zondag 7 augustus 2022

Preek van onze Pastoor op Thabordag 2022 het wordt niks zonder lijden en kruis.

 


Het feest van vandaag, dat van de gedaanteverandering, wordt in het Latijn met ‘transfiguratio’ aangeduid. Letterlijk betekent dat: iets dat door een figuur heengaat. Eigenlijk geeft dat ook beter weer wat er bedoeld is. Dat het niet zozeer een uiterlijke glans is die over Jezus heen valt, als wel een innerlijke glans die hem doet stralen. Daarbij moet je eerder denken aan een gebrandschilderd raam, zo’n raam waarvan we er hier gelukkig veel hebben. Zolang het donker is, zie je niets. Maar als het licht er doorheen schijnt, dan zie de prachtigste kleuren. Hoe sterker echter het licht, des te meer vervagen de kleuren. Fotografen weten dat: je kunt van een gebrandschilderd raam geen mooie foto maken als er teveel zonlicht is. Zo was het ook bij Jezus’ gedaante verandering: zijn kleren werden verblindend wit. Zo verrukt was Petrus over wat hij zag dat hij onmiddellijk drie tenten wilde bouwen. Dat schitterende wilde hij vasthouden. Hij wist echter niet wat hij zei, zo voegt Lucas eraan toe. Zo overdonderd was hij blijkbaar door dat het licht dat Jezus doorstraalde, het licht dat Hem min of meer verblindde. En dat terwijl het eerder nog zo donker was …  

Zo donker? Het evangelie begint eigenlijk met de woorden: ‘ongeveer acht dagen later …’. Wat was er een week eerder dan gebeurd? Toen had Jezus aan zijn leerlingen voorzegd dat Hij veel zou moeten lijden, dat Hij verworpen zou worden door de leiders van Israël, en dat Hij gedood zou worden. Dat hadden ze toen nog niet kunnen plaatsen, ook al had Jezus eraan toegevoegd dat Hij drie dagen later zou verrijzen. Zoiets mag U nooit overkomen, zou Petrus later in de andere context uitroepen. Dat verhoede God! En toch: het hoort er bij, niet alleen bij óns leven, maar ook bij dat van Jezus. Het maakt zelfs wezenlijk onderdeel uit van zijn zending, van de manier waarop Hij ons zou redden: door lijden en kruis op zich te nemen zou Hij ook ons brengen tot de heerlijkheid van zijn verrijzenis en eeuwig leven. Lijden en kruis - ook Mozes en Elia hadden het er over, daar boven op die berg. Zij spraken met Hem over zijn heengaan, over het heengaan dat Hij in Jeruzalem zou voltrekken. Hetzelfde heengaan als waarover Jezus een week eerder nog met zijn leerlingen had gesproken. Niet allen toen, ook nu was dit onderwerp niet aan hen besteed: slaap had hen overmand, die slaap die ons afsluit van de vaak harde werkelijkheid van ons leven. Wij willen er niet van weten, laat staan dat we het kunnen begrijpen. Waarom moest Jezus dat alles eerst lijden om in zijn glorie binnen te kunnen gaan? Waarom moet een graankorrel eerst sterven om vrucht te dragen? Waarom moet je je leven eerst verliezen om het daarna terug te vinden? Waarom moet je door lijden en kruis heen om tot het ware leven te komen? 

Laten we nog eens goed naar die mooie gebrandschilderde ramen hier kijken. Het zijn niet alleen maar  mooie kleuren die we zien, we zien niet alleen maar glas, ook lood. Het is juist het lood dat de verschillende stukjes glas tot een geheel maakt, als een soort frame. Geen vormeloze massa van gekleurd glas maar gekleurd glas op kunstzinnige wijze met elkaar verbonden. Maar wel pas tot zijn recht komend als het licht erdoor heen schijnt. Pas als het licht er door heen schijnt vallen niet alleen de kleuren op, maar zie je ook de zwarte loodlijnen des te duidelijker. De zwarte lijnen die symbool staan voor alles wat ons leven lijkt te doorkruisen. Natuurlijk houden we liever van rozengeur en maneschijn, maar alleen maar wat losse stukje gekleurd glas heb je niks. Die losse stukjes moeten eerst nog eens met elkaar verbonden worden. En dat doet lijden en kruis. Wie in zijn leven nog nooit met lijden en kruis in aanrekening is geweest, die mist diepgang in zijn leven, de diepgang die nodig is wil je het leven als een serieuze aangelegenheid beschouwen,. Niets gaat nu eenmaal vanzelf, ook ons leven niet. Soms moet je er iets voor doen, maar vaker nog moet je er iets voor laten, wil het iets worden, iets waar je je niet voor hoeft te schamen, ja zelfs iets waar je trots op kunt zijn. Vooral de heiligen hebben dat in en door hun leven laten zien. En ook Jezus liet dat zien, niet alleen in en door zijn verrijzenis, maar ook in en door zijn gedaanteverandering die wij vandaag vieren. Het gaat niet, het wordt niks zonder lijden en kruis. Dat wij lijden en kruis niet uit ons leven proberen bannen maar het aanwenden om van de verschillende aspecten ervan tot een harmonisch geheel te maken.


vrijdag 5 augustus 2022

Vandaag vieren wij ons naamfeest! Priorij Thabor!


“In lumine tuo” - In uw licht – staat er op het zegel van de priorij Thabor.  Het zijn de beginwoorden van de tweede helft van vers 10 uit psalm 35 dat voluit luidt: “et in lumine tuo videbimus lumen” – “en in uw licht zullen wij het licht zien”. Dit is een goede levensopgave voor ieder die op een Thaborberg woont maar ook een getuigenis van hen die met de ogen van het geloof het Licht van God reeds hebben gezien en verlangen dat te blijven zien. „Door de menswording van Gods Woord is voor de ogen van onze geest een nieuw licht van zijn heerlijkheid opgegaan. God zichtbaar kennend, worden wij weggesleurd naar liefde voor de onzienlijke dingen” (prefatie).

Het verlangen Christus met onverhuld gelaat te mogen aanschouwen drukt de liturgie van het feest van de Gedaanteverandering in het intredelied met de woorden van Psalm 26,8-9 als volgt uit: “Naar U gaat mijn hart uit: U wil ik zien; uw gelaat, Heer, wil ik aanschouwen” en de liturgie preciseert dit nog iets nader met een tekst uit het Boek der Wijsheid (7,26) in het Alleluiagezang: “Hij is de afglans van het eeuwig licht, de spiegel zonder smet en het beeld van zijn goedheid”.

