschappelijk element van deze stromingen was het dualisme, dat wil  zeggen: men ontkende het geloof in één enige God, Vader van allen, Schepper en Verlosser van de mens en de wereld. Om het kwaad in de wereld te verklaren, stelden zij dat er naast de goede God ook nog een negatief beginsel bestond. Dit negatieve beginsel zou de materiële dingen hebben voortgebracht, de materie als zodanig.

Stevig geworteld in de bijbelse leer van de schepping, weerlegt Ireneüs het gnostisch dualisme en pessimisme die heel de lichamelijke werkelijkheid van haar waarde beroofden. Vastberaden verdedigde hij de oorspronkelijke heiligheid van de materie, van het lichaam, van het vlees evenzeer als van de geest. Maar zijn werk gaat veel verder dan de weerlegging van de ketterij: men kan inderdaad zeggen dat hij zich presenteert als de eerste grote theoloog van de Kerk die de systematische theologie heeft geschapen. Zelf spreekt hij van het systeem van de theologie, dat wil zeggen van de samenhang van heel het geloof. In het middelpunt van zijn leer staat het vraagstuk van de norm of “regel van het geloof” en van de overdracht van het geloof. Voor Ireneüs valt de “regel van het geloof” in de praktijk samen met het Credo van de apostelen, en geeft ons de sleutel om het Evangelie te interpreteren, en om in het licht van het Evangelie het Credo te interpreteren. Het Symbolum Apostolicum, de geloofsbelijdenis van de apostelen, die zoveel als samenvatting is van het Evangelie, helpt ons te begrijpen wat het Evangelie zelf wil zeggen en hoe we het moeten lezen.

In feite is het Evangelie dat Ireneüs preekte het Evangelie dat hij van Polycarpus had ontvangen, de bisschop van Smyrna, en gaat het Evangelie van Polycarpus terug op de apostel Johannes, van wie Polycarpus een leerling was.  Zo is het ware onderricht niet dat, wat door intellectuelen uitgevonden is, hoog verheven boven het eenvoudig geloof van de Kerk. Het ware geloof is het geloof dat door de bisschoppen wordt doorgegeven, die het langs een ononderbroken keten van de apostelen ontvangen hebben. Deze hebben niets anders geleerd dan juist dit eenvoudige geloof, dat ook de ware diepte is van de openbaring van God.
 
Er bestaat dus – zegt ons Ireneüs -  geen geheime leer achter het Credo van de Kerk. Er bestaat geen superieur christendom voor intellectuelen.  Het openlijk beleden geloof van de Kerk is het gemeenschappelijk geloof van allen. Alleen dit geloof is apostolisch, komt van de apostelen, dat wil zeggen van Jezus en van God. Hangen zij dit geloof aan, dat openlijk door de apostelen aan hun opvolgers is doorgegeven, dan moeten de christenen zich houden aan wat de bisschoppen zeggen, moeten zij in het bijzonder acht slaan op het onderricht van de Kerk van Rome, die de voorrang heeft en de oudste is. Deze Kerk heeft, vanwege haar oudheid, de meeste apostoliciteit.  Zij ontleent immers haar oorsprong aan de steunpilaren van heet apostelcollege, Petrus en Paulus. Met de Kerk van Rome moeten alle Kerken overeenstemmen en in haar de norm erkennen van de ware apostolische Traditie, van het gemeenschappelijke geloof van de Kerk.
Met zulke argumenten, hier heel kort samengevat, weerlegt Ireneüs vanuit de fundamenten de pretenties van deze gnostici, van deze intellectuelen. Op de eerste plaats: zij bezitten geen waarheid die hoger zou zijn dan die van het gemeenschappelijk geloof, want wat zij zeggen heeft geen apostolische oorsprong, is door henzelf uitgevonden. Op de tweede plaats zijn het heil en de waarheid niet het voorrecht en het monopolie van enkele weinigen, maar allen kunnen die bereiken door middel van de prediking van de apostelen en vooral van de bisschop van Rome.

