dinsdag 31 mei 2022
1 Juni - H. Justinus, martelaar Ik heb de ware leer van de christenen aangehangen.
Uit de martelaarsakten van de heilige Justinus († ca. 163) en zijn gezellen
Ik heb de ware leer van de christenen aangehangen.
In de tijd van de verwoede voorvechters van de afgodendienst werden in stad en land goddeloze decreten tegen de christenen afgekondigd om hen te dwingen aan de afgodsbeelden te offeren. De gelovige mannen werden gegrepen en voorgeleid bij Rusticus, de prefect te Rome. Toen zij voor de rechterstoel stonden, zei de prefect tegen Justinus: ‘Onderwerp u aan de goden en gehoorzaam aan de keizer.’ Justinus antwoordde: ‘Wie de geboden van onze Verlosser Jezus Christus naleeft, verdient blaam noch straf.’
Rusticus zei: ‘Welke leer belijdt gij?’ Justinus zei: ‘Alle wijsgerige systemen heb ik bestudeerd en ik heb mij aangesloten bij de ware leer van de christenen, hoewel die niet in de smaak valt bij mensen, die zich door een dwaalleer laten misleiden.’
‘Arme man! Die leer bevalt jou?’ Justinus zei: ‘Ja, want ik beschouw haar als de juiste opvatting.’
De prefect zei: ‘Wat houdt die leer in?’ Justinus zei: ‘Wij vereren de God van de christenen, die wij beschouwen als de enige maker vanaf het begin en de bouwheer van heel de schepping, de zichtbare en de onzichtbare dingen. En wij vereren de Heer Jezus Christus, Zoon van God, die door de profeten is aangekondigd als de komende heraut van de verlossing van het mensengeslacht en de leermeester van uitmuntende leerlingen. Maar ik ben slechts een mens en ik denk dat ik nauwelijks iets kan zeggen dat past bij zijn oneindige godheid. Ik erken dat dit een taak is voor profeten, want over Hem die ik genoemd heb, is voorspeld dat Hij de Zoon van God is. Ik weet immers dat de profeten vooraf gesproken hebben over zijn komst onder de mensen.’
Rusticus zei: ‘Zijt gij dan christen?’ Justinus zei: ‘Ja, ik ben christen.’
De prefect zei tegen Justinus: ‘Luister, gij die doorgaat voor een geleerde en meent de ware leer te kennen. Wanneer ik u laat geselen en onthoofden, zijt gij er dan van overtuigd dat gij naar de hemel zult gaan?’ Justinus zei: ‘Ik hoop dat ik zijn woning zal bereiken, als ik dit doorstaan heb. Want ik weet dat allen die zo hebben geleefd, bij de voltooiing van de hele aarde de goddelijke genade wacht.’
De prefect zei: ‘Gij veronderstelt dus dat gij naar de hemel zult gaan en een beloning zult ontvangen?’ Justinus antwoordde: ‘Ik veronderstel het niet alleen, maar ik weet het en het is mijn vaste overtuiging.’ De prefect zei: ‘Maar wij moeten terugkeren naar de voorgelegde zaak, die ons bezighoudt. Komt samen hier en brengt eensgezind een offer aan de goden.’ Justinus zei: ‘Geen rechtgeaard mens verlaat het geloof voor het ongeloof.’
Rusticus zei: ‘Als jullie niet gehoorzamen, worden jullie onverbiddelijk gestraft.’ Justinus zei: ‘Het is onze wens voor de zaak van onze Heer Jezus Christus kwellingen te doorstaan om gered te worden. Want zo zullen wij het heil ontvangen en vertrouwen hebben, wanneer wij verschijnen voor de verschrikkelijke, universele rechterstoel van onze Heer en Heiland.’
Zo spraken ook de overige martelaren: ‘Ga uw gang; wij zijn christenen en aan afgodsbeelden offeren wij niet.’
Rusticus sprak het vonnis uit en zei: ‘Omdat zij weigeren te offeren aan de goden en niet willen gehoorzamen aan het bevel van de keizer, moeten zij gegeseld worden en daarna weggevoerd om volgens het voorschrift van de wet de doodstraf te ondergaan.’ De heilige martelaren prezen God en gingen naar de gebruikelijke plaats. Zij werden onthoofd en voltooiden hun martelaarschap, terwijl zij hun Verlosser prezen.
