Mei-meditaties 27 – Tenhemelopneming van Maria:
Toren van David
Een toren is naar zijn eenvoudigst begrip een bouwwerk ter verdediging tegen vijanden. David, de koning van Israël, heeft ook met dit doel een algemeen bekende toren gebouwd; en zoals hij zelf een voorafbeelding of type is van de Heer, zo is zijn toren een voorafbeelding van de Moeder des Heren.
Toren wordt zij genoemd omdat zij zo uitstekend de taak vervuld had van haar goddelijke Zoon te verdedigen tegen de aanvallen van zijn vijanden. Onder degenen die niet katholiek zijn is men gewoonlijk van mening, dat de eer aan haar gebracht afbreuk doet aan de hoge verering die wij aan Hem bewijzen: dat in de katholieke opvatting: Zij-Hem-verduistert. Maar juist het tegenovergestelde is het geval.
Want als Maria’s glorie zo groot is, hoeveel groter moet dan niet de glorie zijn van Hem die de Heer en God is van Maria? Hij is oneindig ver boven zijn Moeder verheven; en al de genade die haar vervulde, is niets anders dan de overstroming, de overdaad van zijn onbegrijpelijke heiligheid. –
De geschiedenis leert ons hetzelfde. Denk maar aan de Protestantse landen die drie eeuwen geleden alle devotie voor haar hebben afgeworpen, menende dat men door haar uit zijn gedachten te zetten de lofprijzing van haar Zoon zou vergroten. Is dit werkelijk het gevolg geweest van die oneerbiedige houding tegenover haar? Integendeel! De landen die dat deden, zoals Duitsland, Zwitserland en ons land, Engeland, hebben in grote mate opgehouden Hem te aanbidden, hebben het geloof aan zijn Godheid prijsgegeven. De Katholieke Kerk daarentegen, overal waar zij te vinden is, aanbidt Christus als waarachtig God en waarachtig Mens nog even vast als ooit. En het zou ook al heel vreemd zijn, als het ooit anders geschied was. Zo is Maria werkelijk de Toren van David.