Ad Officium
lectionis
Lectio altera
Ex Epístolis paschálibus
sancti Athanásii epíscopi
(Ep. 14, 1-2: PG 26, 1419-1420)
Tweede lezing
Uit de Paas-brieven van de
H. Athanasius, bisschop
(Ep. 14, 1-2: PG 26, 1419-1420)
Het komende Feest des Heren vieren wij niet met woorden maar met
daden
Dat Woord is ons nabij, dat
alles voor ons is geworden, ik bedoel: Onze Heer Jezus Christus, die belooft
onafgebroken bij ons te zullen blijven.
Daarom roept Hij uit: Zie, Ik ben met u alle dagen der wereld. Maar
zoals Hij de Herder is, de Hogepriester, de Weg en de Deur, en tegelijk alles
voor ons geworden is, zo is ook dit feest en deze plechtigheid voor ons
zichtbaar geworden, zoals de zalige Apostel zegt: Ons Paaslam Christus is voor ons geslachtofferd, De Christus, die
werd verwacht. Maar het lichtte ook op bij het gebed van de Psalmist, toen hij
sprak: Mijn gejubel, ontrukt mij aan hen
die mij omringen. Dit is het ware
gejubel, dit is de echte plechtigheid, namelijk de uitbanning van alle kwaad.
Opdat eenieder daartoe kome, moet hij onberispelijk zijn en met zijn geest zich
oefenen in de rust, die in de vreze Gods opgesloten ligt.
Dat was ook het geval met de
heiligen: zolang zij leefden verheugden zij zich heel hun leven lang als op een
feest. Een van hen, namelijk de zalige David stond ‘s nachts op, niet eenmaal
maar zeven maal, en stemde God gunstig door zijn gebeden. Een ander, de grote
Mozes, verheerlijkte God in zijn gezangen en zong zijn lof om de overwinning op
de Pharao behaald en op hen, die de Hebreeën met zware arbeid onderdrukt
hadden. Later vervulden anderen met voortdurende vreugde hun heilig dienstwerk,
zoals de grote Samuël en de zalige Elias, die door de verdienste van hun
deugden de vrijheid verkregen en nu feest vieren in de hemel, terwijl zij zich
verblijden over hun vroeger pelgrimeren in schaduw, maar thans de waarheid
kunnen onderscheiden van de voorafbeelding.
Maar nu wij het plechtig
feest vieren, welke wegen zullen wij dan inslaan? En nu wij dit feest naderen,
wie zullen wij dan als leider hebben? Niemand anders voorzeker, mijn geliefden,
dan Hem, die gij zelf met mij onze Heer noemt, Jezus Christus, die zegt: Ik ben de weg. Hij is het zoals de
heilige Johannes zegt: die de zonden van
de wereld wegneemt. Hij zuivert onze zielen, zoals de profeet Jeremias
ergens zegt: Gaat op de wegen staan en
kijkt en ziet welke de goede weg is en op de weg zult gij zuivering vinden voor
uw zielen.
Vroeger was het bloed van
bokken en de besprenkeling met de as van een jonge koe over onreinen geschikt
slechts het lichaam te reinigen; maar nu wordt eenieder overvloedig gereinigd
door de genade van het Woord Gods. Als wij nu bereid zijn Hem te volgen, zal
het ons toegestaan zijn hier als in de voorhoven van het hemels Jeruzalem een
voorsmaak te hebben van het eeuwig feest; zoals ook de zalige Apostelen, die de
Verlosser als hun Leider volgden, en toen onze leermeesters waren van die
genade en die dit nu nog zijn; want zij zeiden: Zie, wij hebben alles verlaten en zijn U gevolgd. Wij volgen
namelijk de Heer ook; en vieren het feest des Heren niet alleen met woorden
maar ook met daden.