vrijdag 6 mei 2022

John Henry Newman [1801-1890] Mei-meditaties 6 - Onbevlekte Ontvangenis: Gouden Huis.


John Henry Newman [1801-1890] Mei-meditaties 6 - Onbevlekte Ontvangenis: Gouden Huis.

Waarom wordt zij Huis genoemd? En waarom Gouden Huis? Goud is het schoonste, het kostbaarste van alle metalen. Zilver, koper en staal kan men tot zekere hoogte schoon maken voor het oog, maar niets is zo rijk en zo schitterend als goud. We hebben maar zelden de gelegenheid er een hoeveelheid van te zien; maar ieder die een aantal gouden muntstukken heeft gezien weet hoe prachtig goud er uit ziet.  Daarom wordt ook in de H. Schrift de Heilige Stad figuurlijk een Gouden Stad genoemd. “De stad was van zuiver goud, gelijkend op helder kristal”, zegt de H. Johannes (Apoc 21,18). Hij wil ons natuurlijk een begrip geven van de wondere schoonheid van de hemel door hem te vergelijken met de schoonste van alle stoffen die we op aarde kunnen zien.

Om die reden is het ook dat Maria Gouden wordt genoemd; want haar gratie, haar deugden, haar onschuld, haar zuiverheid zijn van zulk een alles overtreffende en verblindende volmaaktheid, zo kostbaar, zo uitgelezen, dat de engelen hun ogen als het ware niet van haar af kunnen houden,, evenmin als wij ons zouden kunnen weerhouden een kunstwerk van goud te bewonderen.
Merk verder op dat zij een Gouden Huis is, of laat ik liever zeggen: een gouden paleis. Verbeelden we ons eens een echt paleis of een grote kerk te zien, die helemaal van beneden tot boven van goud was gemaakt. Dan hebben we enig idee van het aantal, de verscheidenheid, de grootheid van de geestelijke voortreffelijkheden van Maria.

Maar waarom haar een huis of een paleis genoemd? Een paleis voor wie? Zij is het huis en het paleis van de grote Koning, van God zelf. De Heer, de medezelfstandige Zoon van God, heeft eenmaal in haar gewoond. Hij was haar gast; méér dan gast, want een gast komt in een huis en gaat er weer uit. Maar de Heer werd zelfs geboren in dit heilige huis.  Hij nam zijn vlees en zijn bloed uit dit huis, uit het vlees, uit de aderen van Maria. Terecht dus kon men zeggen dat zij van zuiver goud was, omdat een deel van dat goud bestemd was om er het lichaam van de zoon van god uit te vormen. Zij was gouden in haar ontvangenis, gouden in haar geboorte. Zij onderging het vuur van haar lijden als goud in de smeltoven en toen zij was opgenomen in de hemel, was zij, naar de woorden van ons gezang: “Boven de Engelen vertrouwd, met de Koning in een kleed van goud”.