Ook “ons allen is het gegeven met onverhuld gelaat de glorie van de Heer aanschouwen en zo herschapen te worden tot steeds heerlijker gelijkenis met Hem, want het is de Geest van de Heer die dit bewerkt” zegt de H. Paulus in 2 Kor 3,18. Daarnaast dragen wij altijd het sterven van Jezus in ons lichaam mee en moet zijn leven in ons lichaam steeds opnieuw openbaar worden (Cf  2 Kor 4,10).


"Deze is mijn Zoon, mijn Welbeminde, in Wie Ik mijn welbehagen heb: Luistert naar Hem" H. Leo de Grote

Uit Preek 51 van de H. Leo de Grote, paus, op het mysterie van de Transfiguratie van Christus
(Slot van de lectio altera op de tweede zondag van de Veertigdagentijd)

Moge dan volgens de prediking van het allerheiligste Evangelie het geloof bij allen bevestigd worden, en laat niemand zich schamen voor het Kruis van Christus, waardoor de wereld is verlost.

En laat ook niemand ofwel vrezen iets te moeten lijden voor de gerechtigheid, ofwel wantrouwend staan tegenover de vervulling van de belofte, want door de arbeid komt men tot de rust en door de dood gaat men over tot het leven. 
Omdat Hij alle zwakte van onze onbeduidendheid op zich genomen heeft, zullen wij in Hem overwinnen wat Hij overwonnen heeft, en ontvangen wat Hij beloofd heeft, als wij Hem blijven belijden en beminnen.

Daarom, hetzij om zijn geboden te onderhouden of tegenslagen te dragen, altijd moet de Stem van de Vader, die er aan vooraf ging, in onze oren blijven klinken: Deze is mijn Zoon, mijn Welbeminde, in Wie Ik mijn welbehagen heb: Luistert naar Hem.

(Preek 51, 3-4. 8: PL 54, 310-311. 313)

De Kerkberg aan de Roer (NL) en de Berg Thabor in het Heilig Land


DE KERKBERG AAN DE ROER (NL) EN DE BERG THABOR IN HET HEILIG LAND

In 1965/1966 werd de autonome priorij op de Kerkberg in Sint Odiliënberg officieel krachtens besluit van de Heilige Stoel naar de berg Thabor in het Heilig Land vernoemd. Daarvóór was de verwijzing naar de berg Thabor echter al eeuwenlang ingebed in de plaatselijke traditie. Op de heilige Berg Thabor voltrok zich de Transfiguratie (de Gedaanteverandering) en aanschouwden de apostelen Petrus, Johannes en Jacobus hoe Jezus veranderde in een hemelse gestalte en vergezeld werd door de profeten Mozes en Elia.
Matt. 17, 1-9
1 Zes dagen later nam Jezus Petrus, Jakobus en diens broer Johannes met zich mee een hoge berg op, waar Hij met hen alleen was. Voor hun ogen veranderde Hij van gedaante. Zijn gezicht ging stralen als de zon en zijn kleren werden wit als licht. 3 Opeens verschenen hun Mozes en Elia, in gesprek met Hem. 4 Petrus zei daarop tegen Jezus: ‘Heer, het is maar goed dat wij hier zijn. Als U wilt, zal ik hier drie hutten maken, voor U een en voor Mozes een en voor Elia een.’ 5 Hij was nog niet uitgesproken of daar kwam een lichtende wolk die hen overdekte, en opeens klonk er een stem uit die wolk: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in wie Ik vreugde vind. Luister naar Hem.’ Toen de leerlingen dat hoorden, wierpen ze zich op de grond en werden ze vreselijk bang. 7 Jezus kwam naar hen toe, raakte hen aan en zei: ‘Sta op en wees niet bang.’ 8 Toen ze hun ogen opsloegen, zagen ze niemand meer dan Jezus alleen. 9 Terwijl ze van de berg afdaalden, gebood Jezus hun: ‘Vertel niemand van dit visioen voordat de Mensenzoon uit de doden is opgewekt.’



De ligging van de Sint Petrusberg - eenzaam oprijzend in een glooiend landschap - en de daar eeuwenoude aanwezige sacrale cultus, onttrokken aan het wereldse bedrijf en dus geschikt voor contemplatie, riepen welhaast als vanzelf een identificatie met de heilige berg Thabor in Palestina op.


Een vondst bij de opgravingen in 1878 (1) op de Kerkberg in de aanloop naar de kerkrestauratie 1880-1886 bevestigt deze traditionele identificatie van de Kerkberg met de berg Thabor. Men ontdekte twee reliëfs (2) in Romaanse stijl van kolenzandsteen met de figuren en de namen van de apostelen Joannes en Jacobus.  Deze apostelen waren met de apostel Petrus  - de oude kerkpatroon van Sint Odiliënberg tot 1686 - aanwezig bij de Gedaanteverandering van Christus op de berg Thabor.
Van de hoofdfiguur van deze groep, de apostel Petrus, werd geen reliëf aangetroffen. Mogelijk had zijn beeld als patronus ecclesiæ  een meer centrale plaats in het interieur, bijvoorbeeld op het aan de H. Petrus toegewijde hoofdaltaar. Gedateerd begin 12e eeuw en kunsthistorisch verwant met producten uit de Maastricht-Luikse school (3) waren deze twee reliëfs blijkbaar bij de kerkrestauratie van 1680-1686 niet meer in de toen door pastoor W. Basel gerestaureerde kerk opgenomen: vermoedelijk  zijn  de reliëfs relicten van de in de loop van de 12e eeuw gebouwde Romaanse kerk. Hoe deze  waardevolle reliëfs in de grond terecht zijn gekomen, is niet bekend en vraagt nader onderzoek.

De Akense beeldhouwer W.Pohl vervaardigde tijdens de restauratie van 1880-1898, in opdracht van pastoor M. Willemsen (1878-1904), replica’s van deze reliëfs en bovendien in dezelfde stijl vier nieuwe reliëfs voorstellende de apostel Petrus en de drie Bergse heiligen: Wiro, Plechelmus en Otgerus. Deze drie dubbelbeelden - waarbij de drie apostelen van de Thaborberg en de drie ‘apostelen’ van de kerkberg van Sint Odiliënberg als een zichtbare eenheid werden bijeengebracht - kregen hun plaats op het parochiealtaar dat aan de H.Wiro was toegewijd en dat zich bevond  in het midden van de scheiding tussen koor en schip. Aan de schipzijde werden de nieuwe reliëfs van de drie Bergse heiligen geplaatst  en aan de koorzijde – ziende naar het daar staande hoogaltaar -  de twee replica’s van de twaalfde-eeuwse reliëfs van Jacobus en Johannes, samen met de in dezelfde stijl vervaardigde afbeelding van de apostel Petrus (4).
dubbelbeelden voor en achter, replica in Mariakapel op de Kerkberg, origineel in Rijksmuseum Amsterdam, daar niet geëxposeerd.
In een verslag van de “Kunstreis van het St. Bernulphus-Gilde naar Limburg” (5) met een bezoek aan de kerk van Sint Odiliënberg op 1 juni 1888, worden de 12e-eeuwse beelden van de Apostelen Johannes en Jacobus met de ‘Thaborapostelen’in verband gebracht: “…met het beeld van den kerkpatroon, de H.Petrus, die zich zeker binnen de kerk bevond, hebben wij hier derhalve Apostelen van den Thabor, om ons te herinneren dat ook deze berg de Thabor was, waar de heerlijkheid Gods aan de HH. Wiro, Plechelmus en Otgerus verschenen is” (!)

