Uit het geestelijk testament van de heilige maagd Angela Merici († 1540)
Op voortreffelijke wijze bestuurt zij alles.
Mijn liefste moeders en zusters in Christus Jezus, in de eerste plaats moet u uit alle macht en met de grootste ijver proberen om met Gods hulp een zo goed mogelijk inzicht in uzelf te krijgen. Zo zult u, slechts geleid door de liefde tot God en de ijver voor het heil van de zielen, deze zorg op u kunnen nemen.
Alleen als uw zorg en leiding in deze tweevoudige liefde geworteld en gegrondvest zijn, zullen ze goede en heilzame vruchten voortbrengen. Onze Verlosser zegt immers: ‘Een goede boom kan geen slechte vruchten dragen’ (Mt. 7, 18).
Een goede boom, zegt de Heer, - dat is: een goed hart en een in liefde ontstoken geestdrift - moet wel een goede en heilige uitwerking hebben. Daarom heeft de heilige Augustinus gezegd: ‘Bemin en doe wat je wilt’; dat wil zeggen: als u liefde tot God en uw medemens hebt, kunt u verder doen wat u wilt. Het is alsof hij openlijk zegt: ‘De liefde kan niet zondigen.’
Ook vraag ik u rekening te houden met ieder afzonderlijk van de u toevertrouwde meisjes en ze te behandelen alsof zij in uw hart gegrift staan, niet slechts met hun naam, maar met ieders eigen aard en situatie. Dit zal u niet moeilijk vallen, als u ze met echte liefde omringt.
De vrouwen die van nature moeder zijn, houden al hun kinderen, al zouden het er duizend zijn, ieder apart diep in hun hart gegrift. Zij vergeten er nooit één, want zo gaat de meest authentieke liefde in hen te werk. Hun liefde en zorg voor ieder van hen schijnen zelfs des te groter te worden, naarmate zij meer kinderen hebben. Zoveel te meer moeten de vrouwen die moeder naar de geest zijn, zich op deze wijze gedragen, want de geestelijke liefde is machtiger dan de liefde die uit bloedverwantschap voortkomt.
Daarom, mijn zeer geliefde moeders, als u deze meisjes, die u zijn toevertrouwd, met een echte en oprechte liefde bemint, is het onmogelijk dat u hen niet allen samen en ieder afzonderlijk in uw gedachten en uw hart gegrift houdt.
Verder vraag ik u nog: probeert hen met liefde, bescheidenheid en welwillendheid te trekken, niet met hoogmoed en strengheid. U moet van ganser harte voor allen vriendelijk zijn, zoals het hoort, naar de woorden van onze Heer: ‘Leert van Mij: Ik ben zachtmoedig en nederig van hart’ (Mt. 11, 29). Volgt God na, over wiens wijsheid wij lezen: ‘Op voortreffelijke wijze bestuurt zij alles’ (Wijsh. 8, 1). En weer zegt Jezus: ‘Mijn juk is zacht en mijn last is licht’ (Mt. 11, 30).
Op diezelfde wijze moet u ook een volkomen zachtmoedigheid ten opzichte van allen aan de dag leggen. Hierbij moet u er vooral voor oppassen dat uw bevelen niet onder dwang worden uitgevoerd. God heeft immers aan iedereen de vrijheid geschonken en daarom dwingt Hij niemand; Hij geeft slechts aanwijzingen, nodigt uit en geeft raad. Toch zal men soms ook met een strenger gezag moeten optreden, maar dan wel op het juiste ogenblik en met inachtneming van de situatie en de behoeften van de afzonderlijke personen. Maar ook dan mogen wij ons slechts door de liefde en de ijver voor de zielen laten leiden.