zaterdag 30 april 2022

Gebedsintenties Kerkberg Gebedsgroep april - 32 slot

 


U kunt Uw gebedsintenties opgeven per e- mail (gebedsgroep@kerkberg.nl), per post, telefonisch, per ijlbode, of hoe dan ook. Wij bidden graag voor Uw gebedsintenties en zorgen desgewenst voor het opsteken van Uw  kaarsen in de Basiliek!

Wij bidden namens de gemeenschap voor de gemeenschap tot eer van God en heil van mensen!

Wij vragen daarbij de voorspraak van de HH. Wiro, Plechelmus en Otgerus, de H. Odilia en de H. Maria Magdalena, op wiens voorspraak vanaf de zevende eeuw op deze Berg gebeden is door vele monniken, kanunniken, diocesane priesters, kanunnikessen en andere gelovigen.

Hartelijk dank voor Uw bereidheid met ons mee te bidden!  (*kaarsintentie)

Wij bidden:

voor de zielenrust van alle oorlogsslachtoffers en hun nabestaanden*
uit dankbaarheid voor het leven na een ingrijpende operatie*
voor een goede reaultaat van medische behandelingen*
tot zekere intentie*
voor de zusters van de Priorij Thabor en om goede roepingen voor dit klooster*
voor alle kinderen gevlucht in Maroepol
om zegen over een "projet de vie"
om een goed herstel na ernstige ziekte
zegen over een sollicitatie*
voor alle parochies
om vrede
voor de zielerust van de in Odessa door Rusland om het leven gebrachte journaliste Valeria Glodan tevens jonge moeder met haar jonge baby en tot troost van haar dierbaren 
voor de zielenrust van een overleden (schoon)zus en tante en troost voor haar dierbarem
om waarheid en gerechtigheid
voor een zieke nicht.
voor de slachtoffers van bombardementen en andere oorlogshandelingen
voor een (schoon)zus en tante die op sterven ligt en haar dierbaren
voor de mensen in Oekraïne die zijn gedeporteerd naar Rusland, dat ze snel, veilig en gezond mogen terugkeren
dat er tenminste een Paasbestand mag komen in Oekraïne
dat een ernstige zieke (vriend van het klooster) voorspoedig en algeheel mag genezen van longontsteking
dat meer jongeren in deze tijd zich gelukkig mogen voelen
voor de slachtoffers van schietpartijen op scholen en universiteiten in de VS
uit dankbaarheid wegens een goed verlopen medisch onderzoek
voor alle vluchtelingen
om vrede in de Heilige Stad Jezuzalem
voor de zielerust van alle slachtoffers van oorlogsmisdaden die bij Mariupol om het leven zijn gebracht en tot troost van hun achterblijvende dierbaren
dat er in Oekraïne echte vrede komt
om goed te herstellen van een ingrijpende operatie
om een goed resultaat van een operatie
voor een vriend van het klooster in het ziekenhuis
voor alle jongeren met schulden - dat zij hulp zoeken vinden 
voor twee vrienden van het klooster met corona dat zij snel en algeheel herstellen
dat G+H vlot en probleemloos mogen herstellen van hun COVID-19-infectie*
voor de slachtoffers van een festival in Israël 
dat de ic-capaciteit in NL niet wordt overschreden
dat de pandemie dooft
dat er in India genoeg zuurstof mag komen voor de ziekenhuizen
voor de omgekomen bemanning van de Nanggala-402 en tot troost van alle nabestaanden
voor een zieke vriend van het klooster die voor de vierde keer deze maand in het ziekenhuis ligt en haar dierbaren
voor de zieken en overledenen door een brand in een ziekenhuis in Irak
voor een ernstige zieke die moet worden geopereerd
dat in alle landen de vrijheid van godsdienst wordt gerespecteerd
voor een ernstige zieke parochiaan
voor een meisje van 12 dat is mishandeld door vijf meisjes tussen 11 en 13 wegens een tiktokpublicatie
om eerlijkheid en integriteit
dat de duikbootbemanning van de Nanggala kan worden gered
voor een ernstige zieke corona patiënt in een Pools ziekenhuis
om vrede in gezinnen en families
uit dankbaarheid
voor de bemanning van de Indonesische onderzeeër die wordt vermist
voor de zieke burgemeester van Hilversum
dat er geen oorlog komt in Oost-Oekraine
voor een meisje van 13 met autisme dat tijdens de pandemiebeperkingen zeer onrustig is geworden* 
dat een luik dat bij storm van een schip is gewaaid gevonden wordt*
voor een jongen van 17 die een ernstig ongeluk heeft gehad en nu op de ic ligt, dat hij voorspoedig algeheel mag herstellen*
voor de fotograaf en zijn vriendin die in Lunteren gewelddadig zijn bejegend
voor de zusters die in Haiti nog steeds zijn ontvoerd
voor alle christenen die omwille van hun geloof worden vermoord in het Midden Oosten
voor degenen die vandaag onvoorbereid sterven
voor degenen voor wie niemand bidt
voor een meisje dat is overleden na een botsing met een vrachtauto
voor al degenen die diep ongelukkig zijn door de pandemie en de pandemiemaatregelen
voor een zieke zwager, een zieke buurman en een zieke vriend*
dat een ongeneselijk zieke zwager nog een mooie tijd mag hebben* 
voor een overleden echtgenoot en dochter*
dat Navalny in Rusland de medische hulp krijgt die hij  nodig heeft
dat alle kinderen in psychische nood snel hulp krijgen
voor een meisje dat herstellend is van een  ernstige verkeersongeluk
voor de 13-jarige jongen die dood geschoten is in Chicago 
voor de slachtoffers van de schietpartij in Indianapolis  
voor alle kinderen
om vrede ook tussen Rusland en Oekraïne 
dat de pandemie wijkt
voor slachtoffers van seksueel geweld
voor paus Benedictus XVI die vandaag jarig is
voor degenen die onvoorbereid sterven
voor de christenen in het Midden-Oosten
voor overleden familieleden (S)
voor een zieke buurvrouw
dat een medische ingreep goed verloopt en de patiënt voorspoedig herstelt
voor de intenties van alle mensen in Berg
voor alle schepelingen die op hun eigen schip in gijzeling worden gehouden, dat ze vrijkomen
voor alle met Pasen gedoopt in de parochie van Father Camillo Sarko in Ghana
voor alle slachtoffers van verkeersongevallen en hun dierbaren
uit dankbaarheid dat in Nigeria ontvoerde christenen zijn vrijgelaten
dat de pandemie dooft
voor een zeer zieke moeder met drie kinderen
voor slachtoffers van geweld, dat het ophoudt en dat ze worden geholpen
dat schoolpersoneel niet wordt besmet door de leerlingen
dat kinderen in psychische nood hulp krijgen
voor de zusters, priesters en leken die zijn ontvoerd op Haïti 
voor de mijnwerkers die vast zitten onderaards in China
voor onze Communie kinderen*
voor allen die alleen sterven op de IC*
dat de pijn mag minderen*
uit dankbaarheid bij een verjaardag*
voor alle vervolgde christenen
dat de pandemie dooft/
dat alle jongeren in psychische problemen goede hulp krijgen
voor een priester die is gevallen en het zeer druk heeft met uitvaarten*
voor een hoogbejaarde vader die is gevallen toen hij zijn geestelijke gehandicapte zoon naar huis bracht*
voor een moeder met drie jonge kinderen die op sterven ligt*
voor een jonge moeder die in coma op de ic is bevallen van haar baby en er zeer slecht aan toe is*
voor alle vrienden van het klooster die nu helaas niet kunnen komen om deze heilige tijd mee te vieren
voor een zegenrijke viering van het Triduum Sacrum en de Paastijd*
dat ik nog een tijd mag doorleven zoals nu samen met mijn man*
dat een medische ingreep mag slagen*voor een overleden moeder en troost voor haar dierbaren
Dat wie wil, zo snel mogelijk kan worden gevaccineerd
Om vertrouwen en gezondheid*
voor slachtoffers van verkeersongelukken
voor de verantwoordelijken bij Facebook dat zij zorgvuldig besluiten wie wordt uitgesloten van hun gemeenschap
voor de verantwoordelijken in de media dat zij verslag doen van nieuws en het niet zelf maken door rellen te trappen
voor alle journalisten, dat zij zich in hun jacht op nieuwe beschaafd gedragen
voor alle mensen die denken dat kerkgang zich laat combineren met voorafgaand geweld - dat zij tot inkeer komen
voor alle vrouwen die worden mishandeld door hun partner
voor alle slachtoffers van het militair geweld in Myanmar
dat de pandemie dooft
voor de slachtoffers van de aanslag op de kathedraal in Makassar Sulawesi Indonesie
dat de viering van de Goede Week en Pasen mensen tot geloof mag brengen
voor slachtoffers van natuurgeweld
voor alle slachtoffers van de volkenmoord in Rwanda
uit dankbaarheid*
voor een moeder die op sterven ligt*
voor een zieke zwager en buurman en hun dierbaren*
voor een overleden echtgenoot en dochter*


