Lezingen van het Lezingenofficie
Augustinus leest Paulus, fresco van Benozzo Gozzoli
(1420-1497)
Eerste lezing
Uit de Brief van de Apostel
Paulus aan de Kolossenzen 3, 1-17
Het nieuwe leven
Als u nu met
Christus uit de dood bent opgewekt, streef dan naar wat boven is, waar Christus
zit aan de rechterhand van God. Richt u op wat boven is, niet op wat op aarde
is. U bent immers gestorven, en uw leven ligt met Christus verborgen in God. En
wanneer Christus, uw leven, verschijnt, zult ook u, samen met Hem, in luister
verschijnen.
Laat dus wat
aards in u is afsterven: ontucht, zedeloosheid, hartstocht, lage begeerten en
ook hebzucht – hebzucht is afgoderij –, want om deze dingen treft Gods toorn
degenen die Hem ongehoorzaam zijn. Vroeger hebt u ook die weg gevolgd en zo
geleefd, maar nu moet u alles wat slecht is opgeven: woede en drift, vloeken en
schelden. Bedriegt elkaar niet, nu u de oude mens en zijn leefwijze afgelegd
hebt en de nieuwe mens hebt aangetrokken, die steeds vernieuwd wordt naar het
beeld van zijn schepper en zo tot inzicht komt. Dan is er geen sprake meer van
Grieken of Joden, besnedenen of onbesnedenen, barbaren, Skythen, slaven of
vrijen, maar dan is Christus alles in allen.
Omdat God u
heeft uitgekozen, omdat u zijn heiligen bent en Hij u liefheeft, moet u zich
kleden in innig medeleven, in goedheid, bescheidenheid, zachtmoedigheid en
geduld. Verdraagt elkaar en vergeeft elkaar als iemand een ander iets te
verwijten heeft; zoals de Heer u vergeven heeft, moet u elkaar vergeven. En
bovenal, kleedt u in de liefde, dat is de band die u tot een volmaakte eenheid
maakt. Laat in uw hart de vrede van Christus heersen, want daartoe bent u
geroepen als de leden van één lichaam. Wees ook dankbaar. Laat Christus’ woorden
in al hun rijkdom in u wonen; onderricht en vermaant elkaar in alle wijsheid,
zingt met heel uw hart psalmen en hymnen voor God en liederen die de Geest u
vol genade ingeeft. Doe alles wat u zegt of doet in de naam van de Heer Jezus,
terwijl u God, de Vader, dankt door Hem.
Tweede lezing
Uit de Preken van de H.
Augustinus, bisschop
(Sermo 8, in octava Paschæ I, 4: PL 46, 838. 841)
Een nieuwe schepping in Christus
De volgende preek werd
gehouden door bisschop Augustinus in zijn bisschopskerk te Hippo op de
octaafdag van Pasen, Beloken Pasen. Het
juiste jaar is ons niet bekend. Hij richt zich uitdrukkelijk tot de
pas-gedoopten, de neofytes, die deze zondag hun witte klederen aflegden en in
hun eigen kleding naar de kerk kwamen. Moederlijk worden ze door de Kerk ontvangen.
Deze zal ze voeden met de spijs van de kinderen Gods, de H. Eucharistie. Heel
hun leven zal een geestelijke verrijzenis moeten zijn. Als gedoopten en door de
Kerk gevoede kinderen zullen zij overwinnen door het geloof. Met gepaste
fierheid en vreugde spreekt de H. Augustinus hen toe in de volgende homilie.
Mijn woord richt zich tot u,
pas-geboren kinderen, kleinen in Christus, nieuw kroost van de Kerk, genade van
de Vader, vruchtbaarheid van de Moeder, vrome spruit, jeugdige schare, bloem
van onze eer en vrucht van onze arbeid, mijn vreugde en mijn kroon, gij allen
die gegrondvest zijt in de Heer.
Met apostolische woorden
spreek ik u toe: Doet aan de Heer Jezus Christus, en onthoud u van vleselijke
lusten, opdat ge in het leven Hem aandoet met Wie gij in het sacrament zijt
bekleed. Want zij die in Christus gedoopt zijn, hebben zich met Christus
bekleed. Er bestaat niet langer onderscheid tussen Jood en Griek, tussen slaaf
en vrije, tussen men en vrouw; want allen zijt gij één in Christus Jezus.
Dat bewerkt de kracht van
het Sacrament. Het is het sacrament van het nieuwe leven, dat in dit leven
begint bij de vergiffenis van aller vroegere zonden, maar dat voltooid zal
worden bij de verrijzenis van de doden. Door de Doop in Christus’ dood zijt gij
met Hem begraven, opdat, zoals Christus uit de doden is verrezen, zo ook gij
een nieuw leven zoudt leiden.
Zolang gij in dit sterfelijk
lichaam nog verwijderd leeft van de Heer, wandelt gij nog in het geloof.
Christus Jezus zelf als mens is voor u de zekere weg geworden, die naar Hem
leidt, wat Hij zich verwaardigd heeft voor ons te worden. Want Hij heeft veel
aangenaams weggelegd voor die Hem vrezen.
Hij zal dit openstellen en
vervolmaken voor hen, die op Hem hopen, daar wij datgene, war wij nu in hoop
ontvangen, ook eens in werkelijkheid zullen ontvangen.
Vandaag is het de octaafdag
van uw geboorte, vandaag wordt het zegel van het geloof in u voltooid, dat bij
de oude vaders door de besnijdenis in het vlees geschiedde op de achtste dag na
de vleselijke geboorte. Vandaar dat de Heer zelf zich bevrijdde van de
sterfelijkheid van het vlees, niet door met een ander lichaam te verrijzen maar
door zijn eigen Lichaam op te wekken, dat niet meer sterven kon, en zo heeft
Hij die dag als de ‘Dag des Heren’ getekend door zijn verrijzenis, die na de
dag van zijn lijden de derde dag was, maar in het getal dagen na de sabbath de
achtste, en tegelijk ook de eerste van de week.