Getuige een bidprentje van het overlijden van Zuster Lucia (Elisabeth van Melick, * Melick 1867- St. Odiliënberg 1897) (6) werd het H. Grafklooster  ‘klooster Thabor’ genoemd. Ook in de beleving van de bewoners van plaats en regio werd bovengenoemde parallel getrokken: “Wie zal ons zeggen”, roept een predikant bij het Twaalfhonderd Jubileum [1910] van het sterfjaar van de H. Wiro uit, “hoevelen de heilige berg bezochten, tot de drie mannen kwamen, Wiro, Plechelmus en Otgerus, die, evenals de Apostelen op de berg getuigen waren van ’s Heren Gedaanteverwisseling, getuigen waren van een andere transfiguratie, welke de Heer in zijn oneindige barmhartigheid bewerkte in de zielen van de zondaars op mystieke wijze door zijn heilig Lichaam en Bloed, en die van de Petrusberg een nieuwe Thabor maakte?” (7)

Binnen de kanonikale orde van het H.Graf bestaat de traditie priorijen te vernoemen naar de H. Plaatsen, de plaatsen in het H.Land die door een bijzondere band met het leven en sterven van Jezus verbonden zijn, zoals Bethlehem, Jeruzalem, Olijfberg, Sion, H.Kruis, Calvarië, Emmaus, Cedron enz.  De naam Thabor past ook in dit licht perfect in de traditie van de orde.

Tot op de dag van vandaag kan iedere bezoeker ervaren dat op de in het oog springende Kerkberg aan de Roer een sfeer van sacraliteit en eeuwenlang gebed heerst. Het is een plaats waar ietwat onttrokken aan de beperkingen van tijd en plaats, hemel en aarde elkaar even raken, zoals eens bij de Gedaanteverwisseling op de berg Thabor; een plaats die uitnodigt tot gebed, een plaats waar Gods stem ons kan raken, zoals die op de berg Thabor tot de door Jezus meest geliefde apostelen sprak: ‘Dit is mijn Zoon, mijn welbeminde, in wie Ik vreugde vind. Luister naar Hem”.

(1) Bericht in de Maas- en Roerbode, zaterdag 6 juli 1878
(2) Twee smalle stroken van kolenzandsteen, resp. 125 en 130 cm hoog, rond 28 cm breed en 20 à 21 cm dik. De bewerking van de rugzijde leidt tot de conclusie dat zij opgesteld stonden tegen een wand of een of ander architectuuronderdeel. Een andere veronderstelling is dat zij deel uitmaakten van een altaarretabel (Von Fisenne). Cf. Dr. J.J.M. Timmers, De kunst van het Maasland, I, De Romaanse periode. Van Gorcum Assen i.s.m. Stichting Maaslandse Monografieën, 1971, pp. 283-286 met illustraties.
(3) Cf. M. Hoogesteijn, Romaans beeldhouwwerk in Utrecht en de relatie met Maastricht en Luik. Scriptie ter afsluiting van propedeusewerkgroep II. Collegejaar 1989/1990, Leiden-Amsterdam, 1990, p. 12.
(4) Dr. C.A.A. Linssen, Pastoor M.A.H. Willemsen van Sint Odiliënberg 1831-1904. Een schets van leven en werken. Overdruk uit: Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Limbourg 128 (1992), 121-184, p. 158.
(5) Verzamelband Gildeboeken van het St. Bernulphus-Gilde 1885-1889. Catharijnenconvent Utrecht, 27.
(6) Archief Priorij Thabor. Dochter van Engelbertus van Melick en Cunegondis Roemen, Melick. Intrede te Bilzen, 6 jan. 1890 en eeuwige professie aldaar 22 sept. 1891. Op 18 sept. 1896 naar Sint Odiliënberg en ter plaatse overleden op 17 okt. 1897 aan tbc.
(7) Cf. Dr. J.E.H. Menten, De Apostelen van den Sint Petrusberg. Feestgave bij gelegenheid van het Twaalfhonderdjarig Jubileum van den H. Wiro, te Sint Odiliënberg. Roermond, 1910, p. 22.

Messiaen - La Transfiguration de Notre Seigneur Jesus-Christ

Gebedsintenties Kerkberg Gebedsgroep augustus 2022 -18

  

U kunt Uw gebedsintenties opgeven per e- mail (gebedsgroep@kerkberg.nl), per post, telefonisch, per ijlbode, of hoe dan ook. Wij bidden graag voor Uw gebedsintenties en zorgen desgewenst voor het opsteken van Uw kaarsein de Basiliek!

Wij bidden namens de gemeenschap voor de gemeenschap tot eer van God en heil van mensen!

Wij vragen daarbij de voorspraak van de HH. Wiro, Plechelmus en Otgerus, de H. Odilia en de H. Maria Magdalena, op wiens voorspraak vanaf de zevende eeuw op deze Berg gebeden is door vele monniken, kanunniken, diocesane priesters, kanunnikessen en andere gelovigen.