voor de zielerust van John Verkooyen en troost en steun voor zijn dierbaren
voor een bevriende pastoor in het bisdom Haarlem
Om inzicht in levensroeping 
voor een zieke zuster
de levende en overleden kanunnikessen van het H. Graf
voor vervolgde christenen overal ter wereld
Dat de Notre Dame zo spoedig mogelijk weer een levende ontmoetingsplaats met God in de wereld mag zijn
voor Mgr. Camillo Sarko, zijn parochie van de H. Petrus Claver en zijn parochianen in Ghana
Om zegen over twee hoogbejaarde zusters-zussen, van wie er een op sterven ligt
Om een donornier
Om degelijke postulanten voor ons klooster
Om verhoring van de gebedsintenties van de Gebedsgroep van de Kapel In't Zand
om zegen over de mensen in het dorp en de andere dorpen van Roerdalen en al hun noden
Voor onze burgemeester
voor vervolgde christenen overal ter wereld
Voor degenen die onvoorbereid sterven
Voor onze deken
Voor onze bisschop
dat wij vanuit onze positie al het mogelijke doen om de wereld te her-evangeliseren

Oratio post Communionem – Gebed na de Communie (Postcommunio) Dominica Tertia Paschæ Derde zondag van Pasen Laat ons met een verheerlijkt lichaam verrijzen in onvergankelijkheid.



Het Laatste Avondmaal.
Mozaïek in de S. Apollinare Nuovo, Ravenna (vóór 529)
  
Laat ons met een verheerlijkt lichaam verrijzen in onvergankelijkheid.

I n l e i d i n g
Iedere Heilige Eucharistieviering is een ontmoeting met de Verrezen Heer in Woord en Sacrament. In de Consecratie komt Christus in de eucharistische gedaanten tegenwoordig  door de consecratiewoorden die de transsubstantiatie (van brood naar het Lichaam van Christus) bewerken. Deze woorden vormen de kern en het hoogtepunt van het Eucharistisch gebed. Daarna volgt de exclamatie (uitroep) van de priester “Mysterium fidei”, [dit is] het Mysterie van het geloof. De gelovigen beantwoorden deze exclamatie met de acclamatie: “Mortem tuam annuntiamus, Domine, et tuam resurrectionem confitemur, donec venias”, Heer Jezus, wij verkondigen uw dood en wij belijden tot Gij wederkeert, dat Gij verrezen zijt. (Tussen haakjes: deze acclamatie bevat, door de schikking van de begrippen ‘mortem tuam’ en ‘tuam resurrectionem’ een fraai voorbeeld van een zgn. chiasme of kruisstelling, duidelijk te zien als men deze begrippen onder elkaar plaatst). Door de instellingswoorden komt Christus in de H. Eucharistie wezenlijk en waarachtig als Verrezen Heer tegenwoordig.
Hij, die verrees, overwon door het Kruis.
De lectio brevis van de Terts op Paaszondag, die op Beloken Pasen, de octaafdag van Pasen, wordt herhaald, luidt: “Deus, qui dives est in misericordia , propter nimiam caritatem suam, qua dilexit nos, et cum essemus mortui peccatis, convivificavit  nos Christo – gratia estis salvati – et conresuscitavit  et consedere fecit in cælestibus in Christo Iesu”, God, die rijk is aan erbarming, heeft om de grote liefde waarmee Hij ons heeft liefgehad, ons die dood waren in onze afdwalingen met Christus levend gemaakt – aan de genade dankt gij uw redding -  en Hij heeft ons samen met Hem doen opstaan en zetelen in de hemel in Christus Jezus.
Door en in de H. Communie, het ontvangen van Jezus Zelf, wordt ons de leeftocht op onze weg naar dit nieuwe leven geschonken.
De Drieëne God, heeft ons in Christus door diens verlossend lijden en sterven het leven terug geschonken (convivicavit), heeft ons met Hem doen opstaan (conresuscitavit) en zal ons bij de voltooiing van ons leven in Christus een plaats in de hemel bereiden (consedere fecit). Door het drievoudig gebruik van het voorvoegsel con- (= cum, met) onderstreept de apostel Paulus de nauwe band van Christus met de alle mensen.
De Postcommunio, direct volgend op het ontvangen van de H. Communie, bidt om de “incorruptibilem glorificandæ carnis resurrectionem”, de onvergankelijke verrijzenis van het te verheerlijken lichaam. Volgens de Wil van God zal ook het menselijk lichaam aan de verheerlijking deel hebben. Zo gebeurde het bij Christus, zo zal het ook bij de door Hem verloste mensheid zijn.

T e k s t
Missale Romanum [MR] 1970
Populum tuum, quæsumus, Domine, intuere benignus,
et, quem æternis dignatus es renovare mysteriis,
ad incorruptibilem glorificandæ carnis resurrectionem pervenire concede.
Per Christum Dominum nostrum.

Altaarmissaal Nederlandse Kerkprovncie 1979
Heer, wij bidden U: zie goedgunstig naar uw volk.
Gij hebt ons vernieuwd door deze heilige geheimen;
laat ons met een verheerlijkt lichaam verrijzen in onvergankelijkheid.
Door Christus onze Heer.