In het bijzonder legt Ireneüs zich erop toe – steeds  in polemiek met het “geheime” karakter van de gnostiek en wijzend op de vele en onderling tegenstrijdige resultaten ervan – het authentieke begrip van de apostolische Traditie of Overlevering uit te leggen, dat wij in drie punten kunnen samenvatten.

a) De apostolische overlevering is “openbaar”, niet privé of geheim. Voor Ireneüs bestaat er geen twijfel dat de inhoud van het door de Kerk doorgegeven geloof die is, die zij van de apostelen en van Jezus, de Zoon van God, heeft ontvangen. Er bestaat geen ander onderricht dan dit. Voor wie dus de ware leer wil kennen, volstaat “de overlevering die van de apostelen komt en het geloof dat de mensen is verkondigd”: overlevering en geloof “die ons hebben bereikt door middel van de opvolging van de bisschoppen” (Adv.Haer. III, 3 3-4). Zo vallen dus het persoonlijk beginsel, namelijk de opvolging van de bisschoppen, en het leerstellige beginsel, namelijk de apostolische overlevering, samen.

b) De apostolische overlevering is ‘één’. Terwijl namelijk het gnosticisme onderverdeeld is in een veelvoud aan sekten, is de overlevering van de Kerk één wat haar fundamentele inhoud betreft, die Ireneüs, zoals we hebben gezien, juist de regula fidei of veritatis noemt – de regel van het geloof of van de waarheid – en wel omdat zij één is, eenheid schept doorheen de volkeren, door de verschillende culturen, de verschillende volkeren heen; omdat zij een gemeenschappelijk inhoud heeft als de waarheid, ondanks de verscheidenheid aan talen en culturen. Ireneüs heeft daarover een kostbare zin in het boek Tegen de ketterijen:
“De Kerk bewaart, ofschoon zij over de hele wereld is uitgezaaid, met zorg [het geloof van de apostelen] als bewoonde zij één en hetzelfde huis; op dezelfde manier gelooft zij in deze waarheden, als had zij één enkele ziel en één en hetzelfde hart; in volledige overeenstemming verkondigt en onderricht zij deze waarheden en geeft zij ze door als had zij één enkele mond. De talen van de wereld zijn verschillend, maar de kracht van de overlevering  is één en dezelfde: de Kerken in de Duitse landen hebben geen ander geloof ontvangen, noch geven zij een ander geloof door. Dat geldt ook voor de Kerken die in de Spaanse landen gesticht zijn of onder de Kelten of in de Oosterse gebieden of in Egypte of in Libië of in het centrum van de wereld” (I, 10, 1-2). Op dat moment, we zijn dan in het jaar 200, ziet men al de universiteit van de Kerk, haar katholiciteit en de eenmakende kracht van de waarheid, die deze zo verschillende werkelijkheden, van Duitsland tot Spanje, Italië, Egypte en Libië, verenigt in de ons door Christus geopenbaarde waarheid.

c) De apostolische overlevering is, zoals hij dat in de Griekse taal zegt waarin hij zijn boek geschreven heeft, “pneumatisch”, dat wil zeggen ‘geestelijk’, door de heilige Geest geleid; in het Grieks heet geest pneuma. Het gaat immers niet om een geloofsoverdracht die toevertrouwd is aan meer of minder geleerde mensen, maar aan de geest van God die er de betrouwbaarheid van garandeert.

Dit is het “leven” van de Kerk, datgene wat de Kerk steeds weer fris en jong maakt, dat wil zeggen vruchtbaar in talrijke charisma’s. Kerk en Geest zijn voor Ireneüs onafscheidelijk: “Dit geloof” zo lezen we weer in het derde boek van Tegen de ketterijen, “hebben wij van de Kerk ontvangen en wij behoeden het: het geloof wordt, als een kostbaar erfgoed dat in een waardevol vat wordt bewaard, door het werk van de Geest van God steeds opnieuw jong en verjongt ook het vat dat het bevat… Waar de Kerk is, daar is de Geest van God; en waar de Geest van God is, daar is de Kerk en elke genade”(III, 24, 1)

Zoals men ziet: Ireneüs beperkt zich niet tot een begripsbepaling van Traditie. Voor hem is Overlevering, de ononderbroken overlevering, geen traditionalisme, want deze Traditie wordt steeds van binnenuit tot leven gewekt door de heilige Geest, die haar opnieuw doet leven, die maakt dat zij binnen de levendigheid van de Kerk wordt geïnterpreteerd en verstaan. Door te blijven bij haar onderricht, wordt het geloof van de Kerk doorgegeven op een wijze die duidelijk maakt hoe zij moet zijn: namelijk  “openbaar”, “één”, “pneumatisch”, “spiritueel”. Uitgaande van elk van deze kenmerken kan men met vrucht de authenticiteit toetsen van de hedendaagse geloofsoverdracht in de Kerk.