Liturgy of the Hours Saint Justin Responsory Office of Readings
I have preached faith in our Lord Jesus Christ
and now I fear no danger.
- I do not count my life more precious than my work,
which is to finish my course,
the task of preaching and proclaiming the good news of God's grace.
I am not ashamed of the Gospel,
for it is God's power at work,
bringing salvation to all who believe in it,
Jew first and then Greek.
- I do not count my life more precious than my work,
which is to finish my course,
the task of preaching and proclaiming the good news of God's grace.
Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Dominica III Temporis Paschalis Christus auctor resurrectionis et vitæ De viering van de Eucharistie
Celebratio eucharistiæ
Eucharístiæ némini álii licet esse párticeps, nisi qui credat vera esse quæ docémus, atque illo ad remissiónem peccatórum et regeneratiónem lavácro ablútus fúerit, et ita vivat ut Christus trádidit.
Neque enim ut commúnem panem, neque ut commúnem potum ista súmimus; sed quemádmodum per Verbum Dei caro factus est Iesus Christus salvátor noster et carnem et sánguinem hábuit nostræ salútis causa; sic étiam illam, in qua per precem, ipsíus verba continéntem, grátiæ actæ sunt, alimóniam, ex qua sanguis et carnes nostræ per mutatiónem alúntur, incarnáti illíus Iesu et carnem et sánguinem esse edócti sumus.
Nam Apóstoli in commentáriis suis, quæ vocántur Evangélia, ita sibi mandásse Iesum tradidérunt: eum scílicet, accépto pane, cum grátias egísset, dixísse: Hoc fácite in meam commemoratiónem. Hoc est corpus meum; et póculo simíliter accépto, actísque grátiis, dixísse: Hic est sanguis meus, ipsísque solis tradidísse. Ex illo témpore hæc semper nobis ínvicem in memóriam revocámus; et qui habémus, indigéntibus ómnibus subvénimus, et semper una sumus. Atque in ómnibus oblatiónibus laudámus creatórem ómnium per Fílium eius Iesum Christum et per Spíritum Sanctum.
Ac Solis, ut dícitur, die, ómnium sive urbes sive agros incoléntium in eúndem locum fit convéntus, et commentária Apostolórum aut scripta prophetárum legúntur, quoad licet per tempus.
Deínde, ubi lector désiit, is qui præest admonitiónem verbis et adhortatiónem ad res tam præcláras imitándas súscipit.
Póstea omnes simul consúrgimus, et preces emíttimus; atque, ut iam díximus, ubi desíimus precári, panis affértur et vinum et aqua; et qui præest, preces et gratiárum actiónes totis víribus emíttit, et pópulus acclámat Amen, et eórum, in quibus grátiæ actæ sunt, distribútio fit et communicátio unicuíque præséntium, et abséntibus per diáconos míttitur.
Qui abúndant et volunt, suo arbítrio, quod quisque vult, largiúntur, et quod collígitur apud eum, qui præest, depónitur, ac ipse súbvenit pupíllis et víduis, et iis qui vel ob morbum vel áliam ob causam egent, tum étiam iis qui in vínculis sunt et adveniéntibus péregre hospítibus; uno verbo ómnium indigéntium curam súscipit.
Die autem Solis omnes simul convenímus, tum quia prima hæc dies est, qua Deus, cum ténebras et matériam vertísset, mundum creávit, tum quia Iesus Christus salvátor noster eádem die ex mórtuis resurréxit. Prídie enim Satúrni eum crucifixérunt, et postrídie eiúsdem diéi, id est Solis die, Apóstolis suis et discípulis visus ea dócuit, quæ vobis quoque consideránda tradídimus.
Gebedsintenties Kerkberg Gebedsgroep mei 2022 -74
Wij bidden namens de gemeenschap voor de gemeenschap tot eer van God en heil van mensen!