Hartelijk dank voor Uw bereidheid met ons mee te bidden! (*kaarsintentie)

Wij bidden:
om zegen over een huwelijk*
uit dankbaarheid*
voor degenen die worstelen met hun levensomstandigheden en geen uitweg zien
voor alle mensen die worstelen om de eindjes aan elkaar te knopen
dat alle priesters en religieuzen zich aan hun geloften houden
voor alle ondernemers die het moeilijk hebben
voor een kindje dat is aangereden in Italië en zijn ouders en andere dierbaren
om een goede medische behandeling die heelt
voor een hoogbejaarde zuster die corona heeft gekregen en haar zus
voor de kleine Archie Battersbee en zijn ouders
uit dankbaarheid bij diverse verjaardagen
Gods zegen over het nieuwe levensjaar.
voor de gezondheid van de zusters
Voor een nichtje die in verwachting is en voor het kindje.
om goede roepingen voor de Priorij en om zegen over alle Zusters.
om vrede in Oekraïne en in álle oorlogsgebieden.
voor een goede verdeling van voedsel over de wereld.
dat de wereldleiders regeren naar Gods bedoelingen.
voor mensen die vermist worden: dat zij weer veilig terug mogen zijn bij hun dierbaren.
om een goed resultaat van een medische behandeling
om genade bij al onze handelingen
dat mensen Gods roeping in hun leven ontdekken en toelaten
om veiligheid in het verkeer
voor de slachtoffers van de overstromingen in Kentucky
uit dankbaarheid bij geboorte gezond kind en gezonde moeder
dat studentenverenigingen alle mensen in hun waarde laten en optreden tegen schendingen van andermans waardigheid
dat alle protestacties veilig zijn
om uitzicht voor alle boeren op eerlijke oplossingen
om zegen over alle mensen die werken in de zorg
om vrede
voor alle slachtoffers van rampen overal ter wereld
voor een gezin waarvan drie leden zijn verdronken op het Veluwemeer
voor allen die thuis of elders hun vakantie doorbrengen, dat ze een fijne tijd met het gezin kunnen doorbrengen en weer veilig thuis mogen komen
voor degenen die niet op vakantie gaan en dat wel zouden hebben gewild
dat beschieting van woningen in Rotterdam en Oss mogen ophouden
voor twee Nigeriaanse priesters die zijn ontvoerd en van wie er een is gedood
uit dankbaarheid dat een ongeval op de Maas in Rotterdam goed is afgelopen
uit dankbaarheid om gebedsverhoring
dat de bosbranden mogen doven
voor onze engelbewaarder
uit dankbaarheid om een mooie viering van Odiliazondag
voor alle slachtoffers van geweld in hun directe omgeving
uit dankbaarheid
dat op voorspraak van de H. Camillus alle zieken, gehandicapten en ouderen liefdevol de zorg krijgen die ze nodig hebben
voor alle weldoeners van ons klooster
voor al onze catechesekinderen
voor alle dementie-patiënten en hun dierbaren, om troost en kracht
om vrede overal
dat pijnklachten tot een einde mogen komen
uit dankbaarheid om een gunstige medische uitslag
op voorspraak van de heilige Odilia voor oogproblemen van een zieke priester

om vrede in Oekraïne
voor de zielenrust van John Verkooyen en troost en steun voor zijn dierbaren
voor een bevriende pastoor in het bisdom Haarlem
Om inzicht in levensroeping
voor een zieke zuster
de levende en overleden kanunnikessen van het H. Graf
voor vervolgde christenen overal ter wereld
Dat de Notre Dame zo spoedig mogelijk weer een levende ontmoetingsplaats met God in de wereld mag zijn
voor Mgr. Camillo Sarko, zijn parochie van de H. Petrus Claver en zijn parochianen in Ghana
Om zegen over twee hoogbejaarde zusters-zussen, van wie er een op sterven ligt
Om een donornier
Om degelijke postulanten voor ons klooster
Om verhoring van de gebedsintenties van de Gebedsgroep van de Kapel In't Zand
om zegen over de mensen in het dorp en de andere dorpen van Roerdalen en al hun noden
Voor onze burgemeester
voor vervolgde christenen overal ter wereld
Voor degenen die onvoorbereid sterven
Voor onze deken
Voor onze bisschop
dat wij vanuit onze positie al het mogelijke doen om de wereld te her-evangeliseren

woensdag 3 augustus 2022

Schubert: Du bist die Ruh', Op. 59 No. 3, D. 776 Voorproefje van het concert zondagmiddag.



zie ook deze link: 

De Pastoor van Ars over het kruisteken:

In de Naam van de vader, de Zoon en de Heilige Geest…
Voor de duivel is het kruisteken iets verschrikkelijks, omdat wij aan hem ontkomen door het kruisteken . . . Met grote eerbied moeten wij het kruisteken maken. Men begint bij het hoofd waarmee op het Hoofd, de schepping, de Vader wordt gewezen. Dan volgt het hart: de Liefde, het Leven, de Verlossing – de Zoon; tenslotte de schouders: de Kracht – de Heilige Geest. Alles herinnert ons aan het kruis. Wij zijn zelf in de vorm van een kruis geschapen.

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Ad Officium lectionis Die 4 augusti Ioannis Mariæ Vianney, Presbyteri. Officium hominis pulchrum: ut oret ac diligat. De schone plicht van de mens is: bidden en beminnen.


Memoria
 Lectio altera

Ex catechési sancti Ioánnis Maríæ Vianney presbýteri
(Catéchisme sur la prière: A. Monnin, Esprit du Curé d’Ars, Paris 1899, pp. 87-89)
Tweede lezing
Uit het catechetisch onderricht van de H. Johannes Maria Vianney, priester [1786-1859],
Pastoor van Ars
(Catéchisme sur la prière: A. Monnin, Esprit du Curé d’Ars, Paris 1899, pp. 87-89)

De schone plicht van de mens is: bidden en beminnen

Overdenk dit, mijn kinderen: de schat van de christen ligt niet op aarde, maar in de hemel. Daarom moeten onze gedachten daarheen gericht worden, waar onze schat is.

Dat is de schone bediening en plicht van de mens: bidden en beminnen. Als gij bidt en bemint, zie, dat is de gelukzaligheid van de mens op aarde.

Het gebed is niets anders dan de vereniging met God. Wanneer iemand een zuiver hart heeft en met God verenigd is, voelt men in zich een zalving en een zoetheid, die bedwelmt, een licht, dat hem op wonderbare wijze omstraalt. In die innige vereniging zijn God en de ziel als twee vlammende kaarsen, die ineensmelten en door niemand meer te scheiden zijn. Een allerschoonst iets is die vereniging van God met zijn klein schepsel. Het is een geluk, dat niet te begrijpen is.

Wij hadden ons onwaardig gemaakt om nog te bidden; maar God, omdat Hij goed is, stond ons toe met Hem te spreken. Ons gebed is als een wierook, die Hem zeer behaagt.

Mijn kinderen, uw hart is klein, maar het gebed kan het verwijden en het geschikt maken om God te beminnen. Door het gebed krijgen wij een voorsmaak van de hemel, alsof er iets vanuit het paradijs tot ons afdaalde. Nooit laat het gebed ons zonder zoetheid achter; want het is een honing, die in de ziel uitvloeit en die alles zoet maakt. In een goed gebed wordt onze droefheid opgelost, zoals de sneeuw voor de zon.

