vrijdag 31 december 2021

Zalig Nieuwjaar!


Quæ maior gratia Dei
nobis potuit illucescere,
quam ut,
habens unigenitum Filium,
faceret eum
hominis Filium,
atque ita vicissim
hominis filium
faceret Dei filium?
S. Augustinus

Welke grotere genade kon God voor ons doen oplichten dan dat Hij, die een Enige Zoon bezat, Hem tot zoon der mensen maakte, en aldus wederkerig het mensen-kind tot kind van God maakte?

H. Augustinus

Zalig Nieuwjaar!


Kanunnikessen van het H. Graf

Priorij Thabor

Aan het einde van het jaar zingen wij het Te Deum en gaan biddend het nieuwe jaar in: Zalig Nieuwjaar

woensdag 29 december 2021

Gebedsintenties Kerkberg Gebedsgroep december 2021 -68

 

U kunt Uw gebedsintenties opgeven per e- mail (gebedsgroep@kerkberg.nl), per post, telefonisch, per ijlbode, of hoe dan ook. Wij bidden graag voor Uw gebedsintenties en zorgen desgewenst voor het opsteken van Uw  kaarsen in de Basiliek!

Wij bidden namens de gemeenschap voor de gemeenschap tot eer van God en heil van mensen!

Wij vragen daarbij de voorspraak van de HH. Wiro, Plechelmus en Otgerus, de H. Odilia en de H. Maria Magdalena, op wiens voorspraak vanaf de zevende eeuw op deze Berg gebeden is door vele monniken, kanunniken, diocesane priesters, kanunnikessen en andere gelovigen.

Hartelijk dank voor Uw bereidheid met ons mee te bidden!  (*kaarsintentie)

Wij bidden:
voor degenen voor wie niemand (meer bidt
voor al degenen die ons dit jaar hebben gevraagd voor hen en hun intenties te bidden
dat de pandemie dooft
voor alle andere vrienden van het klooster* 
voor alle weldoeners van het klooster*
moed, geloof en kracht voor een ernstig zieke*
voor een beter 2022 voor iedereen*
dat onze auto na schade behouden blijft*
voor een overleden parochiaan
dat alle gezinsleden in de gelegenheid worden gesteld afscheid te nemen van een stervende cor0napatient in het ziekenhuis
voor een vandaag op de intensive care overleden oude, trouwe, zeer dierbare priestervriend van het klooster en om troost voor zijn dierbaren*
dat het nieuwe jaar een vruchtvol jaar mag zijn voor alle katholieke gezinnen, waarin ze verder mogen groeien in geloof.
voor twee ernstig zieke coronapatienten
dat een operatie morgen in Rotterdam mag slagen
uit dankbaarheid dat iemand van de ic naar de revalidatie kan en om zegen over de revalidatie
voor een overleden echtgenoot en dochter*
voor het slagen van een operatie op 24 december*
voor een zieke vriend die ingrijpende behandeling moet ondergaan*
voor een dochter, dat het haar goed mag gaan en dat zij veilig uit Afrika terugkomt*
uit dankbaarheid*
voor een nicht en haar zieke vriend*
voor de Parochie van de HH. Wiro. Plechelmus en Otgerus en alle parochianen*
zegen over de goede werken van de zusters*
voor een ernstig zieke broeder die een zware behandeling moet ondergaan
dat de pandemie dooft
voor de slachtoffers van de orkaan op de Filippijnen
voor behouden reis naar en van de Filippijnen en om zegen over de achterblijver
dat het Heilig Hart van Jesus zich ontfermt over ever een zieke vader
uit dankbaarheid dat iemand met een ernstiuge hartinfarct direct in MC Maastricht kon worden geholpen
dat het Rozenkransgebed in de Kapel In 't Zand weer spoedig gezamenlijk gebeden mag worden.
voor de zielerust van een onveracht overledenen en zegen over zijn nabestaanden
voor een zieke (schoonvader) die met een tia is opgenomen in het ziekenhuis en met wie het niet goed gaat
voor de kinderen op de basis en middelbare scholen, dat ze toch gewoon blij met vakantie kunnen
dat iedereen die wil, ondanks alle beperkingen een gezegend Kerstfeest mag vieren
dat iemand zonder hersenletsel een verkeersongeval overleeft (moet worden afgewacht ivm bloeding)
dat Rusland Oekraïne niet binnenvalt
voor de mensen die om het leven zijn gekomen door een brand in Osaka-Japan
voor de kinderen in Australië  die om het leven zijn gekomen bij een ongeluk met een luchtkussen
voor iemand die na aanvankelijk herstel weer terug is naar de ic en die er slecht aan toe is* 
voor alle kinderen op de basisscholen
voor een bejaard echtpaar op de ic dat het waarschijnlijk niet gaat halen
voor een zieke zoon
uit dankbaarheid dat iemand de ic mag verlaten naar de afdeling
voor al degenen die eerder sterven als gevolg van uitgestelde zorg en hun dierbaren
uit dankbaarheid (T)
dat er voldoende ziekenhuis capaciteit blijft in deze moeilijke tijden
dat de pandemie mag doven
dat de hevige aardbeving in Oost-Indonesie niet mag leiden tot een tsunami
dat de totstandkoming van een nieuw kabinet zegenrijk mag zijn voor alle mensen, vooral voor degenen die het nu moeilijk hebben
dat mensen ophouden anderen te bedreigen en over hen vreselijke dingen te zeggem
voor een jonge moeder van twee kinderen op de intensive care met corona en haar dierbaren
voor een overleden zuster in een klooster in Notting Hill - London  (J)
dat Rusland een einde maakt aan de militaire oefening bij de grens van Oekraïne
voor de slachtoffers van de tornado in Arkansas
om zegen over een roeping
uit dankbaarheid (N)
voor de zielerust van de doden omgekomen bij een verkeersongeluk in Mexico
voor een vriend van het klooster die 44 jaar priester is
voor het slagen van een sollicitatie, als het tot heil strekt
om zegen over een jarige
om voorspraak van OLV Onbevlekte Ontvangenis voor al onze gebedsintenties
voor alle kinderen die direct of indirect worden getroffen door de coronapandemie
dat Rusland Oekraïne niet binnenvalt en mensen in vrede laat
voor de slachtoffers van de MH17 en hun achterblijvende dierbaren om troost en sterkte, dat ze toch verder kunnen met hun leven*
uit dankbaarheid wegens een geslaagde levertransplantatie
voor een zeer zieke broer*
voor alle corona patiënten in de ziekenhuizen en de mensen die daar voor hen zorgen
uit dankbaarheid voor een geslaagde medische behandeling
voor de zielenrust van een man die door een menigt is gelyncht in Pakistan 
voor een overleden dierbare vriend
voor onze zieke hulpbisschop
voor alle die lijden onder machtsmisbruik in de liturgie*
voor alle mensen die lijden onder uitgestelde zorg*
dat mensen  heel voorzichtig blijven om zo verspreiding pandemie te voorkomen  
voor de zielerust van Pastoor Stam bij het zevende jaargetijde*
voor de zielerust van Pastoor Grondhuis, pater Hendriks, deken Bergs en deken Cassee*
om goede postulanten voor de Priorij Thabor*
zegen 0ver de zusters van de Priorij Thabor*
Tot zekere intentie*
voor de slachtoffers van de vulkaanuitbarsting op Java
dat Rusland geen invallen in andere landen pleegt
om uitkomst en kracht
voor de mensen op La Palma, dat de vulkanen doven
dat de chemotherapeutische behandeling goed mag worden doorstaan en dat deze helpt*
uit dankbaarheid
voor degenen voor wie niemand meer bidt
dat mensen met psychische problemen snel en goed worden geholpen
dat de pandemie dooft
voor alle werkers in de zorg
voor alle baby's die zijn besmet met het corona-vius - dat ze snel definitief mogen opknappen
voor een gunstige uitslag en een genezing*
dat de pandemie dooft
om zegen over onze zieke bisschop
om vrede
voor slachtoffers van een schietpartij op een school in Michigan
voor alle mensen in Nederland die leven in armoede - dat ze worden geholpen waar dat kan
voor alle kinderen, dat ze in liefde opgroeien en tijdig alles krijgen wat ze nodig hebben om goede mensen te worden
zegen over alle moeders die in verwachting zijn
voor alle mensen aan wie de Belastingdienst ten onrechte schuldsanering heeft onthouden, dat ze alsnog goed geholpen worden
voor alle mensen die lijden onder uitgestelde zorg - dat ze zo spoedig mogelijk geholpen worden
voor een vitaal geloofsleven op de Kerkberg*
voor onze zieke bisschop*
voor mijn zieke zwager en zijn gezin*
om zegen over mijn nichtje en haar werk als mantelzorger
voor een ernstig zieke musicus*
voor een overleden echtgenoot en dochter*
voor een dochter die graag naar het buitenland wil*
voor iemand die zich alleen en in de war voelt
dat de zorg niet terecht komt in code zwart
dat het omicronvirus snel in kaart wordt gebracht en effectief bestreden
dat de pandemie dooft*
voor een nichtje dat in verwachting is van een tweeling


