De H. Eucharistie gaat ons zintuiglijk waarnemen te boven
Onderrichting
van de H. Catharina
van Siena in “De Dialoog” (1)
“Lieve dochter, zet het oog van je verstand
open en kijk in de afgrond van mijn liefde. Bij geen enkel rationeel schepsel
zou het hart niet smelten, wanneer het naast alle andere goede dingen, die ze
van Mij krijgt, het bijzondere cadeau, dat ze in dit sacrament ontvangt,
overdenkt en beschouwt.
Met
welk oog, lieve dochter, behoor je – en alle anderen – naar dit mysterie te
kijken en hoe zou je het kunnen aanraken? Niet slechts met het lichamelijk
zicht- en tastvermogen, want in dit sacrament schieten alle lichamelijke
waarnemingen tekort. Het oog en de hand kunnen alleen de witte substantie van
het brood zien en aanraken. De tong kan slechts de smaak van brood proeven. De
grovere lichamelijke zintuigen worden dus misleid. Maar de ziel kan in haar
waarneming niet worden misleid, tenzij ze dit zou wensen. Dat wil zeggen,
tenzij ze zich het licht van het allerheiligst geloof laat wegnemen door haar
ongeloof.
Hoe kun
je dan dit sacrament werkelijk proeven en zien en aanraken? Met het zintuig van
je ziel. Met welk oog moet het gezien worden? Met het oog van het verstand,
waarin de pupil van het allerheiligste geloof aanwezig is. Dit oog ziet in de
witte substantie geheel God en geheel mens, de goddelijke natuur verenigd met
de menselijke. Het ziet het Lichaam, de Ziel en het Bloed van Christus. Het
ziet zijn Ziel verenigd met het Lichaam en het Lichaam en de ziel verenigd met
mijn goddelijke natuur, ongescheiden, zoals Ik het je openbaarde aan het begin
van je leven.
Kun je
je dat nog herinneren? Ik liet het je zien als opheldering. Aanvankelijk niet
zozeer via het oog van je verstand, maar via je lichamelijke oog, hoewel het
licht zo sterk was, dat je lichamelijke ogen het zicht verloren en jou slechts
het zicht van het oog van je verstand overbleef. De duivel streed immers met
jou over dit sacrament. Daarnaast liet Ik het je zien om je te laten groeien in
de liefde in het licht van het allerheiligst geloof. Je weet nog dat je op een
morgen bij zonsopgang naar de kerk ging voor de Mis. Voordien was je gekweld
door de duivel. Je koos een plaats bij het altaar van het Kruis, terwijl de
priester naar het altaar van Maria ging. Je stond daar en dacht na over je
zonden. Je vreesde namelijk Mij te hebben beledigd door de kwelling, die de
duivel jou aangedaan had. Je overdacht mijn liefde, die jou waardig gemaakt had
de Mis mee te vieren, want je zag in dat je jezelf niet waardig genoeg vond
mijn heilige tempel binnen te gaan. Toen de bedienaar aan de consecratie begon,
richtte je je blik boven zijn hoofd, terwijl hij de woorden van de consecratie
sprak. Ik openbaarde Mijzelf toen aan jou en je zag van mijn borst een licht
uitgaan, zoals een zonnestraal, die uit de cirkel van de zon voortkomt, zonder
ervan gescheiden te worden. Uit het midden van dit licht kwam een duif, die
boven de hostie bleef zweven, door de woorden die de bedienaar uitsprak. Je kon
nog slechts zien met het oog van het verstand, want het lichamelijk oog was er
niet tegen bestand het licht te verdragen. Op die plaats zag en proefde je de
afgrond van de Drie-eenheid, geheel God en geheel mens, verborgen en versluierd
in de witheid van het brood.
Je
begreep, dat het zien van het Licht en de aanwezigheid van het Woord, die je
met je verstand in de witheid van het brood zag, niet tegenhield, dat je
tegelijk de witte substantie van het brood kon zien. De ene visie nam de andere
niet weg. Het zien van de in het brood verborgen Godmens verhinderde niet het
zien van het brood. Noch de witheid, noch het gevoel van het aanraken, noch de
smaak werden ervan weggenomen. Dit werd jou door mijn goedheid getoond, zoals
Ik je zei. Het oog van het verstand had het ware zicht, omdat het de pupil van
het heilig geloof gebruikte. Dit oog moet je belangrijkste middel zijn om te
zien, omdat het niet bedrogen kan worden. Daarom moet je daarmee naar dit
sacrament schouwen.
Hoe zou
je Het moeten aanraken? Met de hand van de liefde. Alleen met deze hand kun je
dat aanraken wat je met het oog van het verstand in dit sacrament hebt herkend.
De ziel raakt Mij aan met de hand van de liefde alsof ze zichzelf moet
verklaren wat ze met het geloof gezien en gekend heeft.
Hoe zou
je Het moeten proeven? Met de smaakpapillen van het heilig verlangen. De
lichamelijke tong proeft slechts de smaak van het brood. Maar het smaakzintuig
van de ziel, dat het heilig verlangen is, proeft God en Mens.
Zie
daarom in, dat de zintuigen van het lichaam misleid zijn, maar die van de ziel
niet. Zij wordt immers verlicht en bevestigd in haar eigen waarnemingen, omdat
ze met de hand van de liefde raakt wat ze met het oog van haar verstand gezien
heeft met de pupil van het heilig geloof. En met haar tong, haar vurig
verlangen, proeft ze mijn brandende liefde, mijn onmetelijke liefde, waarmee Ik
haar waardig gemaakt heb het enorme mysterie van dit sacrament en de genade,
die erin vervat is, te ontvangen.
Weet
dus, dat je dit sacrament niet alleen met lichamelijk waarnemingsvermogen moet
ontvangen en beschouwen, maar liever met je geestelijke zintuigen, en dat je je
ziel op de beschreven manier moet ordenen om dit sacrament te ontvangen, te
proeven en te zien”.
(1)
Ontleend
aan “De Dialoog”van de H. Catharina van Siena [1347-1380], kerklerares.
Stichting De Boog, Arco Reeks 16, 2014, p.189-191)