Ook dit nog bewerkt het gebed, dat de tijd snel voorbijgaat en wel met zoveel genoegen voor de mens, dat zijn duur niet opvalt. Luistert eens. Toen ik nog pastoor was in Bresse en daar eens bijna al mijn collega’s ziek waren, moest ik lange afstanden gaan en bad dan onderweg tot de goede God en – weest er zeker van – de tijd scheen mij niet lang toe.

Er zijn er ook, die zich geheel in het gebed onderdompelen zoals een visje in de golven, zodat zij geheel in de goede God opgaan. Er is geen verdeeldheid in hun hart. O hoe bemin ik die edelmoedige zielen! De heilige Franciscus van Assisië en de heilige Coleta zagen onze Heer en spraken met Hem zoals wij met elkaar spreken.

Wij daarentegen, zo dikwijls wij in de kerk komen, weten niet wat wij er moeten doen of vragen! Maar zo gauw we bij een mens binnenkomen, weten we heel goed waarvoor we komen. Ja, er zijn er zelfs, die tot de goede God schijnen te zeggen: ‘Ik zal maar een paar woorden tot U spreken in de hoop, dat U mij gauw laat heengaan…’ Toch overdenk ik dikwijls deze waarheid: Als wij tot de Heer naderen om Hem te aanbidden, kunnen wij alles verkrijgen wat wij vragen, als wij maar vragen met een levendig geloof en een zeer zuiver hart.






Woorden van de H. Pastoor van Ars

Woorden van de H. Pastoor van Ars

Als u een priester ziet, moet u bij u zelf zeggen: “Hij heeft mij tot Kind van God gemaakt en voor mij door het heilig Doopsel de hemel ontsloten. Hij heeft mij van mijn zonden vrij gesproken en schenkt voedsel aan mijn ziel.”

Onze tong moet slechts voor het gebed zijn bestemd,
ons hart voor de liefde
en onze ogen voor de tranen.

De heilige Communie! … O, welk een eer bewijst God zijn schepsel!

De wereld ziet slechts het leven van de wereld; de christen schouwt in de diepte van de eeuwigheid.

Uit een ziel waarin de Heilige Geest woont, stroomt een wonderbare geur zoals van een wijnstok die bloesem draagt.

Als remedie tegen de bekoringen zijn drie dingen absoluut noodzakelijk:
het gebed, om ons te verlichten,

de sacramenten om ons te sterken en de waakzaamheid om ons te beschermen…

Martyrologium Romanum 4 augustus H. Pastoor van Ars [1786-1859]


Martyrologium Romanum 4 augustus
H. Pastoor van Ars [1786-1859]


De gedachtenis van de heilige Johannes Maria Vianney, priester, die meer dan veertig jaar op bewonderenswaardige wijze de hem toevertrouwde parochie in het dorp Ars bij Belley in Frankrijk bediende door actieve prediking, gebed en zijn voorbeeldige boetvaardigheid. Dagelijks gaf hij catechese aan kinderen en volwassenen, verzoende hij de boetelingen en schitterde hij door een vurige liefde, die hij putte uit de heilige Eucharistie als zijn bron. Hierin maakte hij zulke vorderingen, dat hij zijn raadgevingen wijd en zijd verbreidde en met zijn wijsheid zeer velen tot God bracht.

Liturgy of the Hours August 4 St John Mary Vianney

A Catechism on prayer, by St John Mary Vianney

The noble task of man, to pray and to love

Consider, children, a Christian’s treasure is not on earth, it is in heaven. Well then, our thoughts should turn to where our treasure is.
  Man has a noble task: that of prayer and love. To pray and to love, that is the happiness of man on earth.
  Prayer is nothing else than union with God. When the heart is pure and united with God it is consoled and filled with sweetness; it is dazzled by a marvellous light. In this intimate union God and the soul are like two pieces of wax moulded into one; they cannot any more be separated. It is a very wonderful thing, this union of God with his insignificant creature, a happiness passing all understanding.
  We had deserved to be left incapable of praying; but God in his goodness has permitted us to speak to him. Our prayer is an incense that is delightful to God.
  My children, your hearts are small, but prayer enlarges them and renders them capable of loving God. Prayer is a foretaste of heaven, an overflowing of heaven. It never leaves us without sweetness; it is like honey, it descends into the soul and sweetens everything. In a prayer well made, troubles vanish like snow under the rays of the sun.
  Prayer makes time seem to pass quickly, and so pleasantly that one fails to notice how long it is. When I was parish priest of Bresse, once almost all my colleagues were ill, and as I made long journeys I used to pray to God, and, I assure you, the time did not seem long to me. There are those who lose themselves in prayer, like a fish in water, because they are absorbed in God. There is no division in their hearts. How I love those noble souls! Saint Francis of Assisi and Saint Colette saw our Lord and spoke to him as we speak to one another.
  As for ourselves, how often do we come to church without thinking what we are going to do or for what we are going to ask.
  And yet, when we go to call upon someone, we have no difficulty in remembering why it was we came. Some appear as if they were about to say to God: ‘I am just going to say a couple of words, so I can get away quickly.’ I often think that when we come to adore our Lord we should get all we ask if we asked for it with a lively faith and a pure heart.

dinsdag 2 augustus 2022

Michel Corrette - Les Délices de la Solitude Op. 20 - aanstaande zondag in het concert van het Consortium Basilicale in onze Basiliek

Uitnodiging zondag 7 augustus 2022 om 16.00u Muziek met het Consortium Basilicale in Basiliek Sint Odilienberg - sprankelende muziek die verkwikt, troost en rust geeft. Met voorproefjes

 



De muzikale ontmoeting in de Basiliek Sint Odiliënberg staat op zondag  7 augustus in het teken van kerkmuziek uit heden en verleden.

Naast de kerksonates van Mozart die het Consortium Basilicale onder leiding van Gerard Sars ten gehore zal brengen, staat ook deze keer sprankelende muziek op het programma die verkwikt, troost en rust geeft. 

Programma: 

1. Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) 
 Kerksonate in Es, KV 67

2. Welkom 

3. Georg Friedrich Händel (1685- 1759)
‘Tecum principium’ uit: Psalm 110 

4. Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) 
Kerksonate in F, KV 224 

5. Franz Schubert (1797-1828)
Du bist die Ruh,  D776

6. Michel Corrette (1707-1795)
‘Les délices de la solitude’ I, Aria Affettuoso & Allegro

7. Antonin Dvorak (1841-1904)
Psalm 23, Hospodin jest můj pastýř,  Opus 94,4
De Heer is mijn Herder
 
8. Franz Schubert (1797-1828)
Der gute Hirt naar psalm 23, D449 

9. Walter Girnatis (1894-1981)
Musik am Abend

10. Franz Schubert (1797-1828)
‘Im Abendrot’- O, wie schön ist deine Welt,  D799 

Aanvang 16.00 uur, de basiliek ligt aan het Kerkplein 15.

