Hoe en waarom is Jezus ten hemel opgestegen?
“De Heer Jezus werd ten hemel opgenomen
en zit aan de rechterhand van God“ (Mc
16,15) zo horen we in het Evangelie van dit hoogfeest dat in sommige bisdommen
of parochies op deze zondag wordt gevierd.
De dagen en jaren
van Jezus‘ leven en werk schitterden door wonderen. Maar veel wonderbaarder dan hetgeen Hij in de mensen
had bewerkt was dat wat na zijn Dood met Hem gebeurde. Het is zijn glorierijke
Verrijzenis uit de doden en zijn wonderbaarlijke Hemelvaart(1). Deze Hemelvaart
is niets anders dan de voortzetting van het wonderlijke leven van Jezus in de
tijd na zijn Verrijzenis.
De Hemelvaart van
Jezus is qua plaats en tijd vastgelegd. De plaats is de Olijfberg. Waarom juist
deze plaats? Blijkbaar verbindt God met deze Hemelvaart een bijzondere
betekenis. Hij zou ons hiermee kunnen tonen dat wie volhard heeft in het lijden
ook in de hemel kan worden opgenomen. In de Hof van Olijven – aan de voet van
de Olijfberg - is het Lijden van Jezus immers begonnnen. De dag van Jezus‘
Hemelvaart is ook in de tijd vastgelegd: niet 31, niet 39 dagen, maar 40 dagen
na zijn Verrijzenis is Jezus ten hemel opgestegen om alle mythische
beredeneringen te niet te doen. De Hemelvaart van Jezus ligt vast naar tijd en
plaats. Jezus is als Mens naar de hemel opgegaan; als God had Hij deze nooit
verlaten. Als Mens is Hij de heerlijkheid van de Vader binnengegaan. Door dit
heilsmysterie is Jezus met gerechtigheid gekroond, die Hij door zijn weergaloze
gehoorzaamheid had verdiend. Nu kan
iedereen zien dat er een gerechtigheid is. Hij die geschonden, gesmaad en
veroordeeld werd, wordt nu door de Vader in de heerlijkheid van de hemel
opgenomen.
Wanneer de
gebeurtenis van Jezus’ Hemelvaart zó beschreven wordt dat Hij opsteeg, is dit
niet omreden dat de hemel boven en de hel beneden is. Dat zijn beelden. De
wolkenhemel waarin de vliegtuigen hun traject afleggen en de vogels cirkelen is
niet de hemel als de aan God voorbehouden werkelijkheid. De hemel waarover we
hier spreken is, in het Engels uitgedrukt heaven,
en niet sky. Sky is de wolkenhemel, heaven
is de aan God voorbehouden werkelijkheid en daarheen is Christus opgestegen.
Deze werkelijkheid kan niet met een plaats worden benoemd, we weten alleen dat
deze realiteit al onze ervaringen overstijgt.
Hij steeg ten hemel
uit eigen kracht. Hij had geen wagen nodig zoals Elias, en ook geen engelen
zoals de profeet Habacuc. Uit eigen kracht, uit kracht van zijn goddelijke
natuur is de mens Jezus in de hemel opgenomen. Dat is de Hemelvaart van Jezus.
Ook het heelal van
de ruimtevaarders is niet de hemel van God. God gaat heel de waarneembare
werkelijkheid te boven, Hij is niet alleen boven de aarde, Hij overstijgt ook
de hemelen. Deze waarheid drukt de Kerk in de liturgie van H.Mis en
Getijdengebed uit als zij bidt: „God, U hebt uw Zoon boven alle hemelen
verheven“, dus niet tot de hemelen en ook niet tot de hemel die we zien en
evenmin het heelal, maar boven álle hemelen is Jezus opgenomen. Ons wereldbeeld
kan dus ons geloof in de Hemelvaart van Jezus niet te niet doen, maar verdraagt
zich ermee. Jezus overstijgt ieder wereldbeeld, want de hemel waarnaar Hij
opstijgt is een goddelijke werkelijkheid.
Waarom is Jezus ten
hemel opgestegen? Waarom is Hij in de heerlijkheid van God opgenomen? De H.
Schrift geeft hierop een viervoudig antwoord: Op de eerste plaats is Hij ten
hemel opgestegen om de hoogste heerlijkheid te verwerven. Hij zou door de
Hemelvaart aan de rechterzijde van de Vader worden verheven, dat wil zeggen dat
Hij de hoogste heerlijkheid van God zou ontvangen. Hij zou als Mens de
heerlijkheid van God binnentreden. Zo spreekt immers de Brief van de H.Paulus
aan de Efesiërs: “Hij die is neergedaald is Dezelfde die ook is opgestegen hoog
boven alle hemelen“ (4,10) – boven alle hemelen! – om het heelal te vervullen“.