Wij vragen daarbij de voorspraak van de HH. Wiro, Plechelmus en Otgerus, de H. Odilia en de H. Maria Magdalena, op wiens voorspraak vanaf de zevende eeuw op deze Berg gebeden is door vele monniken, kanunniken, diocesane priesters, kanunnikessen en andere gelovigen.
Hartelijk dank voor Uw bereidheid met ons mee te bidden! (*kaarsintentie)
Wij bidden:
voor een goede medische behandeling*
dat een ernstig ziek jongetje beter mag worden*
zegen over Joseph kardinaal Zen
voor een overleden moeder en grootmoeder J
voor een overleden moeder en grootmoeder T
voor de zielenrust van een overleden moeder en troost voor haar dierbaren
dat er spoedig vrede komt in Oekraïne
om zegen over een zieke zuster
om hoop en steun voor ouders en grootouders*
voor de slachtoffers van bombardementen en andere oorlogshandelingen
voor de mensen in Oekraïne die zijn gedeporteerd naar Rusland, dat ze snel, veilig en gezond mogen terugkeren
dat er tenminste een Paasbestand mag komen in Oekraïne
dat een ernstige zieke (vriend van het klooster) voorspoedig en algeheel mag genezen van longontsteking
Om inzicht in levensroeping
de levende en overleden kanunnikessen van het H. Graf
voor vervolgde christenen overal ter wereld
voor Mgr. Camillo Sarko, zijn parochie van de H. Petrus Claver en zijn parochianen in Ghana
Om zegen over twee hoogbejaarde zusters-zussen, van wie er een op sterven ligt
Om een donornier
Om degelijke postulanten voor ons klooster
Om verhoring van de gebedsintenties van de Gebedsgroep van de Kapel In't Zand
om zegen over de mensen in het dorp en de andere dorpen van Roerdalen en al hun noden
Voor onze burgemeester
voor vervolgde christenen overal ter wereld
Voor onze deken
John Henry Newman [1801-1890] Mei-meditaties 31 – Tenhemelopneming van Maria: Morgenster – Stella Matutina
maandag 30 mei 2022
31 mei Gottheit tief verborgen De Meimaand loopt ten einde
Sieh, mit ganzem Herzen schenk ich dir mich hin,
weil vor solchem Wunder ich nur Armut bin.
Een mooie afsluiting van de Meimaand : het Meilof met Aanbidding van de Allerheiligste. Tijdens het zingen en overwegen van het Adoro te voelt men zich tegenover zulk een groot wonder slechts armoedig en komt de herinnering aan deze beeltenis van de ontmoeting van Maria en Elizabeth boven, met Johannes de Doper in de gestalte van een ongeboren kind, Jezus Christus echter als een monstrans afgebeeld.
31 mei Maria Visitatie
(Ruusbroec. Spieghel)
31 mei Feest van Maria Visitatie
John Henry Newman [1801-1890] Mei-meditaties 30 – Tenhemelopneming van Maria: Getrouwe Maagd
zaterdag 28 mei 2022
vrijdag 27 mei 2022
John Henry Newman [1801-1890] Mei-meditaties 28 – Tenhemelopneming van Maria: Machtige Maagd
John Henry Newman [1801-1890] Mei-meditaties 27 – Tenhemelopneming van Maria: Toren van David
Mei-meditaties 27 – Tenhemelopneming van Maria:
Toren van David
Een toren is naar zijn eenvoudigst begrip een bouwwerk ter verdediging tegen vijanden. David, de koning van Israël, heeft ook met dit doel een algemeen bekende toren gebouwd; en zoals hij zelf een voorafbeelding of type is van de Heer, zo is zijn toren een voorafbeelding van de Moeder des Heren.
Toren wordt zij genoemd omdat zij zo uitstekend de taak vervuld had van haar goddelijke Zoon te verdedigen tegen de aanvallen van zijn vijanden. Onder degenen die niet katholiek zijn is men gewoonlijk van mening, dat de eer aan haar gebracht afbreuk doet aan de hoge verering die wij aan Hem bewijzen: dat in de katholieke opvatting: Zij-Hem-verduistert. Maar juist het tegenovergestelde is het geval.
