In oktober heb ik mijn jaarlijkse retraite gedaan bij de Kanunnikessen van het H. Graf. Daar ben ik
praktisch opgegroeid, bij wijze van spreken, in de Priorij en rond de Basiliek. Zesmaal per dag gaat
het kloosterklokje, voor mij een heel bekend geluid uit mijn jonge jaren en het geeft een beetje een
“thuisgevoel”. De zusters gaan dan naar de kapel voor het getijdengebed. Maar méér nog: hoe mooi en
belangrijk is het te weten dat deze zusters voor jebidden, heel de dag door, terwijl wij bezig zijn met
ons werk, onze bezigheden.
De zusters Augustinessen uit Utrecht hadden de nieuwe burgemeester uitgenodigd
voor een kennismaking. En bij die gelegenheid vertelde zij: “Wat een heerlijk gevoel, als
ik uw kloosterklokje hoor klinken in mijn werkkamer, wanneer u het avondgebed gaat
bidden. Mijn hoofd vloeit over van zoveel politieke en menselijke vraagstukken. Er gaat
dan een enorme kracht vanuit te weten dat u daar - onopvallend - voor ons, voor mij,
bidt. Dat geeft zoveel rust en kracht!”
De lezingencyclus in de liturgie van de Advent begint met verhalen over het einde van
de wereld. Niet zo passend bij dat warme gevoel dat wij hebben als de advent is
begonnen en er allerlei groen en kaarsen in huis gehaald worden. Maar wel passend bij
het gevoel dat ons in deze tijd kan overweldigen. Een blijkbaar niet te stoppen
pandemie, vluchtelingen - gebruikt door gewetenloze politici - opgesloten tussen twee
grenzen, angst voor de toekomst van onze planeet, vragen als: waar moet het naartoe?
Kortom, donkere wolken.
Advent betekent dat God een nieuw begin gaat maken. Waar de mens is vastgelopen,
het niet meer weet, angst die de mens overweldigt, daar komt God ons te hulp. De
gezangen klinken: “Troost, troost toch Heer uw volk” en “O kom, Emanuel kom”. Dat is
toch wat wij vieren met kerstmis: een nieuw begin. God wordt mens in een klein en
kwetsbaar kind. De Advent wil ons daarop voorbereiden. Een tijd van stille inkeer, een
tijd van bezinning en gebed ook. Een tijd van ommekeer van wegen die niet goed zijn.
Bidden is niet meer voor ieder vanzelfsprekend, hoeveel mensen kunnen dat zelfs niet
meer, of lopen verloren in de drukte van de tijd. Is het dan niet een troostrijke, sterkende
en bemoedigende gedachte dat zovele monialen en monniken, onopvallend, een aantal
keren per dag, om de nacht, de morgen en de middag en avond te heiligen, voor ons
bidden? Voor mij wel. Dat kloosterklokje heeft mij in de retraite zoveel bemoediging
gegeven. En als bij ons het Angelus luidt denk ik er weer dankbaar aan, terwijl ik het
Engel des Heren bid en in gedachten met hen verenigd ben in gebed.
In deze geest wens ik u een inspirerende en troostvolle Advent.