Meer in het algemeen gezegd, is de leer van Ireneüs de waardigheid van de mens, naar lichaam en ziel, stevig verankerd in de schepping door God, in het beeld van Christus en in het voortdurende heiligingswerk van de Geest. Een dergelijke leer is als een ‘hoofdweg’ waarlangs samen met alle mensen van goede wil de inhoud en de grenzen zijn vast te stellen van een dialoog over de waarden, en een steeds weer nieuw elan gegeven kan worden aan de missionaire activiteit van de Kerk, aan de kracht van de waarheid, die de bron is van alle echte waarden in de wereld.

28 juni - H. Ireneus, bisschop en martelaar "Het leven van de mens is de aanschouwing van God"

Ireneüs werd omstreeks het jaar 130 geboren. Hij kreeg zijn opleiding in Smyrna, waar hij een leerling was van de bisschop aldaar, de heilige Polycarpus. In 177 bevond hij zich als priester in Lyon en werd kort daarna bisschop van die stad. Hij schreef verschillende werken om het katholieke geloof tegen de dwalingen van de gnostieken te beschermen. Volgens de traditie is hij omstreeks 200 als martelaar gestorven.

 Uit de verhandeling van de heilige Ireneüs, bisschop van Lyon († ca. 202), ‘Tegen de ketterijen’
De glorie van God is de levende mens; het leven van de mens is de aanschouwing van God.
Gods luister is levenwekkend: daarom hebben zij die God zien, deel aan het leven. Hij die uit zichzelf ongrijpbaar, onomvatbaar en onzichtbaar is, heeft zich voor de mensen zichtbaar, grijpbaar en omvatbaar getoond met de bedoeling hen ten leven te wekken die Hem aanraken en zien.
Want het is onmogelijk te bestaan zonder leven, en er is slechts leven door aan God deel te hebben; dit laatste bestaat in het aanschouwen van God en in het genieten van zijn goedheid.
Zo zullen de mensen dus God zien om te leven; door deze aanschouwing worden zij onsterfelijk en komen zij tot God. Ik heb het al eerder gezegd: dit alles is op figuurlijke wijze door de profeten aangekondigd, namelijk dat God zou worden gezien door mensen die dragers zijn van zijn Geest en die onophoudelijk zijn komst verwachten, overeenkomstig het woord van Mozes in het boek Deuteronomium: ‘Op die dag zullen wij zien, omdat God zal spreken tot de mens en deze zal leven’ (5, 24-LXX).
Hij die alles in allen tot stand brengt, is, wat zijn macht en zijn grootheid betreft, onzichtbaar en niet in woorden uit te drukken. Dit geldt voor alle wezens die door Hem zijn geschapen. Maar dit is geen reden waarom Hij hun onbekend zou zijn, want allen leren van zijn Woord dat er slechts één God en Vader is die alles in stand houdt en aan alles het bestaan geeft, zoals ook de Heer zelf zegt: ‘Niemand heeft ooit God gezien; de Eniggeboren Zoon, die in de schoot van de Vader is, Hij heeft Hem doen kennen’ (Joh. 1, 18).
Aldus is, van het begin af aan, de Zoon degene die ons de Vader doet kennen, want Hij is, sedert het begin, bij de Vader. De profetische visioenen, de verscheidenheid van de genadegaven, de vormen van dienstverlening, de verheerlijking van de Vader, dit alles heeft Hij voor de mensen op de gestelde tijd en in hun voordeel ontvouwd als een goed gecomponeerde en harmonieuze melodie. Immers, wat op de gestelde tijd komt, strekt tot voordeel.
Daarom is het Woord de uitdeler van de genade van de Vader geworden tot voordeel van de mensen, voor wie Hij zulke grote heilsbeschikkingen heeft vervuld: Hij heeft God getoond aan de mensen en de mens voor God gebracht. Hierbij heeft Hij de onzichtbaarheid van de Vader geëerbiedigd, opdat de mens er niet toe zou komen God gering te schatten, maar een doel zou hebben om steeds meer te benaderen. Tegelijkertijd heeft Hij God voor de mensen zichtbaar gemaakt door talrijke heilsbeschikkingen, opdat de mens niet, geheel van God beroofd, zelfs zijn eigen bestaan zou verliezen. De glorie van God is immers de levende mens, en het leven van de mens is immers de aanschouwing van God.
Als nu de openbaring van God door de schepping het leven geeft aan alle wezens die op aarde leven, hoeveel te meer geeft dan de openbaring van de Vader door het Woord het leven aan hen die God zien!