Want als Maria’s glorie zo groot is, hoeveel groter moet dan niet de glorie zijn van Hem die de Heer en God is van Maria? Hij is oneindig ver boven zijn Moeder verheven; en al de genade die haar vervulde, is niets anders dan de overstroming, de overdaad van zijn onbegrijpelijke heiligheid. –
De geschiedenis leert ons hetzelfde. Denk maar aan de Protestantse landen die drie eeuwen geleden alle devotie voor haar hebben afgeworpen, menende dat men door haar uit zijn gedachten te zetten de lofprijzing van haar Zoon zou vergroten. Is dit werkelijk het gevolg geweest van die oneerbiedige houding tegenover haar? Integendeel! De landen die dat deden, zoals Duitsland, Zwitserland en ons land, Engeland, hebben in grote mate opgehouden Hem te aanbidden, hebben het geloof aan zijn Godheid prijsgegeven. De Katholieke Kerk daarentegen, overal waar zij te vinden is, aanbidt Christus als waarachtig God en waarachtig Mens nog even vast als ooit. En het zou ook al heel vreemd zijn, als het ooit anders geschied was. Zo is Maria werkelijk de Toren van David.
26 mei H. Filippus Neri, priester Verheugt u in de Heer te allen tijde.
Filippus Neri werd in 1515 te Florence geboren. Op latere leeftijd vertrok hij naar Rome en trok zich het lot aan van de jeugd aldaar. Zijn beleving van het evangelie beperkte zich echter niet hiertoe. In zijn bezorgdheid voor zieke armen richtte hij een vereniging op die zich met ziekenbezoek belastte. Priester gewijd in 1551, stichtte hij het oratorium waarin geestelijke lezing, zang en liefdewerken tot de religieuze opdracht behoorden. Filippus was een man van uitzonderlijke naastenliefde en evangelische eenvoud en diende God met grote blijmoedigheid. Hij stierf in 1595.
uit de lezingendienst:
Uit een preek van de heilige Augustinus, bisschop van Hippo († 430)
Verheugt u in de Heer te allen tijde.
De Apostel schrijft ons voor om ons te verheugen, maar in de Heer, niet in de wereld. Want zoals de Schrift zegt: ‘Wie met de wereld bevriend wil zijn, maakt zich tot vijand van God’ (Jak. 4, 4). Zoals echter geen mens twee heren dienen kan, zo kan ook niemand zich tegelijk in de Heer en in de wereld verheugen. Laat dus de vreugde in de Heer de overhand hebben totdat de vreugde in de wereld ten einde gaat. Laat de vreugde in de Heer steeds vermeerderen, en de vreugde in de wereld steeds minder worden totdat die ophoudt. Dat wil niet zeggen dat wij ons niet verheugen mogen terwijl wij in deze wereld zijn, maar dat wij ons al in de Heer verheugen terwijl wij nog in deze wereld zijn.
Maar daar zegt iemand: ik ben in de wereld; dus als ik blij ben, ben ik blij daar waar ik ben. Wat hebben we nu? Omdat ge in de wereld zijt, zijt ge niet in God? Luister naar diezelfde apostel wanneer hij tot de Atheners spreekt, en wanneer hij in de Handelingen van de Apostelen over God en over onze Heer de Schepper zegt: ‘In Hem hebben wij het leven, het bewegen en het zijn’ (Hand. 17, 28). Want wie overal is, waar is Hij niet? Heeft Hij ons niet hiertoe vermaand: ‘Weest onbezorgd. De Heer is nabij!’ (Fil. 4, 5b-6).
Dit is iets groots, dat Hij opgestegen is boven alle hemelen en toch nabij is aan hen die nog op aarde verblijven. Wie is Hij die veraf en nabij is, anders dan Hij die ons zo nabij gekomen is uit barmhartigheid?
Want heel het menselijk geslacht is die mens, die achtergelaten door rovers halfdood op de weg lag, aan wie de priester en de leviet vol minachting voorbijgingen, maar naar wie de Samaritaan, die voorbijkwam, toeging om hem te verzorgen en te helpen.
