zaterdag 7 mei 2022

Postcommunio-gebed – Vierde zondag van Pasen “Zondag van de Goede Herder”


Postcommunio-gebed  –  Vierde zondag van Pasen
 “Zondag van de Goede Herder”

Het misformulier van deze zondag bevat  “herderlijke” taferelen. Tussen het collectegebed en het postcommunio-gebed is een thematische relatie.  
Gregem tuum, Pastor bone, placatus intende,
et oves, quas pretioso Filii tui sanguine redemisti,
in aeternis pascuis collocare digneri
s.
Goede Herder, zie naar ons om: wij zijn uw kudde.
Wil de schapen die Gij hebt vrijgekocht met het kostbaar Bloed van uw Zoon,
een plaats geven in uw eeuwige weiden.
L i t u r g i s c h e  a n t e c e d e n t e n
De tekst komt niet voor in de preconciliaire edities van het Missale Romanum maar is afkomstig zowel uit het Veronese Sacramentarium (Leonianum), 2e helft 6e eeuw, als uit het Gelasianum Vetus (1e helft 8e eeuw). Als u de tekst luidop leest zult u genieten van de mooie alliteraties van de lettergrepen met de p’s en b’s.
W o o r d v e r k l a r i n g
De Lewis and Short Dictionary geeft aan dat intendo veel betekenissen heeft, waaronder “iemands aandacht richten op, zichzelf inspannen voor, zijn doel richten op, nastreven, intenderen.” Placo is “verzoenen” en ook “tot rust brengen, geruststellen, kalmeren, bedaren, sussen”.  In de deelwoordvorm gebruikt als  bijvoeglijk naamwoord betekent het gekalmeerd, gestild, kalm, rustig, zacht, kalm,  vreedzaam.” Denk aan de Engelse term “placated”.
Voor grex hebben we het Engelse cognaat “gregarious” (dit is: kudde-instinct). Een grex is “een kudde, roedel, drift (in de zin van voortgedreven kudde), zwerm” verwijzend naar de dieren en in goede of slechte zin “een gezelschap, samenleving, troep, bende of horde, schare.”
In het Latijn is ovis, schaap, altijd vrouwelijk. Vandaar het vrouwelijke meervoud quas in de oratie voor alle leden van  de kudde.
I n h o u d
In de oratie klinkt de duidelijke echo van Johannes 10: 
Ik ben de goede herder (pastor bonus). De goede herder geeft zijn leven voor de schapen (oves).  Maar de huurling, die geen herder is en geen eigenaar van de schapen, ziet de wolf aankomen, laat de schapen in de steek en vlucht weg; de wolf rooft ze en jaagt ze uiteen. Hij is dan ook maar een huurling en heeft geen hart voor de schapen. Ik ben de goede herder. Ik ken de mijnen en de mijnen kennen Mij, zoals de Vader Mij kent en Ik de Vader ken. Ik geef mijn leven voor de schapen. Ik heb nog andere schapen, die niet uit deze schaapsstal (ovile) zijn. Ook die moet Ik leiden en zij zullen naar mijn stem luisteren en het zal worden: één kudde, één herder (vv.11-16).
Laten we ook denken aan wat de Verrezen Heer tegen Petrus zei op de oever van het Meer van Galilea: “Pasce oves meas…Weid mijn schapen” (Joh 21,17).  Christus vertrouwde zijn herdersschap toe aan Petrus en de anderen apostelen.
Wij hebben goede herders nodig, die niet achteloos of onverschillig zijn en zeker geen wolven om over ons te waken op onze aardse pelgrimstocht. Zij moeten ervoor zorgen dat we het voedsel krijgen dat we nodig hebben, bijzonder in de H. Eucharistie.  Veel voedsel is voor ons te vinden in de teksten van de H. Mis, de documenten van de H. Stoel en het pauselijk onderricht. Als de herders ons niet geven wat we nodig hebben, lijden we.  Een treffend beeld van de wolf die de schapen bewaakt is te vinden in een zeer oude topos in de literatuur. De in Carthago geboren voormalige slaaf en toneelschrijver Terentius (+ c. 159 v.Chr.) laat zijn personage Thais tot Pythias zeggen, “ovem lupo commisisti…jij vertrouwde de schapen toe aan de wolf” (cf Eunuchus 5, 1 16) en Cicero (+ v. Chr.) tierde tegen Marcus Antonius: “O praeclarum custodem ovium, ut aiunt, lupum… O voortreffelijke wolf, zoals men zegt, bewaker van de schapen….” (Orat. Philippica in Antonium 3, 11, 27).
We kunnen ons volledig legitiem afvragen wie de nauwkeurigheid van de vertalingen van de documenten vandaag de dag bewaakt….
In Johannes hoofdstuk 10 zegt Jezus dat Hij de veilige weide en de deurwachter van de schaapskooi is. Denk aan de mozaïeken in de oude Romeinse basilieken en elders die Christusafbeeelden met de apostelen samen met hoofse schapen voortgaand door een groene weide met stromend water (Doopsel) naar de troon van de zegevierende Heer of naar de poort van het hemelse Jeruzalem. Het tafereel toont zowel de eindtijd  en tegelijkertijd onze aardse pelgrimage.
In tijd van vrede of gevaar, de onderrichting van de Heer blijft een troost.

Wij vertrouwen op wat Christus ons door de Heilige Kerk geeft.  Mogen wij altijd ontvangen wat Hij en de Heilige Kerk ons echt wensen te geven.