Werkvertaling
Zie, Heer, bidden wij U, in uw goedheid neer op uw volk,
en geef dat het, dat Gij U gewaardigd hebt door [deze] eeuwige mysteries te hernieuwen
de onvergankelijke verrijzenis van het verheerlijkingswaardig lichaam bereikt.

L i t u r g i s c h e  a n t e c e d e n t e n
De oratio post Communionem lijkt een nieuwe compositie te zijn voor MR 1970, met sporen uit het Sacramentarium Gelasianum en ook uit Preek 71 van de H. Leo de Grote, paus ( Sermo 71, 6: CCL 138A, p. 440, II. 131-2; PL 54, 389D). De tekst van paus Leo de Grote, die in de laatste regels van de oratie is geïntegreerd vóór de doxologie waarmee hij voor hem typisch eindigt is afkomstig uit een preek gehouden op Paaszaterdag 3-4 april 443 en heeft betrekking op het Lijden van de Heer: “Et quia antiquorum morborum difficilis et tarda curatio est, tanto velocius adhibentur remedia, quanto recentiora sunt vulnera, ut semper ab omnibus offensionibus in integrum resurgentes, ad illam incorruptibilem glorificandae carnis resurrectionem pertinere mereamur in Christo Iesu Domino nostro, qui vivit et regnat…”En daar de genezing van oude ziekten langzaam en moeizaam verloopt: hoe recenter de wonden zijn, hoe sneller kunnen remedies worden toegepast, zodat wij, die steeds opnieuw opstaan van onze struikelingen, mogen verdienen te verwerven die onvergankelijke verrijzenis van het lichaam, dat hervormd moet worden tot de heerlijkheid, die is in Jezus Christus , onze Heer, die leeft en heerst…
Een tweede brontekst van de Postcommunio van deze zondag steunt op de Postcommunio zoals gevonden in het Sacramentarium Triplex,  (Zürich, Zentralbibl. C 43, I. Teil,  volgens de editie Heiming, 19168 (LQF 40) rond het jaar 1000; 14, 64. Deze brontekst luidt:
Respice, quæsumus, Domine, populum tuum et,
quem æternis dignatus es renovare mysteriis:
a temporalibus culpis dignanter absolve.
Deze tekst is vervolgens middels minstens 48 handschriften verspreid over het Europese continent en de Angelsaksische eilanden.
In de verschillende handschriften worden door de eeuwen heen tekstvariaties gevonden op grond van onzorgvuldigheid of het samenstellen van een copie of transcriptie tijdens het dicteren. Door deze varianten in kaart te brengen kunnen ‘stambomen’ van handschriften- tradities voor oude werken worden samengesteld. Dit maakt het mogelijk om de beste en meest accurate teksten te gebruiken bij bijvoorbeeld compilaties. Het oudste standaardwerk
voor de meeste teksten van de Kerkvaders is de PL uitgave (Patrologia Latina uitgegeven door Migne, Parijs, 19e eeuw). Kritische edities van de werken van de Kerkvaders, andere oudchristelijke geschriften en werken van kerkelijke schrijvers vindt men, voor wat het Latijn betreft, in de collectie CCL (Corpus Christianorum series Latina, Brepols, Turnhout).
Rubrieken:
In de Codex Arbuthnott (Liber Ecclesiæ beati Terrenani de Arbuthnott, Missale secundum usum Ecclesiæ Sancti Andreæ in Scotia, staat bijvoorbeeld de Postcommunio Respice vermeld in het Misformulier voor de 3e zondag na het Paasoctaaf, 184.
En in de Codex Benevento, Archivio arcivescovile, Cod. VI 33, (sæc. X-XI) in het Misformulier van de 4e zondag na het octaaf van Pinksteren, 96. 187.
In MR 1962 was de postcommunio Respice onder andere de Oratio post communionem van zaterdag na de 3e zondag van de Vasten.
(E. Mœller, J.M. Clément en B. Coppieters ’t Wallant, Corpus Orationum, VIII, R-S, Brepols, Turnhout 1996, p. 76, nr. 5121) en Pl. Bruylants, Les Oraisons du Missel Romain, I-II, Leuven, 1962, 985)
In MR 1970 is de Postcommunio Populum tuum …naast de Postcommunio van deze 3e zondag, ook de Postcommunio van het Misformulier van zaterdag onder het Paasoctaaf.
Daar MR 1962 het Postcommunio-gebed, naar het schijnt, te uitsluitend op de pasgedoopten betrok, die in en door het Doopsel van schuld werden bevrijd, werd de bede om vergeving in het Respice-gebed vervangen door een bede om de “incorruptibilem glorificandæ carnis resurrectionem”, de onvergankelijke verrijzenis van het lichaam.

T e k s t a n a l y s e
1. Populum tuum, quæsumus, Domine, intuere benignus,
2a.  et,  3.quem æternis dignatus es renovare mysteriis,
2b. ad incorruptibilem glorificandæ carnis resurrectionem pervenire concede.

De oratio post communionem van deze zondag wordt gevormd door één enkele zin die zich door middel van het verbindende ‘et’ laat opsplitsen in twee delen. In beide gedeelten wordt een bede aan de Heer (God de Vader) voorgelegd ‘per Dominum nostrum Iesum Christus’, door onze Heer Jezus Christus, zoals de slotformule luidt. De eerste bede vraagt om de welwillende blik van de Heer op zijn volk (r. 1), de tweede bede vraagt om de voltooiing van het menselijk leven in de onvergankelijke heerlijkheid van de verrijzenis (r. 2b), met een beroep op Gods goedheid die zijn volk zonder ophouden vernieuwt door zijn mysteries / door zijn sacramenten (r. 3).
De oratie bestaat uit een openingszin (r. 1) met prædicaat intuere in de imperativusvorm, afgezwakt of ritmisch aangevuld door het tussenwerpsel  quæsumus, door de coniunctie et verbonden met een volgend zinsdeel met prædicaatsgroep concede pervenire, in welk zinsdeel zich de gerundivumconstructie glorificandæ carnis bevindt (r. 2b). Beide zinsdelen worden onderbroken door een relatieve bijzin beginnend met de reflexivumvorm quem die aansluit bij het in regel 1 genoemde antecedent populum tuum.
Ad 1
Intuere, zie naar, zie om – prædicaat in de imperativusvorm van het deponens intueri
Benignus, welwillend, goedgunstig – bijwoordelijke bepaling bij het verbum intuere die dit verbum nader kwalificeert.
Quæsumus, wij vragen/bidden/smeken – tussenzin, gevormd door de losse werkwoordvorm van het verbum defectum (onvolledig werkwoord) quæso.
Domine, [o] Heer – anaklese in de vocativusvorm van Dominus
Populum tuum, uw volk – object van het prædicaat intuere in twee congruerende accusativusvormen
Ad 2a-b
Concede pervenire, vergun te bereiken – prædicaatsgroep bestaande uit de imperativusvorm concede van concedere, concedi, concessum, 3, en de infinitivusvorm pervenire.
Ad incorruptibilem glorificandæ carnis resurrectionem, tot de onvergankelijke verrijzenis van het verheerlijkingswaardig vlees – voorzetselbepaling waarbij de præpositie ad voortvloeit uit pervenire, komen bij/tot, bereiken. Men kan ook vanuit de betekenis ‘bereiken’ dit zinsdeel zien als object van pervenire.  Deze bepaling resp. object bestaat uit de congruerende accusativusvormen incorruptibilem resurrectionem die vergezeld gaan van de bijvoeglijke bepaling glorificandæ carnis, een gerundivumconstructie, letterlijk vertaald: van het vlees (=lichaam) dat verheerlijkt worde  of korter gezegd: verheerlijkingswaardig. De bijvoeglijke bepaling bestaat uit twee congruerende genitivusvormen die nadere uitleg geven over resurrectionem, genitivus explicativus als nadere specificatie van ‘ad resurrectionem’. 
Ad 3                      
Dignatus es renovare, Gij hebt U gewaardigd te hernieuwen – prædicaatsgroep, samengesteld door het perfectum dignatus es (passief qua vorm, maar actief qua betekenis), 2e pers. enkelvoud van het perfectum van het deponens dignari in de indicativus, omdat hier een voor de gelovigen reëel feit wordt genoemd én door de infinitivus renovare. Es is een imperativus. Drie imperativi in deze zin: intuere, es en concede.
Aeternis  […]mysteriis, met eeuwigdurende mysteries – bijwoordelijke bepaling samengesteld uit twee congruerende abativusvormen, die een middel aanduiden: ablativus instrumenti.
Het object van deze goddelijke weldaad is het in r. 1 genoemde populus waarnaar de reflexivumvorm quem in r. 3 verwijst.