De middag wordt om 17.00u afgesloten met de Gregoriaans Vespers.

De Basiliek is open vanaf 13.30u en kan worden bezichtigd, terwijl vanaf 14u (veertien! uur, deze keer) het orkest repeteert! Vooral strijkers zijn van harte uitgenodigd om mee te komen doen!

De gemeente Roerdalen en het kerkbestuur van de basiliek hebben samen met de zusters van Priorij Thabor de handen ineengeslagen om op deze wijze regelmatig het klein geluk van inspirerende muziek ten gehore te laten brengen. In 2022 zal dat zes maal gebeuren op de eerste zondag van de maand in de periode mei tot september.

Voorproefjes:
W.A. Mozart Kerksonate KV 67

G. Haendel Tecum Principium ps. 110

7. Antonin Dvorak (1841-1904)
Psalm 23, Hospodin jest můj pastýř,  Opus 94,4

Franz Schuber Der gute Hirt naar psalm 23, D449 

maandag 1 augustus 2022

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Ad Officium lectionis Hebdomada XVIII per annum feria IV Via lucis.De weg van het licht.




Lectio altera

Ex Epístola Bárnabæ nuncupáta
(Cap. 19, 1-3. 5-7. 8-12: Funk 1, 53-57)

Tweede lezing
Uit de z.g. ‘Barnabas-brief’
(Cap. 19, 1-3. 5-7. 8-12: Funk 1, 53-57)

De weg van het licht

De weg van het licht is aldus: als iemand op zijn weg in een bepaalde plaats wil komen, moet hij zich daar moeite voor geven door zijn daden. De kennis nu, die ons geschonken is, om die weg te bewandelen, bestaat hierin: Gij zult Hém, die u geschapen heeft, beminnen; Hém, die u heeft gevormd huldigen en Hém, die u uit de dood heeft verlost, prijzen. Gij moet eenvoudig van hart zijn en rijk van geest en u niet aan sluiten bij hen, die de weg des doods gaan. Gij zult alles haten wat aan God mishaagt. Gij zult alle schijnheiligheid haten. Gij zult van de geboden van de Heer niet afwijken. Gij zult uzelf niet verheffen, maar nederig zijn in alles en geen glorie zoeken voor uzelf. Gij zult geen boze plannen beramen tegen uw naaste; geen vermetelheid toestaan aan uw ziel.

Gij zult uw naaste meer liefhebben dan uw ziel. Gij zult de vrucht niet doden door abortus, noch ook het kind doden na de geboorte. Trek uw hand niet terug van uw zoon of dochter, maar onderricht ze van hun kindsheid af in de vreze des Heren. Gij zult de bezittingen van uw naaste niet begeren noch zult gij gierig zijn. Hang niet met uw ziel de hoogmoedigen aan, maar ga om met de nederigen en rechtvaardigen.

Al wat u overkomt, neem het aan als iets goeds, in de overtuiging, dat er niets gebeurt zonder Gods toelating. Wees niet wispelturig en spreek niet met een dubbele tong, want de dubbele tong is een valstrik van de dood.
Gij zult alles in gemeenschap bezitten met uw naaste, noch iets uw eigendom noemen. Want als gij in het onvergankelijke deelgenoot zijt, hoeveel temeer dan in die zaken die vergankelijk zijn? Wees niet vlug in het spreken, want de mond is een valstrik van de dood. Gij moet uit al uw krachten de kuisheid beoefenen omwille van uw ziel. Steek uw hand niet uit om te ontvangen en knijp ze niet dicht, als er gegeven moet worden. Bemin als de appel van uw oog eenieder, die het woord van de Heer tot u spreekt.

Dag en nacht moet gij de oordeelsdag in uw herinnering roepen en iedere dag het aanschijn zoeken van de heiligen (uw medechristenen) hetzij gij uw best doet voor een gesprek en optreedt om aan te sporen en overweegt hoe gij hun ziel kunt redden door uw woord, hetzij gij met uw handen iets voor hen doet tot losprijs voor uw zonden.
Aarzel niet te geven en mor niet als ge geeft. Gij zult immers ondervinden, wié de goede vergelder is van uw loon. Bewaar wat ge ontvangen hebt; voeg er niets aan toe en neem er niets van af. Voor altijd moet het kwaad hatelijk voor u zijn. Oordeel rechtvaardig. Veroorzaak geen scheuring, maar probeer de strijdenden in vrede tot elkaar te brengen. Belijd uw zonden, en ga niet bidden met een slecht geweten. Dit is de weg naar het licht.


Saint of the Day for August 2. Eusebius of Vercelli.

2 augustus H. Eusebius van Vercelli, bisschop

Eusebius werd in het begin van de vierde eeuw op Sardinië geboren. In Rome trad hij toe tot de geestelijke stand en werd in 345 gekozen tot eerste bisschop van Vercelli. Door zijn prediking verbreidde hij het geloof en was hij de grondlegger van het kloosterleven in zijn bisdom. Door keizer Constantius werd hij omwille van het geloof verbannen. Na veel lijden keerde hij in zijn stad terug, waar hij al zijn krachten besteedde om het christelijk geloof te herstellen van de slagen die de Arianen hadden toegebracht. Hij stierf te Vercelli in 371.

Uit een brief van de heilige Eusebius, bisschop van Vercelli († 371)

Ik heb de wedloop voleind, het geloof bewaard.

