vrijdag 15 april 2022

Kort commentaar op het Collectagebed Goede Vrijdag Openingsgebed van de Herdenking van het Lijden en Sterven van de Heer – Zonder Kruisdood geen Verrijzenis!

 


Tilman Riemenschneider ca 1460 – 1531, Moeder van Smarten

 

Reminiscere miserationum tuarum, Domine,

et famulos tuos æterna protectione sanctifica,

pro quibus Christus, Filius tuus, per suum cruorem instituit paschale mysterium.

 

Gedenk, Heer, wat Gij gedaan hebt in uw barmhartigheid.

Blijf uw zegen en bescherming verlenen aan uw dienaren

voor wie Christus, uw Zoon, met zijn bloed het Paasfeest heeft ingewijd.

 

Het collectagebed is afkomstig uit het Sacramentarium Gelasianum Vetus (Vat. Reg. lat. 316), 1e helft achtste eeuw, f. 335. Ed. Mohlberg, 1960. Sinds de achtste eeuw werd dit collectagebed, dat zijn plaats had op maandag en dinsdag in de Goede Week, middels een twintigtal codices, verspreid over het vasteland van Europa en de Angelsaksische eilanden, en daar in gebruik in de kathedralen, kapittel- en kloosterkerken.

(Corpus Orationum, tomus CVIII, R-S, Turnhout 1996, oratio nr. 5028)

 “Gedenk uw barmhartigheid, Heer! (Ps 24 (25) 6). Met dit psalmvers begint de Kerk de eerste oratie bij de Herdenking van ’s Heren Lijden en Sterven op Goede Vrijdag. Zo menselijk bidt de Kerk – geleid door het voorbeeld van de Heilige Schrift. Alsof God zijn barmhartigheid zou kunnen vergeten, Hij, die barmhartigheid en liefde is! Goede Vrijdag staat als geen andere dag onder het teken van het Kruis, dat de Kerk in de vieringen van deze dag huldigt, eert en aanbidt: “Crucem tuam adoramus, Domine” , vol eerbied aanbidden wij, Heer, uw Kruis (Antifoon van Goede Vrijdag). Het is het teken van bescherming tegen alle vijandelijke machten. Het is het teken van zegen en heiliging. Alle bescherming en alle heiliging vinden in het Kruis hun oorsprong.

Het vertrouwen van de biddende Kerk is groot. Want Christus heeft voor haar en voor alle (individuele) gelovigen door het vergieten van zijn Bloed het Paasmysterie ingewijd. Heeft Hij het slechts door zijn (Lichaam en) Bloed bewerkt en niet óók door de Verrijzenis?  Dat in deze oratie slechts het Bloed wordt genoemd, heeft zijn betekenis voor de natuur van het mysterie. De Kruisdood van Christus is een offerhandeling, waarvoor het vergieten van het bloed karakteristiek is. Natuurlijk behoort ook de Verrijzenis tot het Paasmysterie zoals bovengenoemde antifoon vervolgt: “et sanctam resurrectionem ruam laudamus et glorificamus: ecce enim propter lignum venit gaudium in universo mundo” en wij zingen de lof van uw heilige verrijzenis: want zie, door het Kruis kwam er vreugde in heel de schepping.

Maar ook de Verrijzenis komt als consequentie van het heil dat het Offer van de Heer heeft bewerkt, van Hem, die “dit alles moest lijden om zo in zijn heerlijkheid binnen te gaan” (Lc 24,26). Wij zijn door zijn Dood en Verrijzenis verlost, waarbij laatstgenoemde heilsdaad in de Offerdood gefundeerd is. Zo heeft het Paasmysterie beide polen, maar de tweede komt voort uit de eerste. In zoverre is dus het uit twee polen bestaande mysterie door het Bloed van Jezus Christus ingezet.

 

Quis non posset contristari,

Christi Matrem contemplari

dolentem cum Filio?

 

Wie wordt niet door leed gegrepen,

als hij schouwt op Christus’ Moeder

in haar leed om deze Zoon?

 

Eia, Mater, fons amoris,,

me sentire vim doloris,

fac ut tecum lugeam.

 

Geef, o Moeder, bron van liefde,

dat ik lijd wat U doorgriefde,

geef mij dat ik met U klaag.