Lectio
altera
Ex Sermónibus sancti Bernárdi abbátis
(Sermo 5 in Adventu Domini, 1-3: Opera omnia,
Edit. cisterc. 4 [1966], 188-190)
Tweede lezing
Uit
de Preken van de H.Bernardus
Het
Woord Gods zal onder ons komen
Wij kennen een drievoudige
komst van de Heer. De derde komst nu is de middelste van deze drie. De eerste
en de laatste zijn duidelijk waarneembaar, maar niet de tweede. Bij de eerste
komst namelijk is Hij op aarde gezien en ging Hij om met de mensen, toen, zoals
Hijzelf zegt, zij én zijn werken hebben gezien én Hem hebben gehaat. Bij de
laatste komst echter zal alle vlees Gods heil aanschouwen, en zullen zij
opzien naar Hem die zij doorstaken. De middelste komst is in verborgenheid,
waarbij alleen de uitverkorenen Hem in zichzelf zien en waardoor hun zielen
zalig worden. Bij zijn eerste komst dan kwam Hij in het vlees en in zwakheid,
bij deze middelste in geest en kracht, bij de laatste komt Hij in glorie en
majesteit.
Die middelste komst nu is
een bepaalde weg langs welke men van de eerste tot de laatste komt: bij de
eerste was Christus onze verlossing, bij de laatste zal Hij als ons leven
verschijnen, in deze middelste is Hij onze rust en onze troost.
Maar om te voorkomen, dat
iemand het voor een eigen uitvindsel houdt, wat wij over deze middelste komst
zeggen, moeten wij Hemzelf horen: Als iemand Mij bemint, zegt Hij, zal
hij mijn woord onderhouden, en mijn Vader zal hem beminnen en Wij zullen tot
hem komen. Want elders heb ik gelezen: Die God bemint, zal het goede
doen; maar ik denk, dat er nog iets meer wordt gezegd over die bemint,
omdat hij de woorden onderhoudt. Waar moeten die dan onderhouden worden? Zonder
twijfel in het hart, zoals de Profeet zegt: Ik heb uw uitspraken in mijn
hart verborgen, om niet tegen U te zondigen.
Bewaar op deze wijze Gods
woord: Want zalig zij, die dat bewaren. Verberg het dus in het binnenste
van uw ziel; het moet daar overgaan in uw genegenheden en uw gedrag. Eet het
goede en laat uw ziel zich vermeien in die overvloed. Vergeet niet uw brood te
eten, laat uw hart niet verdorren, maar moge uw ziel van het vette voedsel
worden vervuld.
Als ge zo Gods woord
bewaart, wordt ge er zonder twijfel zelf door bewaard. Want tot u zal de Zoon
komen met de Vader: komen zal de grote Profeet, die Jeruzalem zal hernieuwen en
Hij maakt alles nieuw. Dat zal deze komst bewerken, opdat, zoals wij de
gestalte van de aardse (mens) hebben gedragen, wij zo ook de gestalte van de
hemelse dragen. Zoals de oude Adam zich in heel de mens uitgestort heeft en
hem geheel in bezit nam, zó moet nu Christus hem geheel bezitten, die hem
geheel geschapen heeft, geheel verlost en geheel zal verheerlijken.