God, Gij hebt de heilige bisschop Ireneüs de kracht gegeven om in uw kerk het geloof en de vrede te bewaren. Wij vragen U op zijn voorspraak dat geloof en liefde ons bezielen en dat wij voor ogen houden wat nodig is om trouw en eensgezind te blijven. 

Breaking! Reportage Kloosterfotograaf: Natuurtuinen Priorij Thabor weer in gereedheid gebracht door medewerkers en leerlingen Citaverde College-"een geweldige happening"! Nadere mededelingen over openstelling volgen.

 









































Peter Paul Rubens - Religious Paintings

The Resurrection of Christ | 50 Famous Paintings

zaterdag 26 juni 2021

Lezingen H. Mis 13e zondag door het jaar B “Talita koemi”, wat vertaald betekent: “Meisje, sta op

Eerste lezing (Wijsh. 1, 13-15; 2, 23 -24)
Uit het boek Wijsheid.
Niet God heeft de dood gemaakt
en Hij schept geen behagen in de ondergang van de levenden.
Hij toch heeft alles geschapen om te leven:
gezond zijn de schepselen der aarde,
geen dodelijk vergif wordt in hen gevonden
en de onderwereld heeft geen macht op aarde,
want de gerechtigheid is onsterfelijk!
God heeft immers de mens geschapen voor de onsterfelijkheid,
Hij heeft hem gemaakt tot een afspiegeling van zijn eigen Wezen.
Maar door de afgunst van de duivel, kwam de dood in de wereld.

Tweede lezing (2 Kor. 8, 7.9.13.15)
Uit de tweede brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Korinte.
Broeders en zusters,
gij munt reeds in zoveel opzichten uit:
in geloof, welsprekendheid, wetenschap,
in ijver op alle gebied,
in uw liefde voor ons;
laat dan ook dit liefdewerk uitmuntend slagen!
Want de liefdedaad van onze Heer Jezus Christus
hoef ik u niet in herinnering te brengen:
hoe Hij om uwentwil arm is geworden, terwijl Hij rijk was,
opdat gij rijk zoudt worden door zijn armoede.
Het is niet de bedoeling
dat gij door anderen te ondersteunen uzelf in verlegenheid brengt.
Er moet een zeker evenwicht tot stand komen.
Zo ontstaat het evenwicht waarvan de Schrift spreekt:
“Hij die veel had verzameld,
had niet te veel,
en hij die weinig had verzameld
kwam toch niet te kort.”

