Ex Catechésibus sancti Cyrílli Hierosolymitáni epíscopi (Cat. 15, 1-3: PG 33, 870-874)
Second Reading
St Cyril of Jerusalem
The twofold coming of Christ
We do not preach only one coming of Christ, but a second as well, much more glorious than the first. The first coming was marked by patience; the second will bring the crown of a divine kingdom.
In general, whatever relates to our Lord Jesus Christ has two aspects. There is a birth from God before the ages, and a birth from a virgin at the fullness of time. There is a hidden coming, like that of rain on fleece, and a coming before all eyes, still in the future.
At the first coming he was wrapped in swaddling clothes in a manger. At his second coming he will be clothed in light as in a garment. In the first coming he endured the cross, despising the shame; in the second coming he will be in glory, escorted by an army of angels.
We look then beyond the first coming and await the second. At the first coming we said: Blessed is he who comes in the name of the Lord. At the second we shall say it again; we shall go out with the angels to meet the Lord and cry out in adoration: Blessed is he who comes in the name of the Lord.
The Saviour will not come to be judged again, but to judge those by whom he was judged. At his own judgement he was silent; then he will address those who committed the outrages against him when they crucified him and will remind them: You did these things, and I was silent.
His first coming was to fulfil his plan of love, to teach men by gentle persuasion. This time, whether men like it or not, they will be subjects of his kingdom by necessity.
The prophet Malachi speaks of the two comings. And the Lord whom you seek will come suddenly to his temple: that is one coming.
Again he says of another coming: Look, the Lord almighty will come, and who will endure the day of his entry, or who will stand in his sight? Because he comes like a refiner’s fire, a fuller’s herb, and he will sit refining and cleansing.
These two comings are also referred to by Paul in writing to Titus: The grace of God the Saviour has appeared to all men, instructing us to put aside impiety and worldly desires and live temperately, uprightly, and religiously in this present age, waiting for the joyful hope, the appearance of the glory of our great God and Saviour, Jesus Christ. Notice how he speaks of a first coming for which he gives thanks, and a second, the one we still await.
That is why the faith we profess has been handed on to you in these words: He ascended into heaven, and is seated at the right hand of the Father, and he will come again in glory to judge the living and the dead, and his kingdom will have no end.
Our Lord Jesus Christ will therefore come from heaven. He will come at the end of the world, in glory, at the last day. For there will be an end to this world, and the created world will be made new.
Uit de Onderrichtingen van de heilige Cyrillus, bisschop van Jeruzalem († 348)
De tweevoudige komst van Jezus Christus.
Wij verkondigen de komst van Christus. Niet alleen zijn eerste komst, maar ook de tweede, die veel heerlijker zal zijn dan de eerste. Want de eerste stond in het teken van de beproeving, de tweede voert de kroon van de goddelijke heerschappij.
Want bij onze Heer Jezus Christus verloopt alles meestal op tweevoudige wijze: een tweevoudige geboorte, de ene uit God vóór alle tijden, de andere uit de Maagd bij de volheid van de tijden; een tweevoudige nederdaling, de ene onmerkbaar, zoals de dauw op de vacht van Gideon, de tweede in volle klaarheid, die nog moet komen.
Bij zijn eerste komst werd Hij in doeken gewikkeld in een kribbe, bij zijn tweede is Hij met licht bekleed als met een mantel. Bij de eerste doorstond Hij de beproeving van het kruis en gaf Hij niet om vernedering en smaad, bij de tweede komt hij omstuwd door een legerschaar van engelen, in heerlijkheid.
Daarom houden wij het niet alleen bij zijn eerste komst, maar zien wij ook uit naar de tweede. Bij zijn eerste komst hebben wij geroepen: ‘Gezegend de Komende in de naam des Heren’ (Mt. 21, 9), bij de tweede zullen wij weer hetzelfde roepen. Met de engelen zullen we Hem tegemoet trekken, voor Hem knielen en roepen: ‘Gezegend de Komende in de naam des Heren’. De Verlosser zal dan komen, niet om zich opnieuw te laten vonnissen, maar om vonnis te spreken over hen die Hem hebben gevonnist. De eerste keer zweeg Hij, toen men Hem veroordeelde. Maar dan zal Hij de misdadigers die Hem bij zijn kruisgang onmenselijk hebben behandeld, aan hun daden herinneren en zeggen: ‘Zou ik dan zwijgen als gij zo iets doet?’ (Ps. 50 (49), 21). Eerst kwam Hij, volgens het heilsplan, om de mensen met aandrang te onderrichten, maar dan zullen zij zich noodgedwongen aan zijn heerschappij onderwerpen, zelfs tegen hun wil.
Over die beide komsten spreekt de profeet Maleachi: ‘Plotseling zal de Heer in zijn heiligdom binnentreden, de Heer die gij zoekt’ (Mal. 3, 1). Dat betreft zijn eerste komst. Maar dan spreekt Maleachi over zijn tweede komst: ‘De bode van het verbond, naar wie gij met vreugde uitziet. Zie, Hij komt, de Heer van de machten. Maar wie verdraagt de dag van zijn komst? Wie blijft er staande, als Hij verschijnt? Want Hij is als het vuur van de smelter, als het loog van de blekers. Hij zal zich neerzetten, Hij die het zilver smelt en reinigt’ (Mal. 3, 1-3).
Ook Paulus verwijst naar deze dubbele komst van de Heer, wanneer hij aan Titus schrijft: ‘De genade van God, bron van heil voor alle mensen, is op aarde verschenen. Zij leert ons goddeloosheid en wereldse begeerten te verzaken en bezonnen, rechtvaardig en vroom te leven in deze tijd, terwijl wij uitzien naar de zalige vervulling van onze hoop, de openbaring van de heerlijkheid van onze grote God en Heiland, Christus Jezus’ (Tit. 2, 11-13). Ziet gij hoe Paulus spreekt over een eerste komst die hij dankbaar gedenkt, én over een tweede waarnaar wij uitzien?
Daarom is de inhoud van het geloof dat wij belijden, aldus overgeleverd: wij geloven in Hem ‘die opgevaren is ten hemel en zit aan de rechterhand van de Vader, die zal weder komen in heerlijkheid, om te oordelen de levenden en de doden, en aan zijn rijk komt geen einde’. Onze Heer Jezus Christus zal dus uit de hemel komen. Bij het einde van deze wereld zal Hij komen in heerlijkheid, op de laatste dag. Want aan deze wereld zal een einde komen, en deze geschapen wereld zal weer nieuw geschapen worden.