S t i j l f i g u r e n
Sterke aanwezigheid van –u klank in r. 1
Hyperbaton (uiteenplaatsing van bij elkaar behorende zinsdelen): æternis […] mysteriis (r. 3)
en: incorruptibilem […] resurrectionem
De constructie en de positie van de prædicaten:  intuere, dignatus es renovare en pervenire concede dragen bij tot een mooi ritmische cursus van de oratie en tot gemakkelijker zingen van deze oratie door de celebrant.

V o c a b u l a r i  u m
Concedere, concede, concessum, 3
Concede: deze imperatiefvorm van het verbum concedere 3, concessi, concesssum (herinner u ons ‘Nederlands’ woord concessie), heeft in het liturgisch taalgebruik positieve betekenissen zoals verleen, geef, schenk. In negatieve zin betekent dit verbum verbeuren, verspelen, zich compromitteren. In beide betekenissen omvat concede een zich welwillend, minzaam neerbuigen van de kant van God waarbij Hij genadig de oratie de gevraagde uitwerking verleent.
In de oraties van het Misformulier komen we het prædicaat concede  dikwijls tegen aan de spits of juist als slotwoord van de oratie.

Populus, -i, m.
is de benaming voor het volk van God, de christelijke gemeenschap.
De Bijbelse uitdrukking ‘volk van God’ (λαος tοu θεου) werd zeer vroeg op de gemeenschap van de Christenen toegepast. Populus, een oorspronkelijke Romeinse – ofschoon reeds in de derde eeuw een zeer algemene en niet-politieke term - werd een van de technisch christelijke woorden voor “de gemeenschap van de gelovigen die samenkwamen voor liturgische vieringen”. In deze betekenis komt het begrip overvloedig voor in de oraties van mis- en officieformulieren. In MR 1962 komt de term populus bijvoorbeeld in het enkelvoud in 12 van de 61 Postcommunio’s voor in combinatie met het bezittelijk voornaamwoord tuus zoals ook in de Postcommunio van deze zondag en in de Postcommunio van de 5e zondag van Pasen (populo tuo). In MR 1970 vinden we: supplicationes populi tui, het gebed van uw volk (Collectegebed 2e zondag per annum), da populis tuis id amare quod præcipis, laat uw volk datgene beminnen wat U voorschrijft (Collectegebed 21e zondag per annum). Het gebruik van het meervoud wijst op het gebruik van de gangbare taal die ook haar weg vond in de liturgische oordenschat toont, zoals in Ps 116 (117): Laudate Dominum omnes gentes, collaudate eum omnes populi, waarbij zowel de niet christelijke als de christelijke volken (naties) worden opgeroepen.
Soms wordt de term populus vergezeld door een beschrijvend adiectivum of substantivum die het begrip nader karakteriseert: Populus Sion (Ps 79), het Volk van Sion, het uitverkoren volk, het volk van het nieuwe Sion, de Kerk (Introitus 2e zondag van de Advent), Populum humilem salvum facies (Ps  17, 28), Gij zult uw nederig volk redden (Offertorium Week 14 per annum), Populus acquisitionis (1 Petr 2,9), een uitverkoren volk (Communio donderdag onder het Paasoctaaf) om slechts enkele voorbeelden te noemen. En in Liturgia Horarum de antifonen Populus meus, ait Dominus, bonis meis adimplebitur, Mijn volk, zo zegt de Heer, zal met mijn goederen worden overladen (Ant. 2, donderdag in Week 1 van het Psalterium), Quasi pupillam oculi sui custodivit Dominus populum suum, alleluia, Als zijn oogappel heeft de Heer zijn volk behoed, alleluia (Antifoon 2, vrijdag in Week 2 van het Psalterium); Fili Dei, tuere pupulum tuum, [Jezus], Zoon van God, zie om naar uw volk (Refrein bij de Preces van de 1e Vespers van de 3e zondag van Pasen), Redemptionem misit Dominus populo suo, alleluia, De Heer bracht zijn volk verlossing, alleluia (Ant. 2 van de 2e Vespers van de 3e zondag van Pasen).
Synoniemen voor populus in het liturgisch taalgebruik vinden we bijvoorbeeld in het begrip familia tua (Familiam tuam in Collectgebed 5e zondag per annum).
Maar ook het begrip plebs is ingeburgerd in de liturgische oratietaal.
Plebs, -is vr., 1. volk 2. de grote hoop, de grote menigte. Had dit begrip bij de Romeinen een negatieve connotatie: min volk, het gemene volk, gepeupel, in het christelijk Latijn is dit een van de vroegste benamingen voor het volk van God, voor de christifideles, het gehele christenvolk. Denk ook aan de openingsregel van het Benedictus (Lc 1, 68), de cantiek in de Lauden, waarin de heilsdaad ‘redemptionem plebi suæ’ zowel op het Oude als het Nieuwe Israel, de Kerk, betrekking heeft; datzelfde geldt voor de cantiek ‘Nunc dimittis’ (Lc 2, 31-32) van de Completen waarin Jezus bij zijn opdracht in de tempel zowel ‘salutare omnium populorum’, heil van alle volkeren als ‘lumen gentium’, licht van/voor de nog heidense volkeren wordt genoemd.
Nog een enkel woord over het begrip plebs:
Het woord komt voor in het enkelvoud hoewel in latere christelijke bronnen van het Latijn het meervoud gebruikelijk werd. Door het gebruik van het enkelvoud wordt de eenheid van de gemeenschap van de gelovigen benadrukt. Voorbeelden: plebis tuæ dona, christiana plebs, captiva plebs, het gevangen volk: deze laatste uitdrukking is vermeld in de hymne “Ad cenam Agni providi”, de hymne van de Vespers op Pasen en op de zondagen van Pasen en verwijst naar de rechtvaardigen van het Oude Testament die in afwachting van de Verlossing door Christus als het ware gevangen werden gehouden in het voorgeborchte. Geliefd thema in de klassieke schilderkunst, voor al in de Oosterse Kerken.
(Vgl. Sr. Mary Pierre Ellebracht C. Pp. S., Remarks on the vocabulary  of the ancient orations in the Missale Romanum, Nijmegen 1966, onder de lemmata Populus en Plebs.
We zien de grondbetekenis ook terug in het begrip ‘plebanus’, plebaan, zijnde de pastoor van de kathedraal, die in naam van de bisschop de ‘ordinarius loci’ van de kathedraal is.
Intueri, intuitus sum, dep., 2
‘Intueor’ is een begrip dat we kennen uit het ‘Adoro te devote’ van de H. Thomas van Aquino  (Plagas, sicut Thomas, non intueor – Uw wonden, zie ik, zoals Thomas niet)  en ook uit het Gebed over de Gaven van Epiphanie (Intuere, Domine, dona Ecclesiæ tuæ propitius  - Heer, zie in uw goedheid naar de gaven van uw Kerk) alsmede het bijbehorende substantivum intuitus uit de Postcommunio van hetzelfde feest (ut puro cernamus intuitu – opdat wij met zuivere blik aanschouwen).
Onze onmisbare woordenboeken herinneren ons aan de betekenissen van intueor: 1. naar iets kijken, aanschouwen 2. beschouwen, overwegen 3. in het oog houden, aandacht schenken aan, letten op.
Vanuit onze nederige gesteltenis op dit moment van de H. Mis  kunnen we ‘intueor’ het best weergeven als ”zie neer op” met de interne lading van de goedheid die God eigen is.