dat een psychisch zeer zieke broer een zo goed moelijk leven mag hebben en dat het zijn zus gegeven wordt zijn situatie zoals die nu eenmaal is, in liefde te aanvaarden en niets te verwachten
voor de zielerust van onze zuster M. Reinhilde
voor onze zieke bisschop
voor de zielerust van John Verkooyen en troost en steun voor zijn dierbaren
voor een bevriende pastoor in het bisdom Haarlem
voor en bevriende priester in Bergamo (Italië)
Om inzicht in levensroeping 
de levende en overleden kanunnikessen van het H. Graf
voor vervolgde christenen overal ter wereld
Dat de Notre Dame zo spoedig mogelijk weer een levende ontmoetingsplaats met God in de wereld mag zijn
voor Mgr. Camillo Sarko, zijn parochie van de H. Petrus Claver en zijn parochianen in Ghana
Om zegen over twee hoogbejaarde zusters-zussen, van wie er een op sterven ligt
Om een donornier
Om degelijke postulanten voor ons klooster
Om verhoring van de gebedsintenties van de Gebedsgroep van de Kapel In't Zand
om zegen over de mensen in het dorp en de andere dorpen van Roerdalen en voor al hun noden
Voor onze burgemeester
voor vervolgde christenen overal ter wereld
Voor degenen die onvoorbereid sterven
Voor onze deken
Voor onze bisschop
dat wij vanuit onze positie al het mogelijke doen om de wereld te her-evangeliseren

Eigentijdse Latijnse kerkmuziek: O Magnum Mysterium (Morten Lauridsen)




O magnum mysterium et admirabile sacramentum
ut animalia viderent Dominum natum jacentem in praesepio.
Natum vidimus et choros Angelorum collaudantes Dominum. Alleluia.

Quem vidistis, pastores, dicite, annuntiate nobis, quis apparuit?
Natum vidimus et choros angelorum collaudantes Dominum, Alleluia.

O great mystery and wonderful sacrament
that even the animals saw the new-born Lord lying in a manger.
We saw the new-born, and a chorus of angels praising the Lord. Alleluia.

Whom did you see, shepherds, say, Tell us, who appeared?
We saw the new-born, and choruses of angels praising the Lord. Alleluia.

dinsdag 28 december 2021

St Thomas honour we (15th cent): Canterbury Cathedral 1965



This is one of many medieval songs written in honour of St Thomas Becket, surviving in a 15th-century manuscript of polyphonic songs (British Library, MS. Egerton 3307), where it is preserved along with its music. The performance encountered here contains an element of authenticity in that it is sung by the men of Canterbury Cathedral Choir, directed by Allan Wicks, and was recorded in the same “Christys hall” in which St Thomas was “slane” on 29 December 1170. Seynt Thomas honour we, Thorgh whos blod Holy Chyrch ys made fre. Al Holy Chyrch was bot a thrall Thorgh kyng and temperal lordys all, To he was slane in Cristys hall And set all thing in unite: Hys deth hath such auctorite. Seynt Thomas honour we, Thorgh whos blod Holy Chyrch ys made fre. The kyng exilyed hym owt of land And toke hys good in hys hond, Forbedyng both fre and bond That no prayer for hym schuld be, So fers he schewyd hys crewelte. Seynt Thomas honour we, Thorgh whos blod Holy Chyrch ys made fre. Al ben exilyd that to hym lang, Wemen, chyldryn, old men among, Yong babys that wepyd insted of song, Seynt Thomas said, 'Welcom ye be; Ilk lond is now your awen contre.' For more on this piece, see the in-depth article by Eleanor Parker at http://aclerkofoxford.blogspot.co.uk/...

29 december - St. Thomas Becket

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Die 29 decembris De die V infra octavam Nativitatis Ad Officium lectionis In plenitudine temporis venit et plenitudo divinitatis



Lectio altera
Ex Sermónibus sancti Bernárdi abbátis
(Sermo 1 in Epiphania Domini, 1-2: PL 133, 141-143)
Tweede lezing
‘De goedheid en mensenliefde van God onze Heiland is verschenen’ (Tit. 3, 4). Dank aan God: door Hem gewordt ons overvloedige vertroosting op onze pelgrimstocht, in onze ballingschap, in onze ellende.
Voordat Gods mensenliefde verscheen, bleef zijn goedheid verborgen, hoewel zij er toen ook al was: ‘want Gods erbarmen blijft altijd en eeuwig’ (Ps 103 (102), 17). Maar hoe kon de mens de grootheid ervan weten? Gods barmhartigheid werd beloofd, maar nog niet ervaren, en daarom waren er velen die er niet in geloofden. Immers, ‘vele malen en op velerlei wijzen sprak God door de profeten’ (Hebr 1, 1). Mijn plannen, zei Hij, zijn plannen van vrede, niet van onheil (vgl. Jer 29, 11). Maar wat antwoordde de mens die het onheil wel aan den lijve ondervond, doch geen vrede kende? Hoe lang nog zult gij zeggen: vrede, vrede, terwijl er van vrede geen sprake is? (vgl. Jer 6, 14). Daarom zullen de verkondigers van de vrede bittere tranen storten (vgl. Jes 33, 7): ‘Heer, wie kan nog geloven wat wij hebben gehoord?’ (Jes 53, 1). Maar laten de mensen thans hun eigen ogen geloven, want ‘betrouwbaar is alles wat Gij betuigt’ (Ps 93 (92), 5). Immers, opdat dit zelfs voor een troebel oog niet verborgen zou zijn, heeft Hij in het zonlicht zijn tent geplaatst (vgl. Ps 19A (18A), 6).
Zie, de vrede is niet langer een belofte doch een feit, niet langer uitgesteld maar geschonken, niet langer een voorspelling maar werkelijkheid. Zie, God de Vader stuurde als het ware een geldbuidel vol barmhartigheid naar de aarde, een buidel die door het lijden moest worden opengescheurd om het daarin verborgen losgeld voor ons uit te storten. Weliswaar een kleine buidel, maar een die boordevol was. Want ‘een Kind is ons gegeven’, maar daarin ‘is de Godheid in heel haar volheid aanwezig’ (Jes 9, 6; Kol 2, 9). Immers, met de volheid van de tijd kwam ook de Godheid in heel haar volheid. Deze kwam in een mensenlichaam om voor mensen zichtbaar te worden en om, door de verschijning van God als mens, Gods goedheid bekend te maken. Want waar God als mens verschijnt, daar kan zijn goedheid niet verborgen blijven. Hoe had God een overtuigender bewijs van zijn goedheid kunnen geven dan door mijn lichaam aan te nemen? Ja, mijn lichaam, niet dat van Adam zoals dit was vóór de zondeval.
Wat getuigt meer van zijn barmhartigheid dan dat Hij mijn ellende op zich nam? Kan men zich een volmaakter mensenliefde indenken: Gods Woord is voor ons vergankelijk geworden als gras? ‘Heer, wat is toch de mens dat Gij zoveel belang in hem stelt en hem uw aandacht blijft wijden?’ (Job 7, 17). Hieruit moet de mens toch wel opmaken hoever Gods zorg voor hem gaat. Hierdoor moet hij toch wel weten wat God over hem denkt en hoe Hij hem gezind is. Vraag niet, o mens, wat gij te lijden hebt, maar wat Hij geleden heeft. Hoe dierbaar gij Hem zijt, maak dat op uit wat Hij voor u geworden is; dan zal zijn goedheid u verschijnen vanuit zijn mensheid. Want hoe kleiner Hij zich maakte in zijn menselijkheid, des te groter toonde Hij zich in zijn goedheid. En hoe meer Hij zich voor mij vernederde, des te dierbaarder is Hij mij. ‘Verschenen is de goedheid en mensenliefde van God onze Heiland’, zegt de Apostel (Tit 3, 4). Ja, groot en overduidelijk is Gods goedheid en mensenliefde, en een groot bewijs van zijn goedheid is ons gegeven door Hem die de naam van God verbonden heeft met de mensheid. 