Evangelie (Mc. 5, 21-43)
In die tijd, toen Jezus weer met de boot overgestoken was
stroomde veel volk bij Hem samen.
Terwijl Hij zich aan de oever van het meer bevond, kwam er een zekere Jaïrus, de overste van de synagoge.
Toen hij Hem zag, viel hij Hem te voet
en smeekte Hem met aandrang:
Mijn dochtertje kan elk ogenblik sterven,
kom toch haar de handen opleggen,
opdat ze mag genezen en leven.”
Jezus ging met hem mee.
Een dichte menigte vergezelde Hem en drong van alle kanten op.
Er was een vrouw bij die al twaalf jaar aan bloedvloeiing leed.
Zij had veel te verduren gehad van een hele reeks dokters
en haar gehele vermogen uitgegeven,
maar zonder er baat bij te vinden;
integendeel, het was nog erger met haar geworden.
Omdat zij over Jezus gehoord had,
drong zij zich in de menigte naar voren
en raakte zijn mantel aan.
Want ze zei bij zichzelf:
“Als ik slechts zijn kleren kan aanraken,
zal ik genezen zijn.”
Terstond hield de bloeding op
en werd ze aan haar lichaam gewaar,
dat ze van haar kwaal genezen was.
Op hetzelfde ogenblik was Jezus zich bewust,
dat er een kracht van Hem was uitgegaan;
Hij keerde zich te midden van de menigte om en vroeg:
“Wie heeft mijn kleren aangeraakt?”
Zijn leerlingen zeiden tot Hem:
“Gij ziet dat de menigte van alle kanten opdringt en Gij vraagt:
Wie heeft Mij aangeraakt?”
Maar Hij liet zijn blik rondgaan om te zien wie dat gedaan had.
Wetend wat er met haar gebeurd was,
kwam de vrouw zich angstig en bevend voor Hem neerwerpen
en bekende Hem de hele waarheid.
Toen sprak Hij tot haar:
“Dochter, uw geloof heeft u genezen.
Ga in vrede en wees van uw kwaal verlost.”
Hij was nog niet uitgesproken of men kwam
uit het huis van de overste van de synagoge met de boodschap:
“Uw dochter is gestorven.
Waarom zoudt ge de Meester nog langer lastig vallen?”
Jezus ving op wat er bericht werd
en zei tot de overste van de synagoge:
“Wees niet bang, maar blijf geloven.”
Hij liet niemand met zich meegaan,
behalve Petrus, Jakobus en Johannes, de broer van Jakobus.
Toen zij aan het huis van de overste kwamen,
zag Hij het rouwmisbaar
van mensen, die luid weenden en weeklaagden.
Hij ging naar binnen en zei tot hen:
“Waarom dit misbaar en geween?
Het kind is niet gestorven, maar slaapt.”
Doch ze lachten Hem uit.
Maar Hij stuurde ze allemaal naar buiten en ging
met zijn metgezellen en de vader en de moeder van het kind
het vertrek binnen waar het kind lag.
Hij pakte de hand van het kind en zei tot haar:
“Talita koemi”,
wat vertaald betekent:
“Meisje, sta op.”
Onmiddellijk stond het meisje op en liep rond
 want het was twaalf jaar.
En ze stonden stom van verbazing.
Hij legde hun nadrukkelijk op,
dat niemand het te weten mocht komen, en voegde eraan toe
dat men haar te eten moest geven.

vrijdag 25 juni 2021

REMBRANDT - The Prodigal Son - St-Petersburg

Benedict XVI "Saint Augustine has become a good "travelling companion" in my life and my ministry"

"As you know, I too am especially attached to certain Saints: among them in addition to St Joseph and St Benedict, whose names I bear is St Augustine whom I have had the great gift to know, so to speak, close at hand through study and prayer and who has become a good "travelling companion" in my life and my ministry. I would like to stress once again an important aspect of his human and Christian experience, which is also timely in our day, in which it seems, paradoxically, that relativism is the "truth" which must guide our thoughts, decisions and behaviour".

Dear brothers and sisters, I would like to say to all of you and also to those who are passing through a difficult moment in their journey of faith, to those who take little part in the life of the Church or who live "as though God did not exist" not to be afraid of the Truth, never to interrupt the journey towards it and never to stop searching for the profound truth about yourselves and other things with the inner eye of the heart. God will not fail to provide Light to see by and Warmth to make the heart feel that he loves us and wants to be loved".

Castel Gandolfo 25 August 2010

donderdag 24 juni 2021

Do-re-mi-fa-sol came from an 8th century Catholic hymn in honor of St. John the Baptist.

You’ve probably heard the song from the musical The Sound of Music called “Do-Re-Mi” (“Do a deer, a female deer,” etc). That song is based on something called solfège, in which each note in a musical scale is given a word, namely doremifasolati, and then back to do.
Where did this system come from? Well it turns out, at least to the standard theoryit ultimately came from an 8th century Catholic hymn written by a Benedictine monk!
Here’s the story: In the 8th century, an Italian Benedictine monk named Paul the Deaconcomposed the Latin hymn “Ut queant laxis” in honor of St. John the Baptist.
A few hundred years later in 11th century italy, music theorist Guido of Arezzo created an early version of the solfège system for mysical notation based on the lyrics of Paul the Deacon’s hymn. This was because as the melody moved about the scale, certain key words or syllables fell on successive notes going up.
Here’s the lyrics with the key parts bolded: “Ut queant laxīs resonāre fībrīs ra gestōrum famulī tuōrum, Solve pollūtī labiī reātum, Sancte Iōhannēs.”

See and hear:

We thank churchpop.com