dinsdag 10 mei 2022

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Hebdomada IV Temporis Paschalis feria III Esto Dei sacrificium et sacerdos. Wees een offer en priester voor God.


Ad Officium lectionis


Lectio altera

Ex Sermónibus sancti Petri Chrysólogi epíscopi
(Sermo 108: PL 52, 499-500)

Tweede lezing

Uit de Preken van de H. Petrus Chrysologus, bisschop
(Sermo 108: PL 52, 499-500)
Wees een offer en priester voor God
Ik vermaan u bij de erbarming Gods. Paulus vraagt hier, ja God zelf vraagt hier door Paulus, opdat Hij liever bemind dan gevreesd wil worden. God vraagt hier, omdat Hij niet zozeer Heer als Vader wil zijn. God vraagt hier bij zijn erbarming, om niet te moeten straffen met gestrengheid.
Hoor de Heer vragen: Ziet, ziet in mij uw lichaam, uw ledematen, uw binnenste, uw gebeente, uw bloed. En als gij dan vreest, wat van God is, waarom bemint gij dan niet wat van uzelf is? Als gij vlucht voor de Heer, waarom snelt gij dan niet naar uw Vader?
Maar misschien beschaamt u de grootheid van mijn lijden, dat gij veroorzaakt hebt?  Wilt niet vrezen. Dat kruis is niet d angel voor Mij, maar het is de angel voor de dood. Die spijkers slaan in Mij geen smart, maar dringen uw liefde dieper in Mij. Die wonden brengen mijn zuchten niet voort, maar brengen u dieper in mijn binnenste. De uitstrekking van mijn lichaam op het kruis geeft u meer ruimte in mijn schoot, maar vergroot niet mijn foltering. Mijn Bloed gaat niet voor Mij verloren, maar wordt als prijs voor u betaald.
Komt dus, keert terug en erkent Hem tenminste zo als een vader, vanwie  gij ziet dat Hij goed voor kwaad, liefde voor onrecht en zo grote liefde voor zoveel wonden schenkt.
Maar laten we nu eens horen wat de Apostel dringend verzoekt: Ik bezweer u, zegt hij, uw lichamen aan te bieden. Door zo te spreken verheft de Apostel alle mensen tot de rang van het priesterschap: dat gij uw lichamen aanbiedt als een levend offer.
O ongehoorde bediening van het christelijk priesterschap, wanneer de mens voor zichzelf én offerande én priester is:  wanneer de mens niet iets buiten hem aan God zoekt op te dragen: maar wanneer de mens aanbrengt om aan God op te dragen: wat hij zelf is, wat in hem is en voor hem is; wanneer zowel de offergave dezelfde blijft en ook de priester dezelfde blijft; wanneer het offer wordt geslacht en blijft leven, kan de priester, die offert, niet doden.
Wonderbaar offer, waar het lichaam zonder het lichaam, het bloed zonder het bloed wordt geofferd. Ik bezweer u, zegt de Apostel, bij de erbarming Gods, uw lichamen aan te bieden als een levend offer.
Mijn broeders, dit offer van Christus vloeit voort uit het model, waardoor Hij voor het leven van de wereld zijn lichaam levend heeft opgeofferd; en zijn lichaam werkelijk tot een levende offerande maakte, omdat Hij, gedood, toch leeft. Bij zulk een offer wordt de dood uitbetaald en het slachtoffer blijft. Het slachtoffer leeft, maar de dood wordt gestraft. Vandaar worden de martelaren door hun dood geboren, beginnen bij hun einde, leven door doodslag, en in de hemel schitteren zij, van wie men op aarde meende, dat zij waren vernietigd.
Ik bezweer u, broeders, zegt hij, bij de erbarming Gods, uw lichamen aan te bieden als een levend en heilig offer. Dat is  het wat de profeet zong: Brand- en slachtoffers hebt Gij niet gewild, maar een lichaam hebt Gij mij bereid.
Wees, o mens, wees een offer voor God en wees priester; verlies toch niet wat de goddelijke macht u heeft geschonken en vergund, doe het kleed aan van de heiligheid, omgord u met de gordel van de kuisheid; teken Christus op uw hoofdbedekking; het kruis blijve het beschermende teken op uw voorhoofd; plaats op uw borst het heilig teken van de goddelijke kennis; brand steeds het reukwerk van uw gebed; grijp naar het zwaard van de Geest; maak van uw hart een altaar en bied zo zonder vrees uw lichaam aan tot een slachtoffer voor God.
God verlangt geloof, niet de dood; Hij dorst naar toewijding, niet naar bloed; Hij wordt verzoend door een goede gezindheid, niet door een gewelddadige dood.