maandag 27 december 2021

28 december Feest van de Onnozele Kinderen

De Kindermoord van Bethlehem,door Pieter Breughel de Oudere, rond 1565

Collectegebed
God, op deze dag hebben de Onnozele Kinderen uw lof verkondigd,
niet door te spreken maar door te sterven.
Wij vragen U:
geef dat wij ons geloof in U niet alleen in woorden uitdrukken,
maar ook metterdaad belijden. 
Vanaf de 6e eeuw herdenkt de Kerk op 28 december de kinderen die omwille van Jezus door de blinde woede van Herodes werden gedood (cf Mt 2, 16-17). De liturgische traditie noemt hen  “Onnozele (Onschuldige) Kinderen” en vereert hen als martelaren.
Eeuwenlang ontwikkelden zich in de kunst, in de poëzie en volksvroomheid gevoelens van sympathie en vertedering, die het feest van deze “lieflijke kudde van geofferde lammeren” heeft vastgehouden. Maar ook een opwelling van verontwaardiging en ontzetting over het geweld waarmee deze kleinen uit de armen van hun moeders werden gerukt en werden vermoord.

Ook in onze dagen lijden kinderen onder gruwelijke en onvoorstelbare gewelddadigheden, die hun leven, waardigheid, zedelijk leven en recht op onderwijs belagen.
Vandaag kan men ook denken aan het grote aantal niet geboren kinderen, die onder de bescherming van wetten, die abortus toestaan, een afschuwelijk misdrijf,voortijdig worden omgebracht.


(Uit het Directorium over volksvroomheid en liturgie 2003)

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Die 28 decembris SS. Innocentium, Martyrum Ad Officium lectionis Kinderen getuigen voor Christus

Lectio altera
Ex Sermónibus sancti Quodvultdéus epíscopi
(Sermo 2 de Symbolo: PL 40, 655)
Necdum loquuntur et Christum confitentur
Náscitur infans parvus, Rex magnus. Adducúntur de longínquo magi; véniunt ut adórent adhuc in præsépi iacéntem, sed in cælo et in terra regnántem. Annuntiántibus magis Regem natum, turbátur Heródes, et ne regnum perdat, vult eum occídere, in quem si créderet, et hic secúrus, et in illa vita sine fine regnáret.
Quid times, Heródes, quia audis Regem natum? Non venit ille ut te exclúdat, sed ut diábolum vincat. Sed tu hæc non intéllegens turbáris et sævis; et ut perdas unum quem quæris, per tot infántium mortes effíceris crudélis.
Non te ulla píetas plangéntium matrum, aut lugéntium patrum fúnera filiórum, non mugítus et gémitus révocat infántium. Necas párvulos córpore, quia te necat timor in corde; et putas, si hoc quod cupis impléveris, diu te posse vívere, cum ipsam Vitam quæras occídere.
Ille autem fons grátiæ, parvus et magnus, qui in præsépi iacet, thronum tuum terret: agit per te nesciéntem causas suas, et a captivitáte diáboli ánimas líberat. Suscépit fílios inimicórum in númerum adoptatórum.
Moriúntur párvuli pro Christo nesciéntes, paréntes plangunt mártyres moriéntes: ille, nondum loquéntes, idóneos suos éfficit testes. Ecce quómodo regnat, qui sic regnáre vénerat. Ecce iam líberat liberátor, et salútem præstat salvátor.
Sed tu, Heródes, nésciens hoc, turbáris et sævis; et dum contra párvulum sævis, iam illi obséquium præbes, et nescis.
O magnum donum grátiæ! Quibus eórum méritis præstitum est ut sic víncerent infántes? Necdum loquúntur, et Christum confiténtur. Necdum mótibus membrórum valent suscípere pugnam, et victóriæ iam éfferunt palmam.

Tweede lezing
Op de kinderen die onschuldig zijn gedood omwille van de pasgeboren Koning der joden wordt toegepast wat in de Openbaring van Johannes staat over de christenen uit de begintijd die trouw zijn gebleven in de vervolging en voor altijd met de Heer verenigd zijn in het rijk: ‘Zij zijn vrijgekocht als de eerstelingen van de mensheid voor God en het Lam. In hun mond is geen leugen gevonden: zij zijn zonder smet’ (Apok. 14, 4-5). Door God voorbestemd om door hun dood te getuigen van de in Betlehem geboren Messias, zijn deze joodse kinderen gerechtvaardigd en verheerlijkt door het mysterie van Hem, die gekomen is om zijn leven te geven als losprijs voor velen.

Uit een preek van de heilige Quodvultdeus, bisschop van Carthago († ca. 453)
Kinderen getuigen voor Christus
Een klein kind is geboren, een grote Koning. Van verre komen de Wijzen om Hem te aanbidden die wel in een kribbe ligt, maar heerst over hemel en aarde. Herodes, die van de Wijzen verneemt dat een Koning geboren is, wordt ontsteld en wil Hem doden om zelf de heerschappij niet te verliezen. Had hij echter in Hem geloofd, dan kon hij hier veilig regeren, en ook in het andere leven regeren zonder einde.
Waarom vreest gij, Herodes, als gij hoort dat een Koning geboren is? Hij komt niet om u naar de kroon te steken, maar om de duivel te overwinnen. Maar dit begrijpt gij niet; gij wordt ontsteld en ontsteekt in woede; en om die ene die gij zoekt te doden, vermoordt gij als een wrede tiran zovele kinderen. Het verdriet van treurende moeders, de rouwstoet van vaders die hun kinderen bewenen, het gejammer en geschrei van de kleine kinderen kan u niet weerhouden. Omdat vrees uw gevoelens doodt, doodt gij het lichaam van deze kleinen. Gij zoekt het Leven zelf te doden, en meent uzelf een lang leven te verzekeren door dit te doen.
De bron van genade, zo klein en tegelijk zo groot, die in een kribbe ligt, doet u beven op uw troon: zonder dat gij het weet, volbrengt Hij door u zijn werk, en bevrijdt Hij de zielen van de heerschappij van de duivel. De kinderen van de vijanden neemt Hij op onder het getal van de kinderen Gods. De kleinen sterven voor Christus en weten het niet, de ouders bewenen de stervende martelaren. God maakt de kinderen, die nog niet kunnen spreken, geschikt om van Hem te getuigen.
Zie hoe Hij regeert, die gekomen is om te regeren: de bevrijder brengt reeds de vrijheid, de Heiland reeds het heil. Maar gij, Herodes, weet van dit alles niets af, gij zijt ontsteld en in woede ontstoken; en in uw woede tegen dit kind zijt gij Hem gehoorzaam, maar gij weet het niet.
O grote gave der genade, welke verdiensten hadden deze kleinen dat zij zo mochten overwinnen? Zij kunnen nog niet spreken, en leggen reeds getuigenis af van Christus. Hun ledematen zijn nog te zwak om de strijd aan te gaan, en reeds dragen zij de palm der overwinning.

