Lectio altera
Ex Sermónibus sancti Leónis
Magni papæ
(Sermo 8, De passione Domini, 6-8: PL 54, 340-432)
Tweede lezing
Uit de Preken van de H. Leo
de Grote, paus
Sermo 8, De passione Domini, 6-8
Het Kruis van
Christus: bron van alle zegeningen, oorzaak van alle genaden
Ons verstand, dat door de
Geest der waarheid wordt verlicht, moet de glorie van het Kruis, dat in hemel
en op aarde zijn licht uitstraalt, in een zuiver en vrij hart opnemen, en met
innerlijke scherpzinnigheid moet men zien wat Christus bedoelde, toen Hij over
zijn naderend lijden zei: Het uur is gekomen dat de Zoon des mensen zal worden
verheerlijkt; en dan: nu is mijn ziel
onrustig. Wat moet ik zeggen? Vader, red Mij uit dit uur? Maar daarom juist ben
Ik tot dit uur gekomen. Vader, verheerlijk uw Zoon. Toen de stem van de Vader
van de hemel kwam en zei: Ik heb U verheerlijkt en zal U wederom verheerlijken,
antwoordde Jezus, zich tot de omstanders wendend: Niet om Mij was die stem,
maar om u. Nu heeft er een oordeel over de wereld plaats, nu zal de vorst van
deze wereld worden buitengeworpen. En wanneer Ik van de aarde zal zijn
omhooggeheven, zal Ik alles tot Mij trekken.
O wonderbare macht van het
Kruis!
O onuitsprekelijke glorie
van het lijden waarin de rechterstoel van de Heer, het oordeel over de wereld
en de macht van de Gekruisigde is te zien.
Gij hebt, Heer, alles tot U
getrokken, opdat wat in een joodse tempel onder duistere symbolen werd gevierd,
nu door de eredienst van alle volken en overal zou worden gevierd in een
volledig en duidelijk sacrament.
Want nu is de klasse der
levieten duidelijker, de waardigheid van de oudsten groter en de zalving tot
priester heiliger; omdat uw Kruis de bron is van alle zegeningen, de oorzaak
van alle genaden. Door het Kruis wordt aan de gelovigen kracht geschonken uit
zwakte, roem uit smaad, leven uit dood. Nu is er een einde gekomen aan de
verscheidenheid van vleselijke offers en worden al die verschillende offers vervangen
door het ene Offer van uw Lichaam en Bloed, omdat Gij waarlijk zijt het Lam
Gods, dat de zonder der wereld wegneemt, en aldus in U alle mysteries voltrekt,
opdat, zoals er nu één offer plaats heeft in de plaats van alle slachtoffers,
zo ook één heerschappij over alle volkeren.
Laten wij daarom,
zeergeliefden, belijden wat de heilige leermeester der heidenen de apostel
Paulus, juichend beleden heeft: Dit woord is betrouwbaar en volkomen
geloofwaardig: Christus Jezus is in de wereld gekomen om zondaars te redden.
Want daarom is zijn barmhartigheid jegens ons des te wonderbaarder, omdat
Christus niet voor rechtvaardigen of voor heiligen, maar voor zondaars en
goddelozen is gestorven, en ofschoon de natuur van de Godheid niet geraakt kan
worden door de angel van de dood, heeft Hij toch datgene aangenomen – door uit
ons geboren te worden – waardoor hij voor ons het offer kon brengen.
Want reeds vroeger bedreigde
de macht van zijn dood onze dood, toen God door de profeet Osee zei: O dood, ik
zal uw dood zijn, en Ik zal uw doodssteek zijn, onderwereld. Door te sterven
was Hij onderworpen aan de wetten van de wereld, maar Hij heeft deze ontbonden
door te verrijzen: en zo verbrak Hij de bestendigheid van de dood, zodat hij de
dood van eeuwig tot tijdelijk maakte. Want zoals allen in Adam zijn gestorven,
zo worden allen in Christus levend gemaakt.