woensdag 25 mei 2022

Collectegebed Hoogfeest Hemelvaart - De Hemelvaart van Christus, uw Zoon, is ook onze verheffing


Collectegebed Hoogfeest Hemelvaart - De Hemelvaart van Christus, uw Zoon, is ook onze verheffing

Fac nos, omnipotens Deus, sanctis exsultare gaudiis, et pia gratiarum actione lætari, quia Christi Filii tui ascensio est nostra provectio, et quo processit gloria capitis, eo spes vocatur et corporis.

Almachtige God, laat ons juichen en blij zijn, vol dankbaarheid, omdat de hemelvaart van Christus, uw Zoon, ook onze verheffing is. Zijn glorie bij U is onze hoop, want wij vormen één lichaam met Hem die ons Hoofd is: Jezus Christus onze Heer.

Poging tot meer letterlijke vertaling
Laat ons, almachtige God, van heilige vreugde juichen, en vreugde gevoelen in vrome dankbaarheid, omdat de Hemelvaart van Christus, uw Zoon, ook onze verheffing is: en waarheen de glorie van het Hoofd (Christus) is voorgegaan, daarheen wordt ook de hoop van het Lichaam (de Kerk) geroepen.

Volgens de kalender van de Nederlandse kerkprovincie vieren wij de Hemelvaart van onze Heer op de veertigste dag na Pasen. Elders is ook wel besloten Hemelvaart te vieren op de zevende zondag van Pasen vanuit het motief dat dan meer mensen het mysterie van de Hemelvaart des Heren in de kerk kunnen vieren. Vanaf de vierde eeuw is het feest op de veertigste dag, dus op donderdag, gevierd.

L i t u r g i s c h e   a n t e c e d e n t e n
Dit gebed is een nieuwe tekst geschreven voor de Novus Ordo uit 1969 van Paulus VI. De belangrijkste bron voor de tekst is een preek van paus Leo de Grote (461), Sermo 73,4:

Quia igitur Christi ascensio, nostra provectio est, et quo praecessit gloria capitis, eo spes vocatur et corporis, dignis, dilectissimi, exultemus gaudiis et pia gratiarum actione laetemur.

De woorden “gratias agere” betekenen “dank zeggen”. “Dank U” is in het Latijn: gratias tibi ago. De verbinding met het begrip “Eucharistie” is duidelijk. In liturgisch verband betekent “actio” vaak “het liturgische doen” , "de liturgieviering", en zelfs de kern van de Heilige Mis, het Eucharistisch Gebed. “Provectio “ betekent “verheffing”, “bevordering”, "overstijging".

De woorden "Hoofd" en "Lichaam" zijn met hoofdletters geschreven omdat Leo de Grote daarmee doelt op Christus als Hoofd en op de Kerk als het Lichaam van Christus.

Op 1 juni 444 preekte Leo de Grote in sermo 73,4:

"Het was voorwaar een grote, onbeschrijfelijke bron van vreugde toen, ten aanschouwen van de hemelse schare, het mensdom is opgevaren boven de waardigheid van alle hemelse wezens, de engelenschaar en de rangen van de Aartsengelen. In zijn Hemelvaart oversteeg Hij de andere rangen totdat Hij werd ontvangen bij de zetel van de eeuwige Vader, en verbonden op de Glorietroon in die Ene, waarin de Vader samengaat met de Zoon”.

Paus Leo de Grote (geïnspireerd door St. Augustinus – 325) preekte op 17 mei 445
(in sermo 74, 3):

"[Ons katholieke] geloof], versterkt door de Hemelvaart van de Heer en versterkt door de gaven van de Heilige Geest, is niet bang van ketenen, gevangenis, ballingschap, honger, vuur, of verscheurd te worden door wilde dieren, noch van hevig lijden door wreedheid van vervolgers.  Over de hele wereld, hebben niet alleen mannen maar ook vrouwen, niet alleen onvolwassen jongens maar ook kwetsbare maagden geleden voor dit geloof en zelfs hun bloed vergoten.  Dit geloof heeft demonen verdreven, van ziekten genezen en doden doen opstaan".

We weten vanuit ons katholieke geloof,  “dat niet wordt aangenomen, wat niet reeds was verlost” (H. Gregorius van Nazianze d 389/90).

Onze menselijke natuur, lichaam en ziel, werd door de Zoon opgenomen in een onverbrekelijke band met Zijn goddelijke Natuur. Toen Christus uit het graf opstond, werd onze menselijke natuur verheven.  Toen Christus naar de hemel is opgevaren, zijn ook wij opgevaren. In Christus Jezus zetelt onze menselijke natuur nu aan de rechterhand van de Vader. 

Zijn hemelvaart destijds is nu onze grote hoop.  Onze hoop is reeds vervuld, maar nog niet ten volle. 


Die hoop draagt ons bij de beproevingen in dit leven.

Met dank aan en toestemming van Father Zuhlsdorf