Gloria
Zoals we al meermalen hebben gezien heeft het begrip ‘gloria’, glorie, heerlijkheid, in de oraties van de liturgie van de Kerk zeer specifieke en eigen betekenissen, zeker wanneer er  een verband is met de gedachten van de Kerkvaders. In de contact van deze oratie is ‘gloria’ een goddelijke karakteristiek welke God deelt met de zaligen in de hemel.  Bij het aanschouwen van de ‘glorie’ van de Heer en het delen in zijn goddelijke luister wanneer wij zijn Gelaat voor altijd mogen zien, zullen wij (beeld van God als we zijn) daardoor worden getransformeerd en meer en meer in alle eeuwigheid op Hem gaan gelijken.


S l o t b e s c h o u w i n g
Het ontvangen van het Lichaam en Bloed van de Heer is voor de celebrant en de gelovigen een hoogtepunt van de Eucharistieviering, waardoor de gelovigen de volheid van het sacrament ontvangen als een heilsdaad voor ieder persoonlijk binnen de gemeenschap van de Kerk. De vereniging van Christus met iedere gelovige die communiceert vraagt om een dankgebed, om aanbidding in godvruchtig stilzwijgen. Het gebed dat er op volgt, de oratio post Communionem, kan de samenvatting van het gebed van ieder persoonlijk en van allen zijn. “In het Gebed na de Communie bidt de priester om de vruchten van het mysterie dat gevierd werd. De gelovigen maken zich dit gebed eigen door de acclamatie “Amen” (Institutio Generalis MR, 56k).

Katholieken hebben een diepe eucharistische notie van wat aanbidding is. Zeer zeker, aanbidding van de goddelijke Majesteit kan op allerlei manieren: het vreugdevolle lof- en danklied (Zonnelied) van de H. Franciscus van Assisi voor zon en maan, water en vuur, de indrukwekkende muziek van de Hohe Messe van J.S. Bach, de hulde in een danklied of psalm om God te loven, de ingetogen stilte in het koor van een kloosterkerk. Katholieken begrijpen ten volle wat het feestgewaad van aanbidding betekent waarmee de schepping zelf is getooid: de lof van God in het suizelen van de westenwind, het zachte ruisen van de branding als je staat op het strand, de zang van het winterkoninkje of de lijster, of het krijsen van de meeuw en het kraaien van de haan.
Het centrale punt van deze aanbidding is voor een katholiek de H. Eucharistie. De H. Mis. Want in de Eucharistie verzamelt zich het gehele koor van aanbidders en komt daar op een punt waar wij (man, vrouw, ieder van ons als uniek schepsel Gods) staan voor de Allerhoogste, namens de gehele schepping. Het is in ons expliciet, bewust, vrijwillig en na rijp beraad aanbieden van de gave van aanbidding dat de zee, de wind en de vogels hun voltooiing vinden in de volledige aanbidding van God. Adam en Eva hadden de opdracht namens de schepping God voor zijn Aanschijn te prijzen. Ook wij moeten trouwe, vriendelijke rentmeesters zijn van Gods schepping en die niet plunderen of ander geweld aandoen. Door de erfzonde is het koor van de aanbidding van de Schepper door de schepsels verstoord geraakt. Dat stemt tot droefheid en leidt tot de kreten die uit de diepte van ons gebroken hart voortkomen: Kyrie eleison, Agnus Dei qui tollis peccata mundi, miserere nobis. Hoe zijn wij vanuit het paradijs tot deze droefenis gekomen. Wij hebben de schepping verstoord. In Adam en Eva zijn ook wij degenen die dat hebben gedaan. En Wie bekommert zich om ons? Wie heeft daarvoor voldoende gezag? Dat is Jezus, wiens Naam betekent: God redt ons van onze zonden. Hij is de Verlosser, het Lam Gods dat Zich omwille van ons aan de Vader aanbiedt in een Offer dat Adam en Eva bevrijdt en ieder van ons en de gehele door onze zonden besmeurde schepping. Voor de katholiek is er een verbinding tussen offer en lof.  Dit zijn geen gescheiden activiteiten, maar ze gaan in elkaar op.
God heeft mij gemaakt naar zijn Beeld, als een uniek schepsel. Aan at schepsel heeft Hij de vrije wil gegeven. Ieder offer dat ik breng is mijn unieke offer. Ik offer met het werk van mijn handen en de woorden van mijn mond, maar daarmee moet ik mezelf offeren. In het offer van mijzelf ligt de ware lof Gods. In de H. Mis offert Christus Zich voor ons. Ons antwoord daarop kan alleen maar zijn dat wij ook onszelf willen offeren en daarmee de lof zingen en Hem aanbidden op de wijze, waarvoor Hij de schepping heeft bedoeld.                                                                                                                                                                                                                    In deze weken en maanden van de coronacrisis horen wij van tijd tot tijd dat nogal wat mensen betreuren dat ze de H. Communie moeten missen. 
Het helpt mogelijk te proberen te leven van al die H. Communies die men eerder wel heeft kunnen ontvangen. Want dat genadeleven draagt men immers nog bij zich.
In een Preek van de H. Leo de Grote, paus (Sermo 12, De Passione, 3, 7 in PL 54, 357) lazen we woensdag van de afgelopen week: “De deelname aan het Lichaam en Bloed van Christus bewerkt niets minder dan dat wij overgaan in Degene die wij nuttigen, en dat wij bij alles zowel in de geest als in het vlees Hem dragen, in Wie wij medegestorven, medebegraven en medeverrezen zijn”.
De onvergelijkelijke kracht van Christus blijft in alle eeuwen.


