dinsdag 3 mei 2022

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Hebdomada III Temporis Paschalis Feria IV Lavacrum regenerationis Het bad der wedergeboorte


Ad Officium lectionis


Lectio altera
Ex Apología prima sancti Iustíni mártyris pro Christiánis
(Cap. 61: PG 6, 419-422)
Tweede lezing

Uit de eerste Apologia voor de Christenen, door de H. Justinus, martelaar
 (Cap. 61: PG 6, 419-422)
Het bad der wedergeboorte

Nu zullen we uiteenzetten, hoe wij ons, door Christus hernieuwd, aan God hebben toegewijd.
Al degenen, die ervan overtuigd zijn en geloven, dat wat wij hebben voorgehouden en gezegd, waarachtig is, en beloofd hebben ook aldus te kunnen leven, wordt geleerd, na gebed en vasten, God om vergeving te bidden van hun vroegere zonden, terwijl wij met hen meebidden en vasten.

Daarna worden zij door ons naar een plaats geleid, waar water is, en ontvangen op dezelfde wijze de wedergeboorte, waarin ook wijzelf herboren werden. Want in de Naam van de Vader van heel de schepping en van onze Heer en God en Zaligmaker Jezus Christus en van de Heilige Geest ontvangen zij dan de afwassing met het water.
Christus heeft immers gezegd: Als gij niet herboren wordt, zult gij het rijk der hemelen niet binnengaan. Het is voor iedereen duidelijk dat het daarentegen onmogelijk is, om eenmaal geboren weer terug te keren in de moederschoot.

Door Jesaja ook is gezegd, hoe zij, die gezondigd hebben en boetvaardigheid hebben gedaan, voortaan de zonden kunnen vluchten. Want hij heeft zo gesproken: Was u eerst en wordt rein! Weg, uit mijn ogen met uw boosheid; leert het goede doen, geeft de wees wat hem toekomt, neemt het op voor de weduwe; en komt, dan maken wij er met elkaar een eind aan, spreekt de Heer. En al waren uw zonden als purper, Ik zal ze wit maken als wol, en al waren ze als scharlaken, Ik zal ze witter maken dan de sneeuw. Maar als gij niet naar Mij luistert, zal het zwaard u verslinden. Want dit heeft de mond des Heren uitgesproken.

Deze denkwijze hierover hebben wij van de Apostelen ontvangen. Wanneer wij bij onze eerste geboorte onbewust door een zekere natuurdrang uit vochtig zaad en door paring van onze ouders geboren zijn, en in slechte zeden en verderfelijke instellingen zijn opgevoed – om nu geen kinderen te blijven van een natuurdrang en van onwetendheid, maar om kinderen te worden van uitverkiezing en van diepere kennis, en om door het water de vergiffenis van onze zonden te verkrijgen, die wij vroeger bedreven hebben – zo wordt over hem, die herboren wil worden en boete heeft gedaan over zijn zonden, de Naam van ons aller Vader en Heer-God uitgesproken, en zo noemen wij Hem alleen maar, wanneer wij de dopeling naar het waterbad geleiden.

Want niemand kan een naam aangeven voor de onuitsprekelijke God. Want als iemand zou durven beweren, dat Hij wel een bepaalde naam heeft, moet die mens wel hopeloos dwaas zijn.
Dit waterbad wordt verlichting genoemd, omdat zij, die dit ervaren, geestelijk worden verlicht. Maar ook in de naam van Jezus Christus, die onder Pontius Pilatus gekruisigd werd, en in de naam van de heilige Geest, die door de profeten alles, wat Jezus betreft, heeft voorspeld, wordt hij, die verlicht wordt, afgewassen.