woensdag 6 april 2022

Kort commentaar op het Collectagebed Dinsdag in de 5e week van de Veertigdagentijd Voor allen die in dienst van God zijn bestemd en mensen met een bijzondere roeping Gods lof te zingen.

  


Da nobis, quæsumus, Domine, perseverantem in tua voluntate famulatum,

ut in diebus nostris et merito et numero populus tibi serviens augeatur.

 

Heer, wij vragen U: geef ons een onwankelbare trouw in de dienst van Uw wil,

opdat in onze dagen het volk, dat U dient, toeneemt in verdiensten en aantal.

 

Het collectagebed is afkomstig uit het Sacramentarium Gregorianum (Hadrianum), 9e eeuw, (Ed. Lietzmann 1921) folio 4 en was in het Romeins Missaal 1962 de Oratio super populum op dinsdag na Passiezondag.

De biddende Kerk beschouwt al ons dagelijks doen en laten als een aan God bewezen dienst. Daarom moet ons werken overeen komen met de Wil van God, en wel bestendig. Het collectagebed (tijdens de H. Mis), dat in deze Veertigdagentijd tijd dag aan dag liturgisch hetzelfde is als de oratie in het Getijdengebed, vraagt ons de genade te geven om hiertoe in staat te zijn. Het collectagebed denkt daarbij niet alleen aan de individuele biddende persoon, maar ook aan het gehele Volk Gods, en het vraagt dat God door middel van dit gebed, het volk dat Hem dient ‘merito et numero’ (in verdienste en aantal) mag groeien.

Wij zouden zeggen ‘kwalitatief en kwantitatief’. Dus niet alleen maar kwalitatief. Het aantal bestaat immers uit de optelsom van alle individuele mensen, die God heeft geschapen, en die Hij ieder op zich heeft bestemd voor het eeuwige leven. Natuurlijk ook niet alleen maar kwantitatief. Want het aantal zou niets voorstellen, wanneer het individueel en collectief van nul en generlei waarde was.

Het gebed geldt voor alle mensen, omdat zij immers allen voor de dienst van God zijn bestemd, individueel en collectief.

De Kerk denkt echter ook bijzonder aan degenen die op grond van een speciale roeping dienst doen in het Huis van God. In dit opzicht is de oratie in meer specifieke zin een gebed om priesters en diakens alsook voor andere mannen en vrouwen die in de Kerk dag en nacht de lof van God in het Goddelijk Officie bezingen. 

Paratum cor meum, Deus, paratum cor meum, cantabo et psallam. 

O God! mijn hart is bereid; ik zal zingen en psalmen jubelen.