Collectegebed – Derde zondag van Pasen - definitieve verzekering van het christelijke verrijzenisvertrouwen

Collectegebed – Derde zondag van Pasen 
Verluchting met honingbijen en imkers op een Exsultet-rol.
Niet alleen in woorden maar ook in beelden werd de lof op de bijen in het Exsultet - de Paasjubelzang - tijdens de Paaswake verkondigd. De verluchting werd dikwijls ondersteboven aangebracht, opdat de gelovigen onder het gezang van de diaken deze konden bewonderen tijdens het geleidelijk ontrollen van de tekst over de lezenaar heen.
C o l l e c t e g e b e d
Semper exsultet populus tuus, Deus, renovata animæ iuventute, ut, qui nunc lætatur in adoptionis se gloriam restitutum, resurrectionis diem spe certae gratulationis exspectet.
God, laat uw volk dat Gij geestelijk hebt vernieuwd en verjongd, altijd reden hebben tot vreugde. Wij zijn gelukkig, nu Gij ons weer hebt aangenomen als uw kinderen; geef dat wij de dag van de opstanding hoopvol en blij tegemoet zien.
Poging tot een meer letterlijke vertaling
O God, laat uw volk zich altijd verheugen nu de jeugd van de ziel is vernieuwd, zodat het [volk] dat nu zijn vreugde vindt in het herstel van de glorie van de geestelijke aanneming, met vaste hoop op het geluk naar de dag van de verrijzenis uitziet.
L i t u r g i s c h e   a n t e c e d e n t e n
De oratie heeft haar liturgische antecedenten in het Sacramentarium Leonianum (Verona), 2e helft 6e eeuw en in het Gelasianum, 1e helft 8e eeuw, maar komt niet voor in de preconciliaire edities van het Missale Romanum.

I n h o u d
In het collectegebed van deze zondag roept de Kerk als het ware bewust de herinnering op aan de Paaswake.
Een vergelijkbaar woordgebruik als in dit collectegebed vindt men in de werken van de H. Ambrosius (+ 397), zoals bijvoorbeeld in zijn Expositio Psalmi 118, en zijn De mysteriis,  een uitleg van de sacrale, liturgische mysteries aan de pas gedoopten zoals die werd gegeven na Pasen. Bijvoorbeeld, “adulescens vel certe renovatus aquilae iuventute per baptismatis sacramenta…” (ex. Ps CXVIII, 18, 26).
Zeker kan ook van invloed zijn geweest de zinsnede uit Psalm 102(103),5 (versie Liturgia Horarum, 1983): “renovabitur ut aquilæ iuventus tua”, zoals bij een adelaar wordt u uw jeugd vernieuwd”.
Het psalmvers zelf verwijst naar de legendarische leeftijd van de adelaar in het volksgeloof: in bepaalde perioden zou de adelaar een nieuwe jeugd worden geschonken. Het lag voor de hand het vers toe te passen op Christus en zijn Verrijzenis en van daaruit op de wedergeboorte in het Doopsel. De oratie bidt dat de gelovigen met de symboliek van de adelaar voor ogen steeds mogen jubelen. De opnieuw geschonken jeugd is de heerlijkheid van het Kindschap van God, dat door het Doopsel is hersteld.
Vervolgens richt de oratie haar blik op de definitieve verzekering van het christelijke verrijzenisvertrouwen, op de verrijzenis met de onvervreemdbare vreugde. De nu geschonken vreugde is slechts een voorafbeelding van de eeuwige jubel maar voedt voortdurend de verwachting van de eeuwige zaligheid.
Adoptio is natuurlijk “adoptie” in de betekenis van “als zijn kind aannemen”. We vinden de  zinsnede “adoptionem filiorum Dei … aanneming tot zonen van God” in de Latijnse Vulgaat (cf Gal 4,5;  Ef 1,5 en Rom 8,23). De woorden exsultet en adoptio roepen bij ons opnieuw de Vigilie van Pasen in de herinnering op, het plechtige moment wanneer de diaken het Praeconium Paschale, de aankondiging van Pasen, of het Exsultet, de Paasjubelzang, zingt vóór de kandelaar met de Paaskaars terwijl de gelovigen hun brandende kaarsen in de hand houden. Tijdens de Paaswake worden veel nieuwe Christenen door het Doopsel tot zonen en dochters van de Vader gemaakt (1) middels geestelijke adoptie.
Het Exsultet is mogelijk een compositie van de 5e eeuw. Enkele fragmenten zouden teruggaan tot de H. Ambrosius. Deze grootse proclamatie bevat veel symbolische motieven van licht en duisternis. Een van de beelden betreft het brandende waslicht: “het blijft gevoed door de smeltende was, die moederbij (2) heeft bereid voor deze kostbare fakkel”. Paus Benedictus XVI merkte in zijn homilie tijdens de Paaswake van 2010 op “dat de samenwerking van de levende gemeenschap van gelovigen in de Kerk in een bepaald opzicht lijkt op de activiteit van bijen. Zij bouwt [door het verzamelen van was] de gemeenschap van het licht op. Zo dient de kaars als een oproep om zich in te voegen in de gemeenschap van de Kerk, wier raison d’être is het licht van Christus te laten schijnen over heel de wereld”.
Een andere betekenis van adoptio in het klassieke Latijn is de “toelating van een bij in een nieuwe bijenkorf” (of nieuwe zwerm).
Welk een wonderlijke manier om daarbij te denken aan ernstige en waakzame katholieke Christenen! Mogen al onze werken en woorden de samenwerking weerspiegelen van de genade van God en van de liefde tot onze naasten. Mogen we stralen als brandende kaarsen, als het ware honingzoet!
De connectie gaat wel tamelijk ver, maar onze christelijke gebeden vloeien ons immers toe vanuit een oceaan van heidense en christelijke antieke cultuur. Talrijke woorden zijn afkomstig uit het leger, de landbouw, de filosofie en de religie van de Romeinen.
In deze tekst is onder dankzegging opnieuw (samen met andere bronnen) gebruikt gemaakt van het commentaar van Father John Zuhlsdorf – wdtprs.com 
(1)Op 8 april 2015 ontvingen we verheugend nieuws van een parochiepriester uit Bongo, (Noord-West) Ghana: “We had a great Easter celebration. On Easter night I baptised ninety-one adults. The ceremony started at 8.00 p.m. and ended at 1.30 a.m. This means we were in church for 5 and half hours. On Easter  Sunday I was with another community and baptised 57 adults. Mass started at 9.30 a.m. and ended at 1.30 p.m. This was only 4 hours. We still have baptisms in some communities this April. By the end of April we would have baptised about 600 adults”.
(2)
De door moederbij vervaardigde was vindt men vooral in de oudere teksten van het “Exsultet” terug waar de maagdelijke bijen vol lof worden herdacht als geefsters van de was. In de antieke wereld maar ook in de Middeleeuwen meende men dat de bijen zich ongeslachtelijk voortplantten. Zo zag de katholieke Kerk in de bijenwas, het product van de maagdelijke bijen, zowel het symbool van de H. Maagd en Moeder Gods Maria, als van de uit haar maagdelijke schoot voortgekomen Zoon van God, mensgeworden.
Zo staat in de Exsultet-tekst van het Sacramentarium Gregorianum:
“O waarlijk gelukkige bij, geprezen! Uw geslacht wordt niet door het mannelijke beroerd, uw ongereptheid niet weggenomen door uw kinderen. Zo is ook Maria als maagd geboren, heeft als maagd ontvangen en is maagd gebleven”
En in de Exsultet-tekst van het Sacramentarium Gelasianum:

