“Ananias,
sta op en begeef u naar de Rechte Straat en vraag in het huis van Judas naar
Saulus van Tarsus; hij is juist in gebed. Saulus zag reeds in een visioen een
man, Ananias, binnenkomen en hem de handen opleggen opdat hij weer zou zien- .
Ga, want deze man is mijn uitverkoren werktuig om mijn Naam uit te dragen onder
heidenen en koningen en onder de zonen van Israël. Ik zal hem laten zien
hoeveel hij om mijn Naam moet lijden”.
(cf
Hand. 9, 11-12, 15).
Over
het algemeen neemt men aan dat op 25 januari oorspronkelijk de gedachtenis van
de Translatie van het gebeente van de apostel Paulus werd gevierd, zoals het Martyrologium Hieronymianum bericht en
niet dat van zijn bekering. Van dit feest zijn er schriftelijke getuigenissen
vanaf de 8e eeuw. Sinds paus Innocentius III [1160 – 1216] het feest
voor de hele Kerk invoerde werd het met grote plechtigheid gevierd. De
liturgische kleur is rood en verwijst naar het martelaarschap van Paulus.
Opmerkelijk is dat de apostel na de overweldigende
ervaring van zijn wonderbaarlijke bekering zich niet onmiddellijk oppakte om
het Evangelie te gaan verkondigen maar dat hij zich eerst gedurende drie jaar
in de eenzaamheid [Arabia] terugtrok alvorens terug te keren naar Jeruzalem.
God,
Gij hebt de hele wereld onderricht
door de
prediking van de Heilige Apostel Paulus.
Wij
vragen U, nu wij vandaag zijn bekering vieren:
help
ons door zijn voorbeeld op onze weg naar U
en laat
ons voor de wereld getuigen van uw waarheid.
Door
Christus, onze Heer.
Zo luidt het collectegebed
in het Missaal van Paus Paulus VI.
De apostel heeft voor iedere
levenssituatie voor mij het passende woord en verwijst toch telkens naar Christus.
“Ik ben
ervan overtuigd, dat dood noch leven, engelen noch heerschappijen, heden noch
toekomst, geen krachten, hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel bij machte
is ons te scheiden van de liefde Gods, die is in Christus Jezus, onze Heer (Rom
8, 38).
“Dezelfde God, die gezegd heeft: ‘Licht moet schijnen uit
het duister’, is als een licht in onze harten opgegaan, om de kennis te doen
stralen van zijn heerlijkheid, die ligt over het gelaat van Christus” (2 Kor
4,6).
“Maar
wij verkondigen, naar het woord van de Schrift (Jes 64, 3(4). 65.17b), wat geen
oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord, wat in geen mensengeest is opgekomen,
al wat God heeft bereid voor die Hem liefhebben (1 Kor 2,9).
“Gij
staat aan geen enkele beproeving bloot die de menselijke maat overschrijdt. En
God is getrouw: Hij zal niet toelaten dat gij boven uw krachten beproefd wordt.
Met de beproeving bepaalt Hij al het einde, zodat gij ze kunt