Hij is de heerlijkheid van de Vader binnengegaan. Men ziet dat God de
Gerechtigheid is. Hij heeft zijn Dienaar niet tot ontbinding laten overgaan,
Hij heeft Hem uit het graf geroepen en aan zijn rechterhand verheven. Dit is de
eerste reden van de Hemelvaart van Jezus Christus.
De tweede reden waarom
Jezus ten hemel is opgestegen ligt in de zending van de Heilige Geest. Kon de
Geest dan niet tevoren komen? Nee, de Geest moest eerst worden ontbonden Jezus
moest eerst worden ontbonden door uit de verheerlijkte menselijke natuur te
voorschijn te treden. Jezus zegt dit ook in het Evangelie van Johannes: “Ik zeg
u de waarheid: het is goed voor u dat ik heenga; want als Ik niet heenga zal de
Helper niet tot u komen. Nu Ik wel ga zal Ik Hem tot u zenden“ (Jo 151,7). Hij is ten hemel opgestegen
om ons het geschenk van de H.Geest te geven. Nu stroomt Hij uit door de
verheerlijkte natuur van Jezus.
Verder is Jezus naar
de hemel opgestegen om de Vader voor ons te smeken. Wij hebben een Voorspreker
nodig die voor ons ten beste spreekt en voor ons bemiddelt. Nu hebben wij Hem,
Jezus Christus, de Mens, bij de Vader in de hemel. Hij is nu onze Voorspreker
bij de Vader zoals Johannes in zijn 1e Brief schrijft: “Kinderen,
dit schrijf ik u, opdat gij niet zoudt zondigen. En mocht iemand zondigen, dan
hebben wij een Voorspreker bij de Vader, Jezus Christus, de Rechtvaardige“ (1 Jo 2,1).
De laatste reden van
de Hemelvaart is dat Jezus voor ons de hemel toegankelijk wil maken, dat Hij
ons een woning in de hemel wil bereiden. “In het huis van mijn Vader zijn vele
wo- ningen“, zegt Jezus in zijn afscheidsrede. Indien dit niet zo was, zou Ik
het u hebben gezegd, want Ik ga heen om een plaats voor u te bereiden“ (Jo 14,2-3). Hoe troostvol zijn deze
woorden: “Ik ga heen om een plaats voor u te bereiden“. We herinneren ons ook
de prefatie van de uitvaartmis waar gezegd wordt: “Gij neemt het leven, God,
niet van ons af, Gij maakt het nieuw. En
als ons aardse huis, ons lichaam wordt afgebroken, heeft Jezus al een plaats
voor ons bereid in uw huis, om daar voorgoed te wonen“. Hier wordt het woord
vervuld dat de Heer bij zijn afscheidsrede heeft gesproken: “Ik ga heen om een
plaats voor u te bereiden.“
Jezus is het Hoofd,
wij de ledematen van zijn Mystieke Lichaam dat dxe Kerk is. Waar het Hoofd is
daar ligt ook de bestemming van de ledematen. Christus is reeds in de hemel,
daarheen willen wij Hem volgen. Hij wacht daar op ons. Na onze dood zullen wij
eerst tot Hem komen met onze ziel en ook dat is iets geweldigs, iets
onbegrijpelijks en iets heerlijks. Maar dit is nog niet de definitieve
toestand, immers, zoals het in de Handelingen van de Apostelen heet: “De hemel
moest Hem opnemen tot de tijd van het herstel van alle dingen, tot zijn
wederkomst plaatsvindt“ (cf Hand
3,21). Dan zullen wij ook met het verheerlijkte lichaam in de heerlijkheid van
God worden opgenomen.
Nog is ons oog
versluierd, nog is ons leven in Christus verborgen. Maar wanneer Christus, ons
leven, verschijnt, zullen wij met Hem de
heerlijkheid van de Vader binnengaan.
(Onder dank ontleend aan prof. dr. G.May, Homilie op
Hemelvaart 2001)
(1)
Per admirabilem Ascensionem tuam…Door uw wonderbaarlijke Hemelvaart.. (Litanie van alle
Heiligen tijdens de processie op de drie Kruisdagen vóór het hoogfeest van
Hemelvaart