“Daar we zo het ontstaan van deze substantie [bijenwas] bewonderen, moeten we ook de oorsprong van de bijen loven. De bijen zijn weinig eisend in hun behoeften, vooral kuis in hun voortplanting. Uit vloeibare was bouwen zij celletjes, hun kunstvolle schepping die geen mensenhand kan voortbrengen. Met de voeten dwalen ze over de bloesems, toch vindt men aan de bloemen geen enkele beschadiging. Zij brengen geen nageslacht voort, doch verzamelen met hun mond dat, waarin de ontstaande zwerm gevormd wordt [wasraten], zoals Christus op wonderbare wijze uit de mond van de Vader vooraf voortkwam”.

Reeks Oratio super Munera Derde zondag van Pasen Eeuwige vreugde

Reeks “Oratio super munera - Gebed over de gaven”
Derde zondag van Pasen

Christus ontvangt brood en wijn voor de H. Eucharistie
Geef ons de eeuwige vreugde.

I n l e i d i n g
De jubelende Kerk vraagt God haar gaven te aanvaarden. Dankbaar beseft zij dat het God is die haar het motief tot een nog grotere vreugde heeft geschonken: het Paasmysterie, waarin zij deel krijgt aan de Dood en Verheerlijking van Jezus. Zij vraagt daarom dat uit de overvloedige vreugde van Pasen de eeuwige vreugde mag voortvloeien. De vreugde van Pasen, aan de zwakheid en de onbetrouwbaarheid van de mensen toevertrouwd, is binnen het bereik van de aardse Kerk nog niet definitief verzekerd. Maar desondanks is deze vreugde reeds aanwezig als een kiem van het komende, eeuwige leven, dat uiteindelijk vanuit deze kiem als rijpe vrucht voortkomt. De aardse paasvreugde wortelt in het Paasmysterie en is om die reden niet slechts iets voorlopigs, maar een kracht tot heil voor het eeuwige leven: “Ecce enim propter lignum venit gaudium in universo mundo”, want zie, door de verlossende Dood van Jezus aan het Kruis kwam er vreugde in heel de wereld, tot aan het einde der tijden (eschatologische dimensie). In het Paasgeheim komen Jezus’ lichamelijke Verrijzenis en onze geestelijke verrijzenis door het ontvangen van de Sacramenten samen, en dat beleven wij bij uitstek in de H. Eucharistie.
Moge die Paasvreugde voor ons het onderpand zijn van de eeuwige vreugde!

T e k s t
Missale Romanum – 1970
Suscipe munera, Domine, quæsumus, exsultantis Ecclesiæ,
et, cui causam tanti gaudii præstitisti,
perpetuæ  fructum concede lætitiæ.

Altaarmissaal Nederlandse Kerkprovincie – 1979
Heer, wij bidden U: aanvaard de gaven die de Kerk U vol vreugde brengt.
Nu reeds zijt Gij de bron van onze blijdschap:
geef ons dan ook de eeuwige vreugde.

Werkvertaling 
Aanvaard, Heer, [zo] smeken wij de offergaven van de jubelende Kerk,
en verleen haar, aan wie Gij reden tot zo grote vreugde hebt gegeven,
de vrucht van [de] eeuwige blijdschap.

L i t u r g i s c h e   a n t e c e d e n t e n
De oratio Super munera van vandaag stond in het Missale Romanum 1962 als Secreta op de Eerste zondag na Pasen, Beloken Pasen, (MR 1123) genoteerd, maar is terug te voeren tot  het Sacramentarium Gelasianum Vetus, 496, Vat. Reg. lat. 316, eerste helft van de achtste eeuw.
In het Missale Romanum 1970 staat deze zelfde oratie ook genoteerd in het misformulier van zaterdag onder het paasoctaaf.

S t r u c t u u r a n a l y s e  e n  s t i j l f i g u r e n

1. Suscipe munera, Domine, quæsumus, exsultantis Ecclesiæ,
2a. et, 3. cui causam tanti gaudii præstitisti,
2b. perpetuæ  fructum concede lætitiæ.

De oratie bestaat uit één enkele hoofdzin, opgebouwd uit twee zelfstandige halfzinnen (r. 1 en 2b), verbonden door de nevenschikkende coniunctie et, onderbroken door een relatieve bijzin (r. 3).

Ad 1
Suscipe, aanvaard, neem aan, - prædicaat in de imperativusvorm van suscípere 3, gericht op de anaklese Domine in de vocativusvorm. De imperativus wordt gemilderd door de op zich zelf staande enkelvoudige werkwoordsvorm quæsumus, [zo] vragen wij,  in een tussenzin.
Verg. de openingsregel van de oratie Super munera van Pasen.
Munera exsultantis Ecclesiæ, de offergaven van de jubelende Kerk – object van de imperativus suscipe, op te splitsen in de accusativusvorm munera die wordt toegelicht door de congruerende genitivusvormen exsultantis Ecclesiæ: genitivus explicativus. Exsultantis: genitivusvorm van het participium præsentis activi, hier gebruikt als een adiectivumvorm.

