vrijdag 29 april 2022

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Hebdomada II Temporis Paschalis Sabbato


Lectio altera

Ex Constitutióne Sacrosánctum Concílium Concílii Vaticáni secúndi de sacra Liturgía
(Nn. 5-6)
  Tweede lezing

Uit de Constitutie ‘Sacrosanctum Concilium’ van het Tweede Vaticaans Concilie over de Heilige Liturgie
(Nrs. 5-6)

Het plan van de Verlossing

God die wil, dat alle mensen gered worden en tot de kennis der waarheid komen heeft, eertijds vele malen en op velerlei wijzen tot onze vaderen gesproken door de profeten. Maar toen de volheid van de tijd gekomen was, Zijn Zoon gezonden, het vleesgeworden Woord, gezalfd met de heilige Geest, om aan armen de blije boodschap te brengen, om te genezen wier hart gebroken was,  als geneesheer van lichaam en ziel, als Middelaar tussen God en de mensen.
Want Zijn mensheid was, in de eenheid van de persoon van het Woord, het instrument van ons heil. Daarom is in Christus de volmaakte voltooiing van onze verzoening gekomen en de volheid van de goddelijke eredienst ons geschonken.

Dit werk nu van de verlossing der mensen en van Gods volmaakte verheerlijking, dat zijn voorspel had in Gods wonderbare daden aan het volk van het Oude Testament, heeft Christus de Heer volbracht, vooral door het paasgeheim van Zijn zalig lijden, van Zijn verrijzenis en van Zijn glorievolle Hemelvaart. Hierdoor heeft Hij door te sterven onze dood vernietigd, en door te verrijzen ons leven hersteld. Want uit de zijde van de gestorven Christus, hangend aan het kruis, is het wondervolle geheim van de gehele Kerk voortgekomen.

Zoals daarom Christus door de Vader is gezonden, zo heeft ook Hij de apostelen, vervuld van de Heilige Geest, gezonden, niet slechts om door de prediking van het evangelie aan heel de schepping te verkondigen, dat de Zoon Gods door Zijn dood en verrijzenis ons bevrijd heeft van de macht van de satan  en van de dood, en ons heeft overgebracht naar het koninkrijk van de Vader, maar ook om het heilswerk, dat zij verkondigden, door het offer en de sacramenten, waarom zich heel het liturgisch leven beweegt, te voltrekken.

Zo worden de mensen door het Doopsel ingevoegd in het paasmysterie van Christus: met Hem gestorven, met Hem begraven, met Hem opgewekt; zij ontvangen de Geest van kindschap, die ons doet uitroepen: Abba, Vader, en worden zo de ware aanbidders, die de Vader zoekt.
Zo ook verkondigen zij, telkens als zij eten van de maaltijd des Heren, Zijn dood, totdat Hij wederkomt.  Daarom werden op de dag van het pinksterfeest, waarop de Kerk zich aan de wereld openbaarde, zij, die het woord" van Petrus aannamen, gedoopt en zij legden zich ernstig toe op de leer van de apostelen, bleven trouw aan het gemeenschappelijk leven en ijverig in het breken van het brood en het gebed& loofden God en stonden bij het hele volk in de gunst.

Sindsdien is de Kerk altijd blijven samenkomen om het paasmysterie te vieren, door de lezing van wat in al de Schriften op Hem betrekking had, door het vieren van de Eucharistie, waarin de overwinning en de triomf van Zijn dood tegenwoordig worden gesteld en tevens door dank te brengen aan God voor Zijn onuitsprekelijke gave in Christus Jezus, tot lof van Zijn heerlijkheid.