zaterdag 21 mei 2022

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Dominica VI Temporis Paschalis De bediening van de Verzoening


Ad Officium lectionis


Lectio altera

Ex Commentário sancti Cyrílli Alexandríni epíscopi in Epístolam secúndam ad Corínthios (Cap. 5, 5 — 6, 2: PG 7, 4, 942-943))


Tweede lezing

Uit de Commentaren op de Tweede Brief aan de Korinthiërs van de H. Cyrillus van Alexandrië, bisschop
(Cap. 5, 5 — 6, 2: PG 74, 942-943)

God heeft ons door Christus met zich verzoend en ons de bediening van de verzoening toevertrouwd

Zij, die het onderpand van de Geest bezitten en de hoop op de verrijzenis, en die de toekomstige verwachting reeds als iets tegenwoordigs beschouwen, zeggen, dat zij van nu af niemand meer beoordelen naar het vlees. Want allen zijn wij geestelijk en vreemd aan het vleselijk bederf. Want als de Eniggeborene voor ons oplicht, worden wij in dat Woord zelf, dat alles levend maakt, omgevormd. Zoals wij namelijk in de banden van de dood lagen verstikt, toen de zonde heerste, zo hebben wij het bederf van ons afgeworpen, toen de gerechtigheid van Christus in ons doordrong.

Derhalve leeft niemand meer in het vlees, dat is in de vleselijke zwakheid, waartoe met recht en reden o.a. het bederf gerekend moet worden, als de Apostel eraan toevoegt: Want al hebben wij Christus naar het vlees beoordeeld, thans beoordelen wij Hem zo niet meer. Alsof hij wilde zeggen: Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond, en voor ons aller leven heeft Hij de dood naar vlees het ondergaan, zo hebben wij Hem leren kennen; maar van nu af kennen wij Hem zo niet meer. Want hoewel Hij het vlees behouden heeft – Hij die toch op de derde dag herleefde en bij de Vader verblijft in de hemel – weten wij, dat Hij boven het vlees is uitgestegen: want eenmaal gestorven, sterft Hij niet meer; de dood heeft geen macht meer over Hem. Want dat Hij gestorven is wil zeggen, dat Hij stierf voor de zonde, eens en voorgoed, maar dat Hij leeft, is een leven voor God.

Als Hij zich dan op deze wijze tot voorvechter heeft gemaakt voor ons leven, moeten wij ook zeker zijn voetstappen volgen en worden wij verondersteld niet als in het vlees maar boven het vlees uit te leven. Daarom zegt de H. Paulus zeer terecht: Zo wordt dus wie in Christus is, nieuw geschapen: het oude is voorbij, zie het nieuwe is daar. Want we zijn gerechtvaardigd door het geloof in Christus en de kracht van de vloek is gebroken. Want omdat Hij om ons is verrezen, is de macht van de dood overwonnen. In waarheid en in zijn eigen natuur erkennen wij God, die wij in geest en waarheid vereren, met als Middelaar zijn Zoon, die de hemelse zegeningen van de Vader aan de wereld meedeelt.

Daarom zegt de H. Paulus zo vol wijsheid: Alles is uit God, die zich met ons verzoend heeft door Christus. Want inderdaad is het mysterie van de Menswording, met als gevolg onze vernieuwing, niet buiten de wil van de Vader om. Immers door Christus hebben wij toegang tot Hem gekregen, daar niemand tot de Vader komt, zoals Christus zelf zegt, dan door Hem. Derhalve: Alles is uit God, die ons door Christus met zich verzoende en ons de bediening van die verzoening toevertrouwde.