zondag 30 januari 2022

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Dominica 4 per annum Ad Officium lectionis Christus vocavit nos in suum regnum et gloriam


Lectio altera
Ex Epístola sancti Ignátii Antiochéni epíscopi et mártyris ad Smyrnæos
(Inscriptio; nn. 1, 1 — 4, 1: Funk 1, 235-237)
Tweede lezing
Uit de Brief aan de Kerk van Smyrna van de H. Ignatius van Antiochië, bisschop, martelaar
(Inscriptio; nn. 1, 1 — 4, 1: Funk 1, 235-237)
Christus heeft ons geroepen tot zijn rijk en zijn glorie
Ignatius, die ook Theophorus heet: aan de Kerk van God de Vader en van de Beminde, Jezus Christus; aan haar, die alle gaven ontving door barmhartigheid, vervuld van geloof en liefde, van geen enkele genade verstoken, aan God zeer dierbaar en draagster van het heilige die in Smyrna in Asia leeft in een onbesmette geest en in het woord Gods – mijn beste groeten!
Ik verheerlijk Jezus Christus, onze God, die u zoveel wijsheid schonk; want ik heb gezien, dat gij zijt in een onwankelbaar geloof, zodat gij met ziel en lichaam als zijt vastgenageld aan het kruis van Onze Heer Jezus Christus, en bevestigd zijt in de liefde door het Bloed van Christus, vervuld van onwankelbare trouw gelovend in Onze Heer, die waarlijk ontsproten is uit het geslacht van David naar het vlees, maar Gods Zoon is naar de Wil en de macht van God, waarlijk geboren uit de Maagd, door Johannes gedoopt, opdat door Hem alle gerechtigheid zou worden vervuld: waarlijk ook onder Pontius Pilatus en de viervorst Herodes voor ons aan het kruis vastgenageld in het vlees (uit wiens vrucht wij het leven hebben door zijn goddelijk en zalig lijden), om door zijn Verrijzenis alle eeuwen door, vóór zijn heiligen en getrouwen uit, het vaandel te heffen, hetzij onder joden of heidenen, in het éne Lichaam van zijn Kerk.
Dit alles toch heeft Hij geleden om ons, opdat wij het heil zouden verwerven. En Hij heeft in werkelijkheid geleden, zoals Hij ook in werkelijkheid Zichzelf uit de dood heeft opgewekt.
Want ik weet, dat Hij na zijn Verrijzenis in het vlees leefde en ik geloof, dat Hij nog in het vlees is. En toen Hij bij Petrus en zijn gezellen kwam, zij Hij hun: Omvat Mij, betast Mij en ziet, dat Ik geen geest ben zonder lichaam. En terstond raakten zij Hem aan en geloofden, na innig contact met zijn vlees en zijn geest. Daarom ook hebben zij zelf de dood geminacht en werden als overwinnaars van de dood bevonden. Na zijn Verrijzenis at en dronk Hij met hen, als een in het vlees, hoewel Hij geestelijk met zijn Vader was verenigd.
Hieromtrent nu vermaan ik u, mijn zeer geliefden, hoewel ik weet, dat gij al zo gestemd zijt.