Ik heb begrepen, dierbare broeders en zusters, dat jullie, zoals ik het ook verlangde, ongedeerd zijn gebleven. Het lijkt wel alsof ik plotseling door iemand ben meegenomen vanuit het uiteinde van de wereld, zoals het eens met Habakuk gebeurde die door een engel tot bij Daniël gebracht werd (vgl. Dan. 14, 32-39). Op die wijze meen ik nu tot jullie te zijn gekomen. Terwijl ik jullie brieven stuk voor stuk doorlas en terwijl ik daarin jullie heilige gezindheid en liefde vernam, vermengden zich tranen met vreugde, en mijn geest die wel verder wilde lezen, werd daarbij gehinderd door de opwellende tranen. Toch was dat onvermijdelijk. In zo’n geval willen allerlei gevoelens elkaar in uitingen van genegenheid overtreffen om het gemis goed te maken. Dagenlang was ik hiermee bezig; het leek wel alsof ik met jullie praatte; en zo vergat ik mijn eerdere kwellingen. Want van alle kanten omgaven mij gevoelens van vreugde: bij de ene vreugde heb ik jullie standvastig geloof ervaren, bij een andere jullie liefde, bij weer een andere de vruchten van geloof en liefde. Ik zag mij gesteld voor zo vele en zo grote weldaden en ik waande mij plotseling, zoals ik hierboven al gezegd heb, niet meer in ballingschap maar te midden van jullie.
Ik verheug mij daarom, dierbare broeders en zusters, over jullie geloof, over het heil dat daaruit voortkomt en over de vruchten ervan. Van die vruchten geven jullie niet alleen hier en nu blijk, maar zij reiken nog verder. Zoals een boer zich inspant voor een goede boom die juist omwille van de vruchten niet gekapt wordt of blootgesteld wordt aan de vlammen, zo ook willen en verlangen wij jullie niet alleen te dienen naar het vlees, maar ook ons leven te geven voor jullie heil.
Overigens heb ik deze brief slechts zo goed en zo kwaad als het ging kunnen voltooien. Daarbij heb ik steeds aan God gevraagd dat Hij uur voor uur mijn bewakers in toom hield. Ook heb ik gevraagd dat Hij het mogelijk maakte dat de bode die ik heb gestuurd, jullie liever niet moest berichten over mijn moeizaam werk, maar dat hij beter jullie gewoon de brief met mijn groeten kon overhandigen. In dit verband vraag ik met nadruk om met alle mogelijke waakzaamheid het geloof te bewaren, om de eensgezindheid in stand te houden, om onafgebroken aan ons hier te denken en om jullie toe te leggen op de volgende smeekbeden: moge de Heer zijn kerk, die over de hele wereld moeilijke tijden doormaakt, bevrijden en mogen wij allen die onderdrukt worden, eenmaal bevrijd, ons samen met jullie verheugen.
Tevens doe ik, in naam van de goddelijk barmhartigheid, een beroep op jullie en ik vraag het volgende: laat iedereen zich met deze brief persoonlijk gegroet weten. Door de omstandigheden gedwongen, kon ik niet ieder afzonderlijk een brief schrijven, zoals ik dat gewoonlijk wel doe. Zodoende doe ik in deze brief een beroep op jullie allen, broeders, maar ook op jullie, heilige zusters; op alle zonen en dochters, kortom op elk geslacht doe ik een beroep en ik richt mij tot elke leeftijd: mogen jullie, tevreden met de groeten, mij gehoorzamen en de moeite nemen om ook hen te groeten die niet tot de kerk behoren en ons toch willen beminnen.

zondag 31 juli 2022

Wanneer is een goed werk waardevol voor God? (volgens de H. Alfonsus Maria de Liguori)

Wanneer is een goed werk waardevol voor God?
(volgens de H. Alfonsus Maria de Liguori)

We zouden ons er goed van bewust moeten zijn dat het niet voldoende is goede werken te verrichten om voor God verdiensten te hebben. Men moet het goede doen, maar men moet het goed doen. Willen onze werken voor het oog van God goed en volmaakt zijn, dan moeten deze met de zuivere mening, God hiermee aangenaam te zijn, worden verricht. De uitroep van het volk na de genezing van de doofstomme door Jezus: “Alles heeft Hij wel gedaan” (Mk 7,37) was de waardige lof waarmee de Heiland hier op aarde werd geëerd.

Veel daden zijn op zichzelf lofwaardig, maar hebben desondanks voor God weinig of geen waarde, omdat men daarbij iets anders zocht dan de eer van God. De heilige Magdalena Pazzi zei: „God beloont onze werken naar het gewicht van hun zuiverheid.“
Dat betekent: onze handelingen zijn in zoverre de Heer welgevallig en Hij beloont deze in zoverre als de mening of intentie die we daarbij hadden, zuiver was. Maar ach, hoe zeldzaam zijn de daden die slechts zuiver omwille van God worden verricht!

Ik heb een religieus gekend die voor God veel had gewerkt, een hoge leeftijd bereikt had en in de roep van heiligheid stierf. Zelfs deze religieus blikte op een dag op zijn leven terug en zei me geheel bedroefd en vol schrik: “Wee mij, als ik alle daden van mijn leven beschouw, vind ik geen enkele die ik zuiver en alleen omwille van God hebt verricht.”

Onzalige eigenliefde, die ons van de vruchten van onze goede werken geheel of toch grotendeels berooft! Hoe velen zijn met de meest heilige werken bezig en plagen en matten zich in hun beroep als predikant, biechtvader en missionaris af en winnen desondanks weinig tot zelfs niets, omdat zij daarbij niet God alleen, maar roem voor het oog van de wereld, tijdelijk voordeel, ijdelheid, opmerkzaamheid van de kant van de mensen of minstens hun natuurlijke neiging voor ogen hebben. 


(Bew. van H. Alphonsus Maria de Liguori, De liefde tot Jezus Christus, naar de uitgave van P. Engelbert Recktenwald)

"I Am Bending My Knee"

I Am Bending My Knee

Originally from the Carmina Gadelica I, 3
Taken from Esther de Waal, editor, The Celtic Vision (Liguori, MO: Liguori/Triumph, 1988, 2001), p. 7.


I am bending my knee
In the eye of the Father who created me,
In the eye of the Son who purchased me,
In the eye of the Spirit who cleansed me,
In friendship and affection.
Through Thine own Anointed One, O God,
Bestow upon us fullness in our need,
Love towards God,
The affection of God,
The smile of God,
The wisdom of God,
The grace of God,
The fear of God,
And the will of God
To do on the world of the Three,
As angels and saints
Do in heaven;
Each shade and light,
Each day and night,
Each time in kindness,
Give Thou us Thy Spirit

