Memoria facultativa
Ad Officium lectionis
Introductio
S. ANGELÆ
MERICI, VIRGINIS
Circa annum 1470 nata est Desentiani in dicione
Veneta. Tertii Ordinis sancti Francisci habitum sumpsit et puellas convocavit,
quas in operibus caritatis instrueret. Anno 1535 Brixiæ, sub nomine S. Ursulæ,
societatem instituit mulierum ad puellas pauperes erudiendas in vita christiana.
Mortua est anno 1540.
Lectio
altera
Tweede
lezing
Ter
inleiding
Angela Merici werd omstreeks 1470 geboren in Desenzano
aan het Gardameer. Als religieuze van de derde orde van de heilige Franciscus
legde zij zich toe op de christelijke vorming van meisjes met het oog op
caritatief werk. In 1535 stichtte zij te Brescia een gemeenschap van vrouwen,
ursulinen genaamd, voor de christelijke opvoeding van arme meisjes. Zij stierf
in 1540.
Uit het geestelijk testament van de heilige maagd Angela Merici († 1540)
Op voortreffelijke wijze bestuurt zij alles
Mijn liefste moeders en zusters in Christus Jezus, in de eerste plaats moet
u uit alle macht en met de grootste ijver proberen om met Gods hulp een zo goed
mogelijk inzicht in uzelf te krijgen. Zo zult u, slechts geleid door de liefde
tot God en de ijver voor het heil van de zielen, deze zorg op u kunnen nemen.
Alleen als uw zorg en leiding in deze tweevoudige
liefde geworteld en gegrondvest zijn, zullen ze goede en heilzame vruchten
voortbrengen. Onze Verlosser zegt immers: ‘Een goede boom kan geen slechte
vruchten dragen’ (Mt. 7, 18).
Een goede boom, zegt de Heer, - dat is: een goed hart
en een in liefde ontstoken geestdrift - moet wel een goede en heilige
uitwerking hebben. Daarom heeft de heilige Augustinus gezegd: ‘Bemin en doe wat
je wilt’; dat wil zeggen: als u liefde tot God en uw medemens hebt, kunt u
verder doen wat u wilt. Het is alsof hij openlijk zegt: ‘De liefde kan niet
zondigen.’
Ook vraag ik u rekening te houden met ieder
afzonderlijk van de u toevertrouwde meisjes en ze te behandelen alsof zij in uw
hart gegrift staan, niet slechts met hun naam, maar met ieders eigen aard en
situatie. Dit zal u niet moeilijk vallen, als u ze met echte liefde omringt.
De vrouwen die van nature moeder zijn, houden al hun
kinderen, al zouden het er duizend zijn, ieder apart diep in hun hart gegrift.
Zij vergeten er nooit één, want zo gaat de meest authentieke liefde in hen te
werk. Hun liefde en zorg voor ieder van hen schijnen zelfs des te groter te
worden, naarmate zij meer kinderen hebben. Zoveel te meer moeten de vrouwen die
moeder naar de geest zijn, zich op deze wijze gedragen, want de geestelijke
liefde is machtiger dan de liefde die uit bloedverwantschap voortkomt.
Verder vraag ik u nog: probeert hen met liefde,
bescheidenheid en welwillendheid te trekken, niet met hoogmoed en strengheid. U
moet van ganser harte voor allen vriendelijk zijn, zoals het hoort, naar de
woorden van onze Heer: ‘Leert van Mij: Ik ben zachtmoedig en nederig van hart’ (Mt.
11, 29). Volgt God na, over wiens wijsheid wij lezen: ‘Op voortreffelijke
wijze bestuurt zij alles’ (Wijsh. 8, 1). En weer zegt Jezus: ‘Mijn juk
is zacht en mijn last is licht’ (Mt. 11, 30).
Op diezelfde wijze moet u ook een volkomen
zachtmoedigheid ten opzichte van allen aan de dag leggen. Hierbij moet u er
vooral voor oppassen dat uw bevelen niet onder dwang worden uitgevoerd. God
heeft immers aan iedereen de vrijheid geschonken en daarom dwingt Hij niemand;
Hij geeft slechts aanwijzingen, nodigt uit en geeft raad. Toch zal men soms ook
met een strenger gezag moeten optreden, maar dan wel op het juiste ogenblik en
met inachtneming van de situatie en de behoeften van de afzonderlijke personen.
Maar ook dan mogen wij ons slechts door de liefde en de ijver voor de zielen
laten leiden.