De Onsterfelijke en Rechtvaardige was ver weg van ons, sterfelijke en zondige mensen, maar Hij daalde naar ons af, zodat Hij die veraf was, ons nabij zou worden.
‘Hij handelt met ons niet zoals wij verdienen, vergeldt ons niet onze schuld’ (Ps. 103 (102), 10), want wij zijn zijn kinderen. Hoe bewijzen wij dat? De enige Zoon is voor ons gestorven, om niet de Enige te blijven. Hij die als de Enige stierf, wilde niet de Enige blijven. Want de enige Zoon van God maakte velen tot kinderen van God. Hij kocht zich broeders en zusters met zijn bloed; zelf verworpen, erkende Hij hen; zelf verkocht, kocht Hij ze los; Hij eerde hen terwijl Hij zelf veracht werd; zelf werd Hij gedood en maakte hen levend.
Dus, broeders en zusters, verheugt u in de Heer, niet in de wereld, dat wil zeggen: verheugt u in de waarheid, niet in de ongerechtigheid, verheugt u in de hoop op de eeuwigheid, niet in de glans der ijdelheid. Dus verheugt u: waar ge ook zijt en hoe lang ge hier ook zult zijn. De Heer is nabij. Weest onbezorgd!
woensdag 25 mei 2022
Overweging rond Hemelvaart ""Al heeft Hij ons verlaten, Hij laat ons nooit alleen"
In een bekend kerklied, waarbij geen dichter wordt vermeld, wordt de betekenis van 's-Heren Hemelvaart in fijne woorden uitgedrukt : "Al heeft Hij ons verlaten, Hij laat ons nooit alleen ; wat wij van Hem bezaten is altijd om ons heen, als zonlicht om de bloemen, een moeder om haar kind ; te veel om op te noemen, zijn wij door Hem bemind".
Het is inderdaad een mysterie dat de Heer onzichtbaar met ons is. Hij is bij ons in de sacramenten en overal waar mensen goed zijn. Zijn boodschap, zijn voorbeeld zijn er altijd. Zijn liefde omringt ons zoals het licht van de zon rond de bloemen hangt en erin zit, want de bloem leeft daarvan en geniet ervan, of zoals een moeder in verwachting veilig haar kindje omsluit. "In Hem leven, bewegen en zijn wij" zegt de Bijbel.
Het is goed voor ons om God in het vizier te houden, om naar de hemel te kijken, want dat geeft ruimte aan onze blik. Alleen langs die kant is de schepping eindeloos. Wie te veel naar de grond kijkt, wordt een navelkijker en zijn blik wordt verengd.
Heb geen angst, vrede zij met ons, dat wenste de Heer, de apostelen telkens weer toe. En dat blijft Hij ook tegen ons zeggen. De liefdevolle God leidt alles ten goede, voor hen die dat willen, wat er ook moge gebeuren. Hij gaat dan ook steeds met ons mee, Hij die niet alleen alles kan, maar in de eerste plaats Liefde is en Licht, warmte, levensbron. Hij heeft ons eindeloos lief.
Deze God-Vader heeft Jezus zichtbaar gemaakt. Hij ging weldoende rond.
Mensen kunnen elkaar het leven zuur maken, elkaar duivelen. Jezus nu, was iemand die de mensen daarvan genas. Hij deed dat door voor iedereen goed te zijn en door te blijven geloven dat in iedereen het goede aanwezig is. In Jezus kwam God ons tastbaar nabij.
En telkens wanneer wij echt goede mensen ontmoeten, dan ervaren wij Gods nabijheid.
Op zijn tochten vertelde Jezus dat het ook allemaal anders kon, dat oog om oog en tand om tand, niet het beste systeem is, dat hebben is hebben en krijgen is de kunst, niet de hoogste wijsheid is, dat alle soorten kronkelpaden, de mens wurgen en dat het gif van jaloezie en afgunst elk mensenhart doodt.
De kracht om weldoende rond te gaan, ondanks alles en om mensen te bevrijden van het kwaad, haalde Jezus uit zijn verbondenheid met de Vader, uit zijn gebed.
