maandag 30 mei 2022

John Henry Newman [1801-1890] Mei-meditaties 30 – Tenhemelopneming van Maria: Getrouwe Maagd

John Henry Newman [1801-1890]
Mei-meditaties 30 – Tenhemelopneming van Maria:
Getrouwe Maagd

Dit is een der titels van de Heilige Maagd, die haar bijzonder siert sedert de tijd van haar Tenhemelopneming en haar glorierijke kroning aan de rechterhand van haar goddelijke Zoon. Hoe deze titel haar eigen is wordt duidelijk, als we enige andere voorbeelden nagaan waarbij getrouwheid vermeld wordt in de Heilige Schrift.

Het woord getrouwheid betekent loyaliteit tegenover de overheid, of ook wel nauwkeurigheid in het nakomen van een verbintenis. In deze tweede zin wordt het zelfs toegepast op de almachtige God zelf, die zich in zijn grote liefde voor ons gewaardigd heeft door zijn beloften en zijn verbond met zijn schepselen grenzen te stellen aan de uitvoering van zijn macht. Hij heeft zijn woord gegeven dat, als wij Hem maar nemen als ons erfdeel en ons in zijn handen stellen, Hij ons door alle beproevingen en bekoringen heen zal leiden en ons veilig naar de hemel zal brengen. En om ons aan te moedigen en te bezielen, herhaalt Hij op verschillende plaatsen in de Schriftuur dat Hij de getrouwe God, de Getrouwe Schepper is.

En zo verdienen zijn ware heiligen en dienaars ook deze bijzondere titel van getrouwheid, omdat zij trouw zijn aan Hem zoals Hij aan hen; omdat zij eenvoudig gehoorzaam zijn aan zijn wil, ijverig voor zijn eer, opmerkzaam op de heilige belangen die Hij aan hun zorg heeft toevertrouwd. Zo wordt Abraham de Getrouwe genoemd; van Mozes wordt verklaard dat hij “getrouw was in heel zijn huis” (Hebr 3, 5); David wordt daarom de man naar Gods hart genoemd; de H. Paulus brengt God dank, “omdat Hij hem trouw heeft geacht” (1 Tim 1, 12); en op de jongste dag zal God tot degenen die hun talenten goed hebben gebruikt zeggen: “Heel best, goede en getrouwe dienstknecht” (Mt 25, 21-23).

Zo is nu Maria bij uitstek getrouw aan haar Heer en Zoon. Laat men zich toch geen ogenblik verbeelden dat zij niet boven alles ijvert voor zijn glorie, of ook, zoals niet-katholieken zich verbeelden, dat haar verheffen hetzelfde is als ontrouw zijn aan Hem. Hoezeer zij ook haar vrienden beloont, zou zij toch iemand die haar de voorkeur gaf boven Hem, niet als vriend beschouwen maar als verrader. Zoals Hij ijvert voor haar eer, zo ijvert zij voor de zijne. Hij is de bron van genade, en al haar gaven ontspringen aan zijn goedheid.

O Maria, leer ons Uw Zoon te aanbidden als de enige Schepper, en U te vereren als de meest begenadigde van zijn schepsels.