1 August St Alphonsus Liguori (1696 - 1787)


Saint Alphonsus Liguori was born in Marianella near Naples on September 27, 1696. He was the first born of a rather large family belonging to the Neapolitan nobility. His received a broad education in the humanities, classical and modern languages, painting and music. He composed a Duetto on the Passion, as well as the most popular Christmas carol in Italy, Tu Scendi Dalle Stelle, and numerous other hymns. He finished his university studies earning a Doctorate in both civil and canon law and began his practice in the legal profession.
  In 1723, after a long process of discernment, he abandoned his legal career and, despite his father’s strong opposition, began his seminary studies. He was ordained a priest on December 21, 1726, at the age of 30. He lived his first years as a priest with the homeless and marginalized young people of Naples. He founded the “Evening Chapels”. Run by the young people themselves, these chapels were centres of prayer, community, the Word of God, social activities and education. At the time of his death, there were 72 of these chapels with over 10,000 active participants.
  In 1729, Alphonsus left his family home and took up residence in the Chinese College in Naples. It was there that he began his missionary experience in the interior of the Kingdom of Naples where he found people who were much poorer and more abandoned than any of the street children in Naples.
  On November 9, 1732, Alphonsus founded the Congregation of the Most Holy Redeemer, popularly known as the Redemptorists, in order to follow the example of Jesus Christ announcing the Good News to the poor and the most abandoned. From that time on, he gave himself entirely to this new mission.
  Alphonsus was a lover of beauty: musician, painter, poet and author. He put all his artistic and literary creativity at the service of the mission and he asked the same of those who joined his Congregation. He wrote 111 works on spirituality and theology. The 21,500 editions and the translations into 72 languages that his works have undergone attest to the fact that he is one of the most widely read authors. Among his best known works are: The Great Means of Prayer, The Practice of the Love of Jesus Christ, The Glories of Mary and The Visits to the Most Holy Sacrament. Prayer, love, his relationship with Christ and his first-hand experience of the pastoral needs of the faithful have made Alphonsus one of the great masters of the interior life.
  Alphonsus’ greatest contribution to the Church was in the area of Moral Theological reflection with his Moral Theology. This work was born of Alphonsus’ pastoral experience, his ability to respond to the practical questions posed by the faithful and from his contact with their everyday problems. He opposed the sterile legalism which was suffocating theology and he rejected the strict rigorism of the time… the product of the powerful elite. According to Alphonsus, those were paths that were closed to the Gospel because “such rigour has never been taught nor practised by the Church”. He knew how to put theological reflection at the service of the greatness and dignity of the person, of a moral conscience, and of evangelical mercy.
  Alphonsus was consecrated bishop of St. Agatha of the Goths in 1762. He was 66 years old. He tried to refuse the appointment because he felt too old and too sick to properly care for the diocese. In 1775, he was allowed to retire from his office and went to live in the Redemptorist community in Pagani where he died on August 1, 1787. He was canonized in 1839, proclaimed a Doctor of the Church in 1871 and Patron of Confessors and Moralists in 1950.

From a sermon by Saint Alphonsus Liguori, bishop

On the love of Christ

All holiness and perfection of soul lies in our love for Jesus Christ our God, who is our Redeemer and our supreme good. It is part of the love of God to acquire and to nurture all the virtues which make a man perfect.
  Has not God in fact won for himself a claim on all our love? From all eternity he has loved us. And it is in this vein that he speaks to us: “O man, consider carefully that I first loved you. You had not yet appeared in the light of day, nor did the world yet exist, but already I loved you. From all eternity I have loved you.”
  Since God knew that man is enticed by favours, he wished to bind him to his love by means of his gifts: “I want to catch men with the snares, those chains of love in which they allow themselves to be entrapped, so that they will love me.” And all the gifts which he bestowed on man were given to this end. He gave him a soul, made in his likeness, and endowed with memory, intellect and will; he gave him a body equipped with the senses; it was for him that he created heaven and earth and such an abundance of things. He made all these things out of love for man, so that all creation might serve man, and man in turn might love God out of gratitude for so many gifts.
  But he did not wish to give us only beautiful creatures; the truth is that to win for himself our love, he went so far as to bestow upon us the fullness of himself. The eternal Father went so far as to give us his only Son. When he saw that we were all dead through sin and deprived of his grace, what did he do? Compelled, as the Apostle says, by the superabundance of his love for us, he sent his beloved Son to make reparation for us and to call us back to a sinless life.
  By giving us his Son, whom he did not spare precisely so that he might spare us, he bestowed on us at once every good: grace, love and heaven; for all these goods are certainly inferior to the Son: He who did not spare his own Son, but handed him over for all of us: how could he fail to give us along with his Son all good things?

H. Alphonsus Maria de Liguori, kerkleraar [1696-1787]: Hoe zijn heiligen heilig geworden? 1


H. Alphonsus  Maria de Liguori, kerkleraar [1696-1787]:
HOE ZIJN DE HEILIGEN HEILIG GEWORDEN? 1

Door Jezus Christus, onze Heiland, onze God, ons hoogste Goed een grote liefde toe te dragen. 
Daarom vraag ik u, geliefde lezer, elke dag een blik op het Lijden van Jezus te werpen, want daar vindt u alle beweeggronden voor de liefde tot God en voor de hoop op het eeuwig leven, waarin heel onze zaligheid is gelegen.

Alle Heiligen droegen Jezus Christus en Zijn bitter Lijden een vurige liefde toe, en door dit enige middel hebben zij de heiligheid bereikt. 

In de levensbeschrijving van Pater Balthasar Alvarez s.j., vertelt men dat hij geloofde werkelijk nog niets te hebben gedaan als hij niet het punt had bereikt zijn gekruisigde Heiland voortdurend in zijn hart te dragen;  daarom plaatste hij zich wanneer hij bad, telkens in de geest aan de voeten van de Gekruisigde en terwijl hij oplettend luisterde wat de Heiland hem vanaf het kruis wilde leren (1), bemediteerde hij voornamelijk drie aspecten van het leven van Jezus: de armoede, de verachting en de pijnen, die Hij had verdragen.

Ook u, geliefde lezer, kunt hopen eens heilig te worden als u trouw blijft overwegen wat Jezus voor u heeft gedaan en geleden. 

Vraag Hem dus voortdurend, dat Hij u zijn liefde schenkt.

Vraag ook de allerheiligste Maagd Maria, de Moeder van de schone liefde, om deze liefde tot Jezus. En wanneer u om deze grote genade bidt, wil deze dan ook voor mij afsmeken, dat ik door dit geringe werk u mijn wens te kennen heb gegeven dat u heilig zou mogen worden.
Ik beloof u, dat ik hetzelfde zal doen, opdat wij ons eens in de hemel in heilige liefde omhelzen en ons als trouwe minnaars van een zo beminnenswaardige Heer mogen herkennen om daar, heel de eeuwigheid door, zijn uitverkoren broeders te blijven en zonder einde onze Heiland en onze Liefde, Jezus Christus, van aangezicht tot aangezicht te beminnen en te aanbidden. - Amen.

Alles uit: Jesus Christus betrachtet im Geheimnisse der Erlösung. Betrachtungen und Erwägungen über das bittere Leiden unseres Heilandes, vom heil. Alphons Maria von Liguori,  Bischof von St. Agatha und Stifter der Versammlung des allerheiligsten Erlösers. aus dem Italienischen übersetzt und herausgegeben von M. A Hugnes, Regensburg 1842.

Met dank aan “Martina Katholik”- Der Katholik und die Welt

(1) Zie vervolg Hoe zijn de heiligen heilig geworden? 2