zaterdag 20 november 2021

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Hebdomada XXXIII per annum Sabbato Satiabor cum apparuerit gloria tua. Ik zal verzadigd worden wanneer uw glorie verschijnt.


   Ad Officium lectionis

  
Lectio altera

Ex Collatiónibus sancti Thomæ de Aquíno presbýteri
(Coll. super Credo in Deum: Opuscula theologica 2, Taurini 1954, pp. 216-217)

Tweede lezing

Uit de ‘Collationes’ van de H. Thomas van Aquino, priester
(Coll. super Credo in Deum: Opuscula theologica 2, Taurini 1954, pp. 216-217)
Ik zal verzadigd worden wanneer uw glorie verschijnt

Heel passend wordt bij het eind van al onze verlangens, namelijk het eeuwig leven, als slot van de geloofspunten in het Symbolum  gegeven, wanneer gezegd wordt: (ik geloof) ‘in het eeuwig leven. Amen’.

In het eeuwig leven ligt op de eerste plaats opgesloten, dat de mens met God verenigd wordt. Want God zelf is de beloning en het einddoel van al onze werken: Ik ben u tot beschermer; overgroot zal uw loon zijn. Maar die vereniging bestaat in het volmaakt aanschouwen: Thans zien wij in een spiegel, onduidelijk, maar dan van aangezicht tot aangezicht

Ook bestaat het eeuwig leven in de hoogste lof, zoals de Profeet zegt: Men zal er vreugde en blijdschap in vinden, dankzegging en lofgezang.

Het bestaat ook in de volmaakte bevrediging van onze verlangens, want daar zal iedere zalige nog meer bezitten dan hij heeft verlangd en gehoopt. Dat is ook de reden, waarom niemand in dit leven zijn verlangens volledig kan bevredigen en ook nooit enig schepsel het verlangen van de mens kan verzadigen. Want God alleen kan verzadigen en overtreft alles tot in het oneindige. Vandaar dat er voor ons nergens rust is dan in God, zoals Augustinus zegt:  Gij hebt ons, Heer, voor U gemakt, en ons hart is onrustig totdat het rust in U.

En omdat de heiligen in het vaderland God volmaakt zullen bezitten, is het duidelijk dat daar hun verlangens verzadigd worden en de glorie daar nog bovenuit gaat. En zo zegt de Heer: Ga binnen in de vreugde van uw Heer. En Augustinus zegt: Niet heel de vreugde zal binnengaan in de verheugden, maar alle verheugden zullen binnengaan in de vreugde. Ik zal verzadigd worden, wanneer uw glorie verschijnt; en wederom: Die al uw verlangens bevredigt.

Want al wat begerenswaardig is, is daar geheel in overvloedige mate. Als er genoegens worden begeerd, dáár zal het hoogste en volmaakste genoegen zijn, want over dat hoogste goed, namelijk God, wordt gezegd: Aan uw rechterhand overvloedige vreugden voor eeuwig.
Ook bestaat het in het aangename gezelschap van alle zaligen, want dit gezelschap zal het meest begerenswaardig zijn, omdat ieder met alle heiligen al het goede zal bezitten. Want iedereen zal de ander beminnen als zichzelf, en zo zal men zich over het geluk van de ander verheugen als over zijn eigen geluk. Zo zal het ook geschieden, dat de blijdschap en de vreugde van ieder afzonderlijk zoveel groter wordt als de vreugde is van allen.