Hieruit blijkt de betekenis van bidden. Het geeft ook ruimte aan onze blik, het voorkomt dat wij met oogkleppen op, leven. Het voordeel van een kerk daarbij is dat we even de dagelijkse omgeving achter ons laten, net zoals Jezus geregeld de eenzaamheid opzocht om bewuster met de liefdevolle God bezig te kunnen zijn.
Dat de Heer opgenomen is ten hemel raakt ook ons. Maar het gaat wel om iets dat op het eerste gezicht niet zo zichtbaar is. We moeten door de buitenkant, wat we direct zien, heen kijken. We ontdekken dan dat er daaronder diepere zaken zijn, dat het voornaamste niet zichtbaar is voor de ogen. En dan menen mensen soms het gevonden te hebben, totdat zij opnieuw verrast worden en tot de constatering komen dat er nog diepere gronden zijn...en zo gaat het verder tot wij bij de Bron komen, nl. de Liefdevolle.
Wij zijn leden van de Kerk, wij zijn ledematen van het mystieke Lichaam van Christus. Wij vormen een eenheid met Hem. Daarom is het ook onze bestemming om bij de liefdevolle God voorgoed thuis te komen.
Moge Hij U allen een zeer gezegend Hoogfeest geven ! Leef in vrede !
(HR)
Collectegebed Hoogfeest Hemelvaart - De Hemelvaart van Christus, uw Zoon, is ook onze verheffing
Met dank aan en toestemming van Father Zuhlsdorf
Christus’ opstijging ten hemel is voor ons een onderpand - Sint Bernardus
Christus’ opstijging ten hemel is voor ons een onderpand
Indien wij met waardige godsvrucht de feesten van de Menswording en de Verrijzenis vieren, dan is het passend dat ook deze dag van de Hemelvaart met niet minder luister worde gevierd. want deze plechtigheid hoort helemaal bij die twee feesten waarvan zij het slot en de voltooiing is. Terecht was het een blijde en feestelijke hoogdag, toen de hoogverheven Zon, de Zon der gerechtigheid, zich aan onze zwakke ogen vertoonde en Zijn ongenaakbaar en verblindend licht als in een wolk temperde door zich te onthullen met het kleed van een sterfelijk lichaam. Nog meer vreugde en jubel was er toen Hij dat omhulsel scheurde, zich omgordde met blijdschap, en zonder iets te veranderen aan het wezen van het kleed, alles er uit verwijderde wat oud en vergankelijk, ellendig en waardeloos was: en aldus gaf Hij het onderpand van onze verrijzenis.
Maar wat betekenen voor mij deze feesten, zolang mijn leven aan de aarde gebonden is? Wie zou ooit durven verlangen in de hemel te worden opgenomen, ware Hij niet eerst opgestegen, die er uit was nedergedaald? Ik mag het u rechtuit zeggen: het verblijf in deze ballingschap zou mij haast zo zwaar vallen als de hel, indien de Heer der legerscharen ons geen onderpand van vertrouwen en van verwachting had achtergelaten, en aan zijn gelovigen geen hoop gegeven had, toen Hij in de wolken opsteeg. Want Hij zegt: indien Ik niet heenga zal de Paracleet niet tot u komen. Wie is deze Paracleet Het is Hij door wie de liefde wordt uitgestort en de hoop niet wordt beschaamd, door wie onze levenswandel in de hemel is; Hij is de kracht uit den hoge die onze harten verheft. “Ik ga u een woning bereiden”, zegt Hij nog, “en als Ik zal heengegaan zijn en u deze woning zal bereid hebben, dan zal Ik terug komen om u tot Mij te nemen” (Jo 14,2-3). “Want waar het aas ligt, daar verzamelen zich de gieren (Mt 24,28)”.
Begrijpt gij nu hoe het feest dat wij vandaag vieren, de andere feesten aanvult, hun geestelijke vruchten uitlegt en ze vermeerdert?
Zoals al de andere gebeurtenissen uit het leven van Hem die voor ons geboren en aan ons gegeven werd, zo is ook Zijn Hemelvaart omwille van ons geschied, en tot ons voordeel doet Hij dat.
(S. Bernardus in Ascens. Dom. IV; PL 183 c. 309)