Ad 2a-2b
Et […] concede, verleen, geef, schenk, - prædicaat in de imperativusvorm van concédere, 3, met object perpetuæ  fructum  lætitiæ, samengesteld uit de accusativusvorm fructum, nader geïllustreeerd door de congruerende genitivusvormen perpetuæ lætitiæ (genitivus explicativus).
De hoofdzin bevat klank - / eindrijm: Ecclesiæ, perpetuæ, lætitiæ. De genitivusvormen perpetuæ […] lætitiæ vormen een hyperbaton (uiteenplaatsing)

Ad 3
Cui causam tanti gaudii præstitisti, aan wie U reden van/tot zo grote vreugde hebt geschonken.
Cui, betrekkelijk voornaamwoord in de dativusvorm enkelvoud van qui met Ecclisiæ in r. 1 als antecedent.
Præstitisti, u hebt geschonken, prædicaat van deze reflectieve bijzin in de 2e pers. perfecti activi van præstare, verlenen, geven. Het verbum staat in de indicativusvorm, vanwege de ervaren realiteit dat God de bron en grond van diepe blijdschap is, deze door de Menswording van zijn Zoon en door de verlossende kracht van zijn kruisdood de wereld heeft aangeboden en blijft aanbieden. Het gebruik van de tempus perfectum benadrukt het eenmalige, voltooide aspect van de gebeurtenissen van het Paasmysterie, waarvan de gevolgen voor altijd bestendigd zijn.
Causam tanti gaudii, reden van/tot zo grote blijdschap: object van het prædicaat, opnieuw opgebouwd door een accusativusvorm, causam, en toelichtende congruerende genitivusvormen tanti gaudii. De genitivusvorm kan een genitivus explicativus zijn: oorzaak van zoveel/zo grote blijdschap of een genitivus objectivus oorzaak tot zoveel/zo grote vreugde.
Tot driemaal toe (paralellie) bevat het Gebed over de gaven de constructie: accusativus en dubbele genitivus respectievelijk:
munera […] exsultantis Ecclesiæ
causam tanti gaudii
perpetuæ  fructum lætitiæ.

B e k n o p t  v o c a b u l a r i u m
De oratie Super munera van deze zondag bevat een veelheid aan termen die de paasvreugde tot uitdrukking brengen: exsultantis, genitivusvorm enkelv. van exsultans ppa, juichend; tanti gaudii, gen. enkelv. van tantum gaudium, zo grote / zoveel vreugde en perpetuæ  lætitiæ, gen. enk. van perpetua  lætitia, eeuwige blijdschap.

Gaudium, -i n., vreugde, blijdschap, gejuich, (ge) jubel. Dit substantivum wordt in de meervoudsvorm gaudia dikwijls gekoppeld aan adiectieven of possesiva zoals æterna (eeuwig), sempiterna (eeuwig), magna (groot), nostra (onze), vestra (uw, jullie), paschalia (paas-), cælestia (hemelse) enz. Bijvoorbeeld: “Dignum et congruum est, fratres, ut, post lætitiam Paschæ … gaudia nostra cum sanctis martyribus conferamus”(Ambrosius, preek 22 in lectio 4a, Commune sanctorum martyrum T.P.): Waardig en passend is het, broeders, dat wij na de Paasvreugde… onze blijdschap delen met de heilige martelaren. “Ut mereamur ad æterna gaudia pervenire” (Oratie na de 1e lezing in de Paaswake): opdat wij verdienen de eeuwige vreugde(n) te bereiken.
De begrippen gaudium en lætitia komen ook als pleonasme voor (een begrip wordt nog eens door een ander begrip met dezelfde betekenis, 'dubbelop', versterkt. Soms een opzettellijk gebruikte stijlfiguur om de abundantie te benadrukken). Bijvoorbeeld: “Gaudio paschalis lætitiæ”, met jubelende paasvreugde (Mozar.  Lib. Sacrament. 552)
Voorts heeft de Kerk in haar liturgie twee benamingen bewaard voor de zondagen die de Boetetijd voor Kerstmis en die van Pasen voor een moment doorbreken met een vreugdevol vooruitkijken naar de hoogfeesten van Kerstmis en Pasen: Gaudete! Verheugt u! en Lætare! Weest blij!
Een cumulatie van vreugde vinden we in de antifoon ter ere van Maria in de Paastijd, het Regina cæli, lætare, alleluia! (zie elders op dit weblog) en eveneens in het vers dat op deze antifoon volgt: Gaude et lætare, Virgo Maria, alleluia! Verheug en verblijd U, Maagd Maria! quia surrexit Dominus vere, alleluia! Want de Heer is waarlijk verrezen, alleluia!

Exsultans, exsultet, exsultemus, exsultare: zie vocabularium van Pasen.

De H. Augustinus over het Alleluia van Pasen
(Ex Enarrationibus in psalmos: in ps. 148, 1-2: CCL 40, 2165-2166)
De beschouwing in ons tegenwoordig leven moet bestaan in de lof aan God, omdat de eeuwige jubel in ons toekomstig leven ook de lof aan God zal zijn. En niemand kan geschikt worden voor het toekomstige leven, die zich niet nu daarin oefent.
Nu dus loven wij God, maar vragen Hem ook. Onze lof heeft vreugde, ons gebed heeft zuchten. Want ons is iets beloofd, wat wij nog niet bezitten. Omdat Hij, die beloofd heeft, waarachtig is, verblijden wij ons in de hoop. Maar omdat we nog niet bezitten, zuchten wij in verlangen. Het is goed voor ons te volharden in het verlangen, totdat komt wat beloofd is; dan is het zuchten voorbij en volgt alleen het lofzingen.
Wegens deze twee tijdperken: een dat er nu is, en dat bestaat in de beproevingen en kwellingen van dit leven; het andere, dat dan zal bestaan, in veiligheid een eeuwige jubel, is er voor ons ook ingesteld een tweevoudige tijden-viering: die van vóór en die van na Pasen. De tijd vóór Pasen duidt op de beproeving, waarin wij nu leven. Deze tijd, na Pasen duidt op de gelukzaligheid, waarin wij later zullen leven. Wat we dus voor Pasen vieren, dat doen we nu dan ook; met wat we na Pasen vieren, beduiden we, wat we nog niet bezitten. Daarom beoefenen wij in die eerste tijd het vasten en het gebed; maar in deze, de latere tijd, is er geen vasten meer, maar lofzang; dat is het Alleluja, dat wij zingen.
In ons hoofd, Christus, worden beide tijden voor ons voorafgebeeld en duidelijk gemaakt. Het lijden van de Heer is een beeld van de nood in dit sterfelijke leven, omdat we hier moeten zwoegen en gekweld worden en eindelijk sterven. Maar de verrijzenis en de verheerlijking van de Heer tonen ons het leven, dat wij eens zullen ontvangen.
Nu dan, broeders, vermanen wij u God te loven; en dat is het, wat wij tegen elkaar zeggen, als we uitroepen: Alleluia. Looft de Heer, zegt ge tot een ander, en zegt hij tot u. Als allen elkaar aansporen, doen allen dat ook waartoe zij aangespoord worden. Maar looft Hem met heel uw wezen, dit is looft God niet alleen met uw tong en met uw stem, maar met heel uw bewustzijn, met uw leven, met uw daden.

Want wij loven God nu, als wij samenkomen in het kerkgebouw; en als iedereen weer naar huis gaat is het alsof hij ophoudt God te loven. Maar hij moet niet ophouden goed te leven, dan looft hij God altijd. Alleen dan houdt gij op God te loven, als gij afwijkt van de gerechtigheid van wat aan God behaagt. Maar als gij niet afwijkt van de goede weg, zal uw tong wel zwijgen, maar uw leven zal luid spreken, en Gods oor is op uw hart gericht, zo zijn  Gods oren op onze gedachten gericht.