Paus Leo I – Leo Magnus 440-461 staat als eerste in de rij heiligen die het Romeinse Martyrologium vandaag herdenkt:
“De gedachtenis van de heilige paus Leo I, kerkleraar, die werd geboren in Etrurië [Italië] en die zich eerst in de stad Rome een zorgzaam diaken betoonde. Vervolgens werd hij verheven tot de Stoel van Petrus en terecht heeft men hem “de Grote” genoemd, zowel omdat hij zijn kudde voedde met zijn voorbeeldige en wijze prediking, als ook omwille van zijn rechtzinnige leer over de Menswording van God, die door zijn gezanten krachtig werd uitgedragen op het Oecumenische Concilie van Chalcedon. Ten slotte ontsliep hij in de Heer te Rome, waar op deze dag zijn bijzetting plaats vond bij het graf van de heilige Petrus”.
Leo I de Grote (Toscane, 400 - Rome, 10 november 461) was de 45ste paus van de rooms-katholieke Kerk en de eerste paus wiens levensloop duidelijk bekend is en over wie informatie bewaard is gebleven.
Zijn werk voor een politiek van vrede en als paus waren van hoog niveau. Beide activiteiten zag hij als dienen. Zijn brieven, geschriften en preken onderscheiden zich door een klassieke stijl, heldere formulering, schoonheid en aansprekende expressie.
In 1754 werd hij door paus Benedictus XIV tot kerkleraar uitgeroepen. Bij het 15e eeuwfeest van Leo’s dood schreef paus Joannes XXIII op 11 november 1961 de encycliek Aeterna Dei sapientia met als ondertitel: De Zetel van Petrus als centrum van christelijke eenheid waarin teruggegrepen wordt op het christelijk eenheidsstreven onder invloed van paus Leo in zijn tijd, dat gekenmerkt werd door geduld en liefde.
Op 5 maart 2008 gaf paus Benedictus XVI tijdens de algemene audiëntie in zijn catechesereeks over kerkvaders, kerklaren en heiligen een overzicht van zijn leven, werken en betekenis voor het civiele leven van zijn tijd en voor het gezag van de Zetel van Petrus.
Beroemd geworden en populair gebleven is vooral de ontmoeting met Attila, de aanvoerder van de Hunnen. Deze liet zich overreden door paus Leo af te zien van een verdere invasie van Italië nadat de noordwestelijke regio’s reeds waren verwoest. Deze fascinerende ontmoeting werd vastgelegd in de beeldende kunst en is tekenend voor de vredesactiviteiten die de Paus ontplooide.
Ook in zijn kerst- en paaspreken toont paus Leo zich een “verus pastor” en een “pater animarum” en ieder jaar opnieuw ontroert in de 2e lezing van het nachtofficie van Kerstmis de manier waarop hij zijn gelovigen toen, maar ook nu aanspreekt: “Agnosce, o christiane, dignitatem tuam” – “Erken, christen, uw waardigheid, en wil, eenmaal deelgenoot geworden aan de goddelijke natuur, niet door onwaardig gedrag terugkeren naar uw vroegere boosheid. Gedenk van welk Hoofd en Lichaam gij een lidmaat zijt! Herinner u dat gij, ontrukt aan de macht van de duisternis, zijt overgebracht naar Gods licht en zijn Rijk”.
Naar paus Leo werd het Sacramentarium Leonianum, ook Sacramentarium Veronense genoemd; dit is een collectie van liturgische gebeden uit de 7e eeuw, die door de ontdekker van dit handschrift aan paus Leo I werd toegeschreven op grond van de formulering van de gebeden zoals gebruikelijk in de Romeinse liturgie van de 5e eeuw.
Paus Leo en het paasmysterie
Paus Leo weet in zijn preken over het paasmysterie zijn visie op Christus’ lijden en dood prachtig te vertolken: het mysterie van de kruisdood is een mysterie van verheffing en verheerlijking, dat vreugde en geen droefheid opwekt, een opvatting die eigen is aan de oudchristelijke spiritualiteit en bijbels is gefundeerd. In het lijden, sterven, de verrijzenis en de verheerlijking van Christus worden de grote “sacramenten” van het Oude Verbond: het slachten van het Paaslam, de uittocht uit het Egypte van zonde en dood, de reddende doortocht door de Rode Zee en de intocht in het land van belofte, tot vervulling gebracht. Het Pascha van Christus, door Hemzelf bewerkt en bestemd is de levensbron van het nieuwe Israel. De viering van de paasmysteries is dan ook een medesterven, medebegraven worden en medeverrijzen en zo geënt worden op Hem als levende ledematen. Vooral door de paassacramenten van Doopsel en H. Eucharistie worden wij in het Christusmysterie binnengeleid. “Hier”, aldus paus Leo “wordt het lichaam van de herborene het vlees van de Gekruiste” en “bewerkt de deelname aan Christus’Lichaam en Bloed, dat wij veranderd worden in datgene wat wij nuttigen”. Tegen deze achtergrond wordt de Verrezen Heer dan ook afgebeeld als de Goede Herder die Zijn kudde op de wei van Zijn Kerk voedt met Zijn paassacramenten, voorgesteld in de catacomben en in de absiden van de oude christelijke kerken.
(Vgl. F. Vromen osb, Inl. op Leo de Grote, Preken voor het Liturgisch Jaar. Paasmysterie. Oosterhout, 1961)
Bidden wij dat de Kerk op voorspraak van de heilige paus Leo standvastig in de leer mag blijven en duurzame vrede mag genieten.