Ex
Epístola sancti Ignátii Antiochéni epíscopi et mártyris ad Smyrnæos
(Inscriptio;
nn. 1, 1 — 4, 1: Funk 1, 235-237)
Uit de Brief aan de Kerk van
Smyrna van de H. Ignatius van Antiochië, bisschop, martelaar
(Inscriptio; nn. 1,
1 — 4, 1: Funk 1, 235-237)
Christus heeft
ons geroepen tot zijn rijk en zijn glorie
Ignatius,
die ook Theophorus heet: aan de Kerk van God de Vader en van de Beminde, Jezus
Christus; aan haar, die alle gaven ontving door barmhartigheid, vervuld van
geloof en liefde, van geen enkele genade verstoken, aan God zeer dierbaar en
draagster van het heilige die in Smyrna in Asia leeft in een onbesmette geest
en in het woord Gods – mijn beste groeten!
Ik
verheerlijk Jezus Christus, onze God, die u zoveel wijsheid schonk; want ik heb
gezien, dat gij zijt in een onwankelbaar geloof, zodat gij met ziel en lichaam
als zijt vastgenageld aan het kruis van Onze Heer Jezus Christus, en bevestigd
zijt in de liefde door het Bloed van Christus, vervuld van onwankelbare trouw
gelovend in Onze Heer, die waarlijk ontsproten is uit het geslacht van David
naar het vlees, maar Gods Zoon is naar de Wil en de macht van God, waarlijk
geboren uit de Maagd, door Johannes gedoopt, opdat door Hem alle gerechtigheid
zou worden vervuld: waarlijk ook onder Pontius Pilatus en de viervorst Herodes
voor ons aan het kruis vastgenageld in het vlees (uit wiens vrucht wij het
leven hebben door zijn goddelijk en zalig lijden), om door zijn Verrijzenis
alle eeuwen door, vóór zijn heiligen en getrouwen uit, het vaandel te heffen,
hetzij onder joden of heidenen, in het éne Lichaam van zijn Kerk.
Dit
alles toch heeft Hij geleden om ons, opdat wij het heil zouden verwerven. En
Hij heeft in werkelijkheid geleden, zoals Hij ook in werkelijkheid Zichzelf uit
de dood heeft opgewekt.
Want
ik weet, dat Hij na zijn Verrijzenis in het vlees leefde en ik geloof, dat Hij
nog in het vlees is. En toen Hij bij Petrus en zijn gezellen kwam, zij Hij hun:
Omvat Mij, betast Mij en ziet, dat Ik geen geest ben zonder lichaam. En terstond
raakten zij Hem aan en geloofden, na innig contact met zijn vlees en zijn
geest. Daarom ook hebben zij zelf de dood geminacht en werden als overwinnaars
van de dood bevonden. Na zijn Verrijzenis at en dronk Hij met hen, als een in
het vlees, hoewel Hij geestelijk met zijn Vader was verenigd.
Hieromtrent
nu vermaan ik u, mijn zeer geliefden, hoewel ik weet, dat gij al zo gestemd
zijt.