28 december - Onnozele kinderen

Pieter Breughel - Onnozele kinderen

Op de kinderen die onschuldig zijn gedood omwille van de pasgeboren koning der joden wordt toegepast wat in de Openbaring van Johannes staat over de christenen uit de begintijd die trouw zijn gebleven in de vervolging en voor altijd met de Heer verenigd zijn in het rijk: ‘Zij zijn vrijgekocht als de eerstelingen van de mensheid voor God en het Lam. In hun mond is geen leugen gevonden: zij zijn zonder smet’ (Apok. 14, 4-5). Door God voorbestemd om door hun dood te getuigen van de in Betlehem geboren Messias, zijn deze joodse kinderen gerechtvaardigd en verheerlijkt door het mysterie van Hem, die gekomen is om zijn leven te geven als losprijs voor velen.

Feast of the Holy Innocents Hymn Michael Haydn

zondag 26 december 2021

Jezus malusieńki Pools Kerstlied



Vertaling:
Baby Jesus is crying
In the cold He is weeping,
For the winter frosts are biting
Thro’ the hay which enfolds Him,
For the winter frosts are biting
Round His head as He’s lying.

No soft down for His head,
Only hay for His bed,
Tho’ His mother hugs and holds Him,
And the shepherds adore Him,
Yet the winter frosts are biting
As wise men by star are led.

Oh nuit viens apporter à la terre le calme enchantement de ton mystère



Oh nuit viens apporter à la terre
Le calme enchantement de ton mystère
L'ombre qui t'escorte est si douce
Si doux est le concert de tes doigts
chantant l'espérance
Si grand est ton pouvoir transformant
tout en rêve heureux

Oh nuit, oh laisses encore à la terre
Le calme enchantement de ton mystère
L'ombre qui t'escorte est si douce
Est-il une beauté aussi belle que le rêve
Est-il de vérité plus douce que l'espérance.

Bach: Weihnachtsoratorium BWV 248 - Cantate no.1

Noël Nouvelet Traditioneel Frans Kerstlied

St. John The Apostle



St. John the Apostle was one of the Twelve Apostles of Jesus. He was called to be an Apostle by our Lord in the first year of His public ministry. St. John is considered the same person as John the Evangelist, John of Patmos and the Beloved Disciple. He is the patron saint of love, loyalty, friendships, and authors.

John and Peter were the only two apostles sent by Jesus to make preparations for the final Passover meal, the Last Supper. During the meal, St. John sat next to Jesus, leaning on him rather than lying along the couches.

He was the only one of the Twelve Apostles who did not forsake the Savior in the hour of His Passion. He stood faithfully at the cross where the Savior made John the guardian of His Mother.

After the Assumption of Mary, John traveled to Ephesus, where he was banished by Roman authorities to the Greek Island of Patmos after being plunged into boiling oil in Rome and suffering no injuries. It is also said that all those who witnessed the miracle in the Colosseum were converted to Christianity.

John is believed to be the longest living apostle and the only one not to die a martyr's death. The "beloved disciple" died in Ephesus after AD 98, where a stately church was erected over his tomb. He is known as the author of the Gospel of John and four other books in the New Testament - the three Epistles of John and the Book of Revelation.

St. John is often depicted in art as the author of the Gospel with an eagle, symbolizing "the height he rose to in his gospel." In other icons, he is shown looking up into heaven and dictating his Gospel to his disciple.

St. John, Apostle and Evangelist's feast day is celebrated on December 27.

27 december Feest van de H. Johannes, apostel en evangelist


S. Joannes, Evangelista. Een van de drie Thaborapostelen,
hier de beginwoorden van de Proloog van zijn evangelie
“In principio erat Verbum”- In het begin was het Woord,
schrijvend.
Opvallend attribuut is de adelaar, daarover later meer.
Glas-in-lood, Joep Nicolas, (gesigneerd J.N.)
Basiliek HH. Wiro, Plechelmus en Otgerus te Sint Odiliënberg

Uit de commentaren op de eerste Brief van de H. Johannes van de H. Augustinus, bisschop

Verschenen is het Leven zelf in het vlees

Hetgeen was vanaf het begin, wat wij hebben gehoord en met eigen ogen gezien, en wat onze handen hebben aangeraakt van het Woord des levens. Wie zou in staat zijn met zijn handen het Woord aan te raken, als er niet gezegd was: Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond?
Maar dat Woord, dat vlees werd om met handen aangeraakt te worden, begon vlees te worden uit de Maagd Maria, maar toen begon het Woord niet, want, zegt Johannes: Het bestond vanaf het begin. Ziet of zijn Brief soms niet zijn Evangelie bevestigt, waarin ge zojuist gehoord hebt : In het begin was het Woord en het Woord was bij God.
Misschien zal iemand de woorden over het Woord des Levens opvatten als een spreekwijze over Christus maar dan zonder zijn Lichaam, dat met de handen werd aangeraakt. Maar zie dan wat er volgt: En het leven zelf heeft zich geopenbaard. Christus is dus het Woord des Levens.
En vanwaar ging die openbaring van het leven uit? Want het goddelijk leven was vanaf het begin, maar had zich nog niet aan de mensen geopenbaard: wel was het aan de engelen geopenbaard, die het aanschouwden en voor hen was het als het brood, waarmee zij zich voedden. Maar wat zegt de Schrift? De mens at het Brood der engelen?
Het Leven zelf heeft zich dus in het vlees geopenbaard; Het heeft zich zó geopenbaard, opdat, wat alleen met het hart kon worden gezien, ook met de ogen zou worden waargenomen, om de harten te genezen. Want het Woord wordt alleen met het hart gezien: maar het vlees wordt ook met de lichamelijke ogen gezien. Er bestond een middel van waaruit wij het Woord zouden kunnen zien: het Woord werd vléés; dit zouden wij kunnen zien en zo werd in ons het middel geschapen van waaruit wij het Woord konden zien.
En, zegt Johannes, wij zijn getuigen en verkondigen u het eeuwig Leven, dat bij de Vader was en aan ons is verschenen, dat is: Het is onder ons verschenen; wat duidelijker gezegd zou kunnen worden met: Het is áán ons verschenen.
Wat wij dus gezien en gehoord hebben, dát verkondigen wij u. Weest aandachtig, mijne geliefden. Wat wij dus gezien en gehoord hebben, dát verkondigen wij u. Zij zagen de Heer zelf tegenwoordig in het vlees; zij hoorden de woorden uit de mond van de Heer en hebben het ons verkondigd. Ook wij hebben dus gehoord maar niet gezien.
Zijn wij daarom minder gelukkig dan zij, die gezien en gehoord hebben? Want waarom wordt er dan aan toegevoegd: Opdat ook gij gemeenschap met ons moogt hebben? Zij hebben gezien, wij hebben niet gezien en toch zijn wij met hen in gemeenschap, omdat wij hetzelfde geloof bezitten.
En onze gemeenschap zij met God de Vader en met Jezus Christus, zijn Zoon. En deze dingen, zegt Johannes, schrijven wij u, opdat uw vreugde volkomen zij. Een volkomen vreugde, wordt er gezegd: in de gemeenschappelijke omgang in de liefde, in de eenheid.

(Tract. in Joh. 1, 1. 3: PL 35, 1978. 1980)

27 december Sint Jan, Apostel en Evangelist


Het Getijdengebed noemt Johannes, Apostel en Evangelist, maagd, en hij wordt met andere maagdelijke heiligen ook in de Litanie van alle Heiligen bij de Priesterwijding aangeroepen. Zoals de H. Stephanus als voorbeeld van de martelaren kan worden beschouwd,  zo kan de H. Johannes als voorbeeld gelden voor de maagden.

Beiden behoren tot de vaste kring van de leerlingen van Christus. Inderdaad  noemt de Kerk na het martelaarschap de maagdelijkheid als het meest edele, het meest edelmoedige en kordate  offer dat men God kan brengen. Het woord “hart” (= cor) in “kordaat”, werpt een helder licht op de oorsprong van dit offer : in de liefde voor Christus en zijn Kerk.

Onder de leerlingen van Jezus worden er twee genoemd voor wie Hij een bijzondere genegenheid had: Petrus, die het martelaarschap onderging aan het kruis maar met het hoofd omlaag, onwaardig als hij zich achtte als zijn Meester te worden gekruisigd, en Johannes, de maagdelijke apostel,  “de leerling die Hij liefhad”. Alleen al deze eenvoudige zinsnede toont hoe vererenswaardig deze heilige is. Door het lezen en in zich opnemen van zijn geschriften – zijn Evangelie, de drie Brieven en het Boek van de Openbaring, de Apocalyps -  ervaart men van jaar tot jaar dieper welke schat de heilige Johannes de Kerk heeft gegeven.
De oratie van zijn feestdag drukt het als volgt uit”:
“God, die door de heilige apostel Johannes voor ons de geheimen van uw Woord hebt ontsloten, verleen, vragen wij U, dat wij, hetgeen hij onze oren door zijn onderricht heeft doen horen, met een ontvankelijk begrip opnemen”.

Zeer passend is dan ook dat de iconografie hem de adelaar als symbolisch attribuut voorstelt. Pijlsnel en doelgericht stijgt deze tot de zon op. Dikwijls worden aan deze vogel of de afbeelding van hem ook nog de woorden van zijn wondermooie Proloog toegevoegd: “In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. En het Woord is Vlees geworden en heeft onder ons gewoond”.

Martelaarschap en maagdelijkheid omwille van het rijk der hemelen zijn beide een manier, het Woord dat onder ons woont, met lichamelijkheid te bekleden.

27 December St John the Evangelist


James and John, the sons of Zebedee, were nicknamed by Jesus “the sons of thunder.” John is involved in many of the central events of Jesus’ life, including the Transfiguration, the Crucifixion, and the discovery of the Resurrection. He is “the disciple whom Jesus loved” and the one to whom he confided the care of his mother Mary.
  He is mentioned in the Acts of the Apostles; later he was exiled to the island of Patmos. He is said to have died at Ephesus.
  He wrote a Gospel, three Epistles, and the Apocalypse.

Prachtig Latijns Kerstlied Transeamus vanuit ons eigen Concertgebouw - in een daverende uitvoering!

INTROITUS Feest Heilige Famile - Deus in loco sancto suo

Lezingen H. Mis Zondag onder het octaaf van kerstmis – feest van de H. Familie, jaar C

Eerste lezing (Sirach 3, 2-6.12-14)
Uit het boek Ecclesiasticus.
De Heer heeft een vader aangesteld over de kinderen;
en de moeder recht gegeven over haar zonen.
Wie zijn vader eerbiedigt, krijgt vergiffenis van zonden
en als iemand die schatten verzamelt
is hij, die zijn moeder eert.
Wie zijn vader eert, beleeft vreugde aan zijn kinderen,
en wanneer hij bidt, wordt hij verhoord.
Wie zijn vader eert zal een lang leven genieten
en wie zijn vader gehoorzaamt,
verkwikt het hart van zijn moeder.
Wie de Heer vreest, eert zijn ouders.
Kind, draag zorg voor uw vader op zijn oude dag
en doe hem geen verdriet zolang hij leeft.
Op de dag dat je in nood zijt, wordt aan u gedacht;
gij die nog in volle kracht zijt, veracht uw vader niet.
Medelijden met uw vader zal niet worden vergeten,
anders dan de zonden, bouwt zij uw huis op.

Tweede lezing (Kolosse 3, 12-21)
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Kolosse.
Broeders en zusters,
bekleedt u,
als Gods heilige en geliefde uitverkorenen,
met tedere ontferming, goedheid, deemoed,
zachtheid en geduld.
Verdraagt elkander
en vergeeft elkander als de een tegen de ander een grief heeft.
Zoals de Heer u vergeven heeft,
zo moet ook gij vergeven.
Voegt bij dit alles de liefde als de band der volmaaktheid.
En laat de vrede van Christus heersen in uw hart;
daartoe zijt gij immers geroepen, als leden van één lichaam.
En weest dankbaar.
Het woord van Christus moge in volle rijkdom onder u wonen.
Leert en vermaant elkander met alle wijsheid.
Zingt voor God met een dankbaar hart psalmen,
hymnen en liederen,
ingegeven door de Geest.
En al wat gij doet in woord of werk,
doet alles in de Naam van Jezus de Heer,
God de Vader dankend door Hem.
Vrouwen, weest uw man onderdanig,
zoals het christenen betaamt.
Mannen, hebt uw vrouw lief en weest niet humeurig tegen haar.
Kinderen, gehoorzaamt uw ouders in alles,
want dit is de Heer welgevallig.
Vaders, tergt uw kinderen niet,
opdat zij de moed niet verliezen.

Evangelie (Lucas 2, 41-52)
Lezing uit het heilig evangelie van onze heer Jezus Christus volgens Lucas.
Ieder jaar reisden de ouders van Jezus
bij gelegenheid van het Paasfeest naar Jeruzalem.
En overeenkomstig het gebruik van dit feest
gingen zij opnieuw daarheen toen Hij twaalf jaar geworden was.
Maar na afloop van die dag keerden zij naar huis terug.
Het kind Jezus bleef echter in Jeruzalem achter,
zonder dat zijn ouders het wisten.
In de mening dat Hij zich bij de karavaan bevond,
gingen zij een dagreis ver,
zochten Hem toen onder familieleden en bekenden.
Omdat zij Hem niet vonden,
keerden zij al zoekende naar Jeruzalem terug
Pas na drie dagen vonden zij Hem in de tempel,
waar Hij temidden van de leraren zat
naar wie Hij luisterde en aan wie Hij vragen stelde.
Allen die Hem hoorden
waren verbaasd over zijn inzicht en zijn antwoorden.
Toen zijn ouders Hem daar opmerkten stonden zij verslagen.
Zijn moeder zij tot Hem:
kind, waarom hebt Ge ons dit aangedaan?
Denk toch eens met wat een pijn
uw vader en ik naar U hebben gezocht.”
Maar Hij antwoordde:
“Wist ge dan niet dat Ik in het huis van mijn Vader moest zijn?”
Zij begrepen echter niet wat Hij daarmee bedoelde.
Hij ging met hen mee naar Nazaret
en was aan hen onderdanig.
Zijn moeder bewaarde alles wat er gebeurd was in haar hart.
En met de jaren
nam Jezus toe in wijsheid
en welgevalligheid bij God en de mensen.

Mgr. Robert Barron FEAST OF THE HOLY FAMILY OF JESUS, MARY, AND JOSEPH

LUKE 2:41-52

Friends, today’s Gospel tells the familiar story of Mary and Joseph finding twelve-year-old Jesus in the Temple. When they find him, they—with understandable exasperation—upbraid him: "Child, why have you treated us like this?" But Jesus responds, "Did you not know that I must be in my Father’s house?"

The story conveys a truth that runs sharply counter to our sensibilities: even the most powerful familial emotions must, in the end, give way to mission. Though she felt an enormous pull in the opposite direction, Mary let her son go, allowing him to find his vocation in the Temple. Legitimate sentiment devolves into sentimentality precisely when it comes to supersede the call of God.

On a biblical reading, the family is, above all, the forum in which both parents and children are able to discern their missions. It is perfectly good, of course, if deep bonds and rich emotions are cultivated within the family, but those relationships and passions must cede to something that is more fundamental, more enduring, more spiritually focused.

The paradox is this: precisely in the measure that everyone in the family focuses on God’s call for one another, the family becomes more loving and peaceful.


Oratio Post Communionem – Gebed na de Communie (Postcommunio) Zondag onder het Octaaf van Kerstmis: Feest van de H. Familie. Voor eeuwig delen in het geluk van de H. Familie.



Het Laatste Avondmaal.
Mozaïek in de S. Apollinare Nuovo, Ravenna (vóór 529)

Gevoed door Uw heilige gaven delen wij voor eeuwig in het geluk van de Heilige Familie

I n l e i d i n g
Op zondag onder het Octaaf van Kerstmis wordt het Feest van de Heilige Familie gevierd.
Wanneer er geen zondag binnen het Kerstoctaaf valt, wordt dit feest volgens de Romeinse rubrieken op 30 december gevierd. Dit relatief jonge feest, in 1921 door paus Benedictus XV ingevoerd, werd aanvankelijk op de zondag onder het octaaf van de Openbaring des Heren (Driekoningen)  geplaatst en had zodoende na het Feest van de Besnijdenis (1 januari) en na dat van de H. Drie Koningen (6 januari) een bepaalde heilshistorische verbinding: men las het Evangelie van de twaalfjarige Jezus in de tempel. In het kader van de hervorming van het liturgische calendarium werd het feest onmiddellijk na Kerstmis geplaatst, binnen de invloedssfeer van het burgerlijke familiefeest (1 januari). Meer dan in het vroegere calendarium wordt het nu gepresenteerd als een feest van een bepaald idee, van een bepaald ideaal van het heilige huisgezin. Dit blijkt onmiddellijk uit het collectegebed  waar het gaat om præclara exempla, om schitterende voorbeelden die uitdrukkelijk worden genoemd.  Het zijn virtutes en vincula, deugden en duurzame banden die het kenmerk zijn van een voorbeeldig gezinsleven en daarbovenuit liefdevolle verbondenheid tussen de huisgenoten. God wordt gevraagd dat de gelovigen deze voorbeelden navolgen (sectantes) om langs deze weg  een ander  heilig (Vader)Huis (domus) te bereiken, God zelf, waar men het eeuwige loon voor een goed gelukt gezinsleven op aarde ontvangt. Aangenomen kan worden dat paus Benedictus XV in een tijd waarin het duurzame gezin voor velen minder vanzelfsprekend werd, de aandacht wilde vestigen op het ideale  gezin, de Heilige Familie. Het gebruik van het begrip imitari, navolgen, in de Postcommunio onderstreept dat we nooit zonder hulp behoeven te zijn in dit leven. Wij maken deel uit van een familie, op aarde en ook in de hemel, reeds gerealiseerd maar nog niet voltooid. Christus wilde deel uitmaken van een familie toen Hij met zijn verlossingswerk begon en met zijn onderrichting. Opbouw van het gezin, opbouw van de familie is een edele roeping.  We moeten de exempla, ons aangeboden in de Heilige Familie, in de voorbeeldige levens van hen die ons zijn voorgegaan, ook in onze eigen familie en ook in de goede pogingen van de mensen om ons heen navolgen en in praktijk brengen. Zo worden wij met Gods hulp tot heilige mensen en families en daarmee nemen we ook reeds op aarde de voorbereiding van onze eeuwige woonplaats ter hand.

T e k s t
Missale Romanum [MR] 1970
Quos cælestibus reficis sacramentis,
fac, clementissime Pater,
sanctæ Familiæ exempla iugiter imitari,
ut, post ærumnas sæculi,
eius consortium consequamur æternum.

Altaarmissaal Nederlandse Kerkprovincie 1979
Goede Vader,
Gij voedt ons met uw heilige gaven.
Geef ons de kracht om het voorbeeld van de heilige Familie altijd na te volgen,
en laat ons na de zorgen van dit leven
voor eeuwig delen in hun geluk.
Werkvertaling
Bewerk, allermildste Vader,
dat zij, die Gij voedt met de hemelse sacramenten,
de voorbeelden van de Heilige Familie voortdurend navolgen
opdat wij, na de lasten van deze wereld,
hun eeuwig gezelschap (mogen) bereiken.
L i t u r g i s c h e  a n t e c e d e n t e n
De tekst van MR 1970 is een nieuwe compositie voor het Misformulier van het in 1921 ingevoerde feest. De oorspronkelijke vorm van 1921 (ook die van 1962) luidt als volgt:  
Quos cælestibus reficis sacramentis, 
fac, Domine Iesu,
sanctæ Familiæ tuae exempla iugiter imitari: 
ut, in hora mortis nostrae
occurrente gloriosa Virgine Matre tua cum beato Ioseph, 
per te in æterna tabernacula recipi mereamur.

De vergelijking tussen de oude (1921) en de nieuwe oratie  (1970) biedt interessante aanknopingspunten. Eerstens wordt in de versie MR 1970 niet meer de Zoon, maar de Vader aangesproken. Dat komt overeen met de tendens van de liturgische hervorming terug te gaan naar de oratietaal in een vroeg stadium van de Romeinse liturgie, die zich overwegend richt tot de Vader.
Een volgend onderscheid lijkt inhoudelijk belangrijker: versie MR 1921 verraadt nog helemaal de herkomst uit de volksvroomheid, waaruit het feest tenslotte voortkomt: “…opdat in het uur van onze dood, de glorievolle Maagd, uw Moeder, en de heilige Jozef ons tegemoet komen, en wij door U in de eeuwige woontenten mogen worden opgenomen”. Wat Maria voor een goede dood betekent, vinden we in elk Weesgegroet: “Bid voor ons zondaars, nu en in het uur van onze dood’.
De H. Jozef geldt als patroon van een goede dood, omdat hij, zoals de volksvroomheid wil, bij zijn dood door Jezus en Maria werd bijgestaan, een tafereel dat ontelbare malen in de beeldende kunst en op gebedsprenten is voorgesteld.
MR 1970 schakelt dit stuk volksvroomheid uit, maar bidt om de eeuwige gemeenschap met de Heilige Familie, wier voorbeeld wij in het dragen van de zorgen des levens volgen. MR 1970 had het beeld van het tegemoetkomen van Maria en Jozef kunnen vervangen door een of andere voorspraakformule, maar  had  kennelijk motieven om dat niet te doen. Mogelijk is de
onbehaaglijke referentie naar de dood er een van. De moderne mens hoort liever niets over de dood.
Daar tegenover staat dat de tekst van de Postcommunio MR 1970 in stilistisch opzicht de structuur van de Romeinse oratie beter en juister weergeeft en deze ook als communiegebed, waarbij begin en einde nauw met elkaar zijn verbonden, meer recht doet:  Laat hen, die Gij met de hemelse sacramenten verkwikt, de gemeenschap met hen (de H. Familie) voor altijd verwerven. Achter deze bede wordt de eschatologische belofte uit Jo 6 zichtbaar: “Wie mijn Vlees eet en mijn Bloed drinkt, heeft het eeuwige leven en Ik zal hem doen verrijzen op de Jongste Dag” (Jo 6, 54).
B i j b e l s e  c o n t e x t
Mt 11, 28
Venite ad me omnes, qui laboratis, et onerati estis, et ego reficiam vos.
Komt allen tot Mij, die belast en beladen zijt en Ik zal u verkwikken.
Mc 4, 18-19
Et alii sunt qui verbum audiunt, et ærumnæ sæculi, et deceptis divitiarum, et circa reliqua concupiscentiæ introeuntes soffocant verbum, et sine fructu efficitur.
En er zijn weer anderen, die het woord wel gehoord hebben, maar wanneer de zorgen van de wereld, de begoocheling van de rijkdom en de begeerten naar al het andere binnendringen, verstikken ze het woord en zo blijft het zonder vrucht.
P e l g r i m a g e  n a a r  N a z a r e t h
In januari 1964 pelgrimeerde paus Paulus VI (1897-1978) naar het H. Land en bezocht op 5 januari Nazareth, met name de Basiliek van de Boodschap die over het “huisje van Nazareth” is heen gebouwd. Aan zijn aldaar gehouden toespraak over het ‘Voorbeeld van Nazareth’ zijn de volgende fragmenten ontleend:
(…)
Het huis van Nazareth is de school waarin wij het leven van Jezus beter leren begrijpen; het is de school van het evangelie.
De eerste les die wij hier leren, is grote aandacht te hebben voor de diepe en geheimvolle zin van deze eenvoudige, nederige en verheven openbaring van Gods Zoon, deze zin te overwegen en te begrijpen. Misschien leren wij er geleidelijk hoe wij Hem moeten navolgen.
Hier, in deze school, leren wij waarom het noodzakelijk is een geestelijke leefregel te hebben, als men het onderricht van het evangelie wil volgen en leerling van Christus wil worden.

Allereerst een les inzake stilte. Moge de waardering voor de stilte, als bijzondere en noodzakelijke voorwaarde voor de geest, bij ons herleven te midden van zoveel overmatig stemgeluid, overal doordringend lawaai en rumoer waarmee wij bestormd worden in het moderne en jachtige leven. Moge de stilte van Nazareth ons bezinning leren, innerlijkheid en bereidheid om te luisteren naar goede ingevingen en naar lessen van echte leermeesters. Moge die stilte ons de noodzaak en de waarde leren van persoonlijke voorbereiding, van studie en overweging, van eigen innerlijk leven en van gebed dat alleen door God in het verborgene wordt gezien.

Vervolgens is er een les over het gezinsleven. Moge Nazareth ons leren wat het gezinsleven is, zijn liefdesgemeenschap, zijn oprechte en eenvoudige schoonheid, zijn heiligheid en onschendbaarheid. Laten wij van Nazareth leren dat de vorming die men thuis heeft ontvangen, kostbaar en onvervangbaar is. Laten wij leren dat de rol van het gezin in de maatschappij van het hoogste belang is.

Tenslotte is er een les over de arbeid. Hier in Nazareth, woonplaats van ‘de zoon van de timmerman’, zou ik gaarne de strenge en bevrijdende wet van de menselijke arbeid willen verstaan en verkondigen. Hier zou ik het besef willen versterken dat arbeid edel is; ik zou willen beklemtonen dat arbeid geen doel in zichzelf kan zijn, en dat de arbeid zijn vrijheid en adel eerder dankt aan het doel waarvoor hij verricht wordt dan aan zijn economische waarde. Tot besluit wil ik vanhier, vanuit Nazareth, alle arbeiders overal ter wereld groeten en hen wijzen op het grote voorbeeld, hun broeder, de mens geworden God. Hij is de profeet die al hun rechtvaardige belangen behartigt, Christus onze Heer.
S t r u c t u u r a n a l y s e  e n  s t i j l f i g u r e n
1. Quos cælestibus reficis sacramentis,
fac, clementissime Pater,
sanctæ Familiæ exempla iugiter imitari,
2. ut, post ærumnas saeculi,
eius consortium consequamur æternum.
De oratie omvat een ingewikkelde constructie en wordt gekenmerkt door de brevitas romana, de Romeinse beknoptheid. Ritmisch gezien vormt zij  daardoor een mooie bede. Zoals de meeste oraties post communionem is de postcommunio van vandaag eschatalogisch van karakter: zij overschrijdt de begrenzing van tijd en wereld en focust op de eeuwigheid, m.a.w. door het ontvangen van het Lichaam van Christus, God en mens, worden wij in staat gesteld de goede voorbeelden van de Heilige Familie na te volgen en kunnen wij vanuit dezelfde Krachtbron, na de zorgen van de wereld, hun gezelschap bereiken.
De imperativus fac in regel 2 leidt de zin in. De misschien dwingende vorm wordt afgezwakt door de  toevoeging’ clementissime Pater’ die van een passende nederigheid getuigt.  Nu wordt het een complexe constructie: het relativum quos in regel 1,  in de accusativus pluralis, mist eigenlijk een antecedent dat logischerwijs eos zou zijn. Deze accusativus maakt deel uit van een accusativus cum infinitivo constructie die door de infinitivus imitari wordt gecomplementeerd.
Binnen de accusativus cum infinitivo constructie vinden we de  accusativus exempla, pluralis neutrum, die de rol van objectsaccusativus vervult. Sanctae familiae staat als bijvoeglijke bepaling als extra aanvulling bij exempla.
In het tweede deel van de zin, ingeleid door ut, vinden we de bede in de coniunctivusvorm consequamur en door het gebruik van de eerste persoon pluralis wordt het een persoonlijk gebed.
De woordgroep post aerumnas saeculi, bestaat uit de accusativus pluralis aerumnas, die vereist wordt door de praepositie post, aangevuld door een genitivus singularis die een eigenschap  aangeeft. Object van het praedicaat is consortium aeternum dat in een hyperbaton uiteen is geplaatst. Het pronomen personale eius in de genitivus singularis verwijst naar de eerder genoemde Heilige Familie.
S t i j l f i g u r e n
Eindrijm  op is in reficis en sacramentis
Gewone congruentieuitgangen in sanctæ Familiæ en consortium æternum
Hyperbaton (uiteenplaatsing) van consortium . . .  æternum
Alliteratie bij consortium consequamur
Antithese van sæculi en æternum
V o c a b u l a r i  u m
Occurrere, curri en cucurri, cursum, 3
1. tegemoet snellen, lopen 2. tegenwerken, optreden tegen 3. stoten op, aantreffen 4.vóór de geest komen, invallen 5. te hulp komen, tegemoet komen. Herinneren we ons het tekstfragment van het collectegebed van de Eerste zondag van de Advent : ‘Christo tuo venienti iustis operibus occurentes’, uw Gezalfde met gerechte werken tegemoet snellend. Vergelijk ook de frase in de preconciliaire versie van de Postcommunio van dit feest: ‘ut, in hora mortis nostræ occurente gloriosa Virgine Matre tua cum beato Joseph’, opdat in het uur van onze dood de glorievolle Maagd, uw Moeder, en de heilige Jozef ons tegemoet komen’.

Tabernaculum
In de oude Romeinse sacrale taal de naam van de tent buiten de stadsmuren waar door de augures (auguren, vogelwichelaars), priesters de auspicia (“auspiciën)  werden waargenomen:  het aflezen van de wil der goden aan de hand van de vlucht van de vogels. Het Nederlandse woord voor auspiciën is vogelschouw (avis: vogel, spícere, zien). Deze observatie placht plaats te vinden alvoren een comitia werd gehouden.
De comitia was een vergadering van het gehele volk, bijeengeroepen met, zoals boven gezegd, inachtneming van de auspicia door een magistraat die het ius agendi cum populo bezat, met het doel politieke besluiten te nemen, magistraten te kiezen of recht te spreken. In de comitia gold de relatieve meerderheid, behaald in elk van de groepen waarin de comitia waren verdeeld, als één stem in de groepen kwam de meerderheid door hoofdelijke, sinds 131 vC geheime, stemming tot stand. Andere vormen van volksvergaderingen waren contiones  en concilia.
In het Oud-Testamentische Boek Numeri is tabernakel de term voor de tent der samenkomst die dienstdeed als plaats van aanbidding voor de Israelieten en symbool stond voor Gods verblijf in hun midden.genoemd. Het was een verplaatsbare tent;  de Bijbelboeken Exodus, Leviticus en Numeri verhalen hoe de tent werd vervaardigd en in gebruik genomen
volgens de instructies die Mozes van God had gekregen op de berg Horeb.
Zoals het tabernakel met de Ark van het Verbond  voor de Joden symbool stond voor ‘sjechina’, ofwel Gods tegenwoordigheid, staat het christelijke tabernakel als vast onderdeel van het kerkinterieur symbool voor de behuizing van Christus' Werkelijke Tegenwoordigheid (in de vorm van geconsacreerde heilige hosties) en is daarom een van de heiligste voorwerpen in de kerk. Voor het tabernakel of in de onmiddellijke nebijheid brandt een godslamp vanwege de aanwezigheid van de H. Eucharistie.
In het liturgisch taalgebruik wordt het begrip tabernakel  ook gebruikt voor habitaculum of mansio (woning). In Lucas 16, 9 horen we er de echo van: “Zo zeg Ik u ook: Maakt u vrienden door middel van de onrechtvaardige mammon, opdat, wanneeer die u komt te ontvallen, zij u in de eeuwige tenten opnemen (recipiant vos in aeterna tabernacula)”.

Ærumna
Dit substantief komt van ærúmnula hetgeen een soort frame is om lasten gemakkelijker op de rug te kunnen dragen. Vandaar betekent het zware, drukkende last, moeite, kwelling, kommer, verdriet, rampspoed in materiële zin, ofschoon deze condities ongetwijfeld consequenties hebben voor de ziel.

Consortium
Een samentrekking van cum (“met”) en sors (“lot”, “kans”) Een consortium is een verzameling, gemeenschap van goederen of verbreed ook een genootschap, gemeenschap en verbond. In een consortium is sprake van lotsverbondenheid met een groep met wie je een gemeenschappelijke uitkomst, lot of bestemming deelt.

Consequor, consecutus sum 3e coniugatie, deponens
Samentrekking van cum “met” en sequor “volgen, opvolgen, achterna gaan, bijwonen, meegaan, najagen”. Het werkwoord wordt ook verbreed tot het navolgen van een model, een voorbeeld of een autoriteit in zin van gezaghebbend person. We kunnen een voorbeeld navolgen of een idee. Ook kunnen we iemand nabootsen of gehoorzamen. Daarom betekent consequor ook aan iemand of iets gelijk (willen) worden in een bepaalde eigenschap.

Imitor, imitatus sum, 1e coniugatie, deponens
betekent “imiteren” in gedrag, maar ook in het feitelijk copieren van iets.

Exemplum
Allereerst:  nabootsing, beeld, portret, transcript (overschrijfsel), copie en daarnaast in juridische zin “een zaak die moet worden nagebootst, gevolgd in ons gedrag, een precedent”.
De woordkeuze duidt op een krachtig “imiteren, nabootsen” en “navolgen”.
C o m m e n t a a r
Wanneer we naar de kerststal kijken en het goddelijke, koninklijke Kind in de voederbak, een kribbe van ruw hout, zien liggen, realiseren we ons dat het hout van de kribbe een voorafschaduwing van het hout van zijn reddende Kruis. Zijn zelf-ontlediging was een Offer dat onze verlossing door het Kruis mogelijk maakte. Toen Hij stierf voerde de Heer zijn Moeder, een weduwe die op het punt stond haar enige Zoon te verliezen, naar een nieuwe familieband met Johannes, die als het ware in geestelijke zin wees werd bij de Dood van zijn Heer.
Christus bond hen samen in een nieuwe familie, een familie van liefde, een familie van Bloed, ofschoon niet van bloed: “En van dat ogenblik af nam de leerling haar op in zijn huis” (Jo 19, 27). Dit is een christelijke imperatief. Dit is een van Christus’ reddende exempla waarvan Hij de navolging vraagt.
De zondag van vandaag staat tussen Kerstmis en zijn octaafdag, het hoogfeest van Maria, Moeder van God, is. De liturgie van het Kerstoctaaf wordt even onderbroken voor het feest van de Heilige Familie. Een heel mensenleven en zelfs de eeuwigheid zijn onvoldoende om het Mysterie van de Menswording bidden te overdenken, maar nu hebben we acht dagen om onze geest en hart eraan te wijden. Christus werd geboren in deze wereld om ons te verlossen van onze zonden en ons meer volledig aan onszelf te openbaren en ons inzicht te geven in onze zeer hoge roeping  (cf. Gaudium et spes 22). Door zijn menswording en geboorte werd de tweede Persoon van de H. Drieëenheid het volmaakte en zichtbare Beeld van de onzichtbare Vader. In Christus zien wij, die naar Gods Beeld zijn geschapen, duidelijk wie wij zijn, wat wij moeten en kunnen zijn. Christus maakt deel uit van de trinitaire goddelijke gemeenschap. In Hem zijn wij allen broeders en zusters geworden en noemen en hebben wij God tot hemelse Vader. In Christus bezitten wij ons volmaakte voorbeeld,  niet alleen als individu, maar ook als groep en volk met een gemeenschappelijke roeping tot heiligheid. De menswording van Jezus Christus werd ons geschonken dank zij het ‘Fiat’ van Maria. Zij is de Moeder van heel de Persoon van Jezus, God en mens, en bijgevolg Moeder van God. Tijdens dit kerstoctaaf  bidden we tot we Christus met Maria en zijn aardse vader Jozef in het hart van het gezin van Nazareth. Onze familie en gezin vormen ons en is de bouwsteen voor de relatie tussen man en vrouw, geschapen naar Gods Beeld en gelijkenis, gemaakt om te leven zoals Hij.
Wij zijn allen kinderen van Adam en Eva, wier godsgelijkheid door de zondeval was misvormd. Door het onverkort aannemen van de menselijke natuur heeft Jezus, God-Mens , zich in zekere zin met iedere mens verenigd. Wij zijn kinderen geworden van God de Vader.
Van de ene kant herinnert de Postcommunio ons aan onze gevallen natuur, van toen en ook van nu, met al zijn moeilijkheden (ærumna) en waarvoor we ook de kracht vragen deze dapper te verdragen: “da nobis, Domine, ærumnas vitæ fortiter sustinere”, bidt de Kerk in de Preces van de Lauden op het feest van de H. Stephanus. Van de andere kant raakt onze gevallen natuur onze hemelse familie, wordt er door hersteld en geheiligd. Jezus heeft ons niet alleen een voorbeeld gegeven, hoe wij in zijn voetspoor kunnen treden, maar Hij heeft ons ook een weg gebaand  en voor ons het leven verdiend door ons te ontrukken aan de dienstbaarheid aan zonde en duivel.
De terminologie van de Postcommunio  die op imitatio focust onderstreept, zoals boven gezegd, dat we niet zonder hulp in dit leven behoeven te zijn. We maken deel uit van een aardse en hemelse familie, reeds gerealiseerd maar nog niet voltooid. Christus verkoos te leven in een gezin toen Hij zijn werk van verlossing begon.   Door navolging en praktijk ontwikkelen we deugden, bouwen we ons met Gods hulp op tot volwassen en heilige personen en gemeenschappen.  Er zijn bitterheden,  zorgen, eenzaamheid en ook de lasten van anderen te dragen, roep daarbij echter niet alleen het hout van de kribbe maar ook het hout van het kruis in herinnering.
De familie en het gezin zijn gebonden aan de vreugde van de Geboorte van Christus maar ook aan zijn Offer op Calvarië.  Wij, christenen, “werpen ons lot” met ieder ander (consortium), dragen elkanders lasten (ærumna). Terwijl de soldaten  het lot wierpen over het kleed van Jezus  en Hij alleen was, zoals niemand alleen was geweest, bracht Hij zijn Moeder en de geliefde leerling samen in een nieuwe familie, een familie van liefde. Dat is het voornaamste gebod en het voornaamste exemplum dat Jezus ons heeft gegeven en tot navolging oproept.
Laten we op de vooravond van Nieuwjaar, dat begint met het Hoogfeest van Maria, Moeder van God, het Te Deum naar Romeinse traditie bidden of zingen, een uitermate geschikte manier  om te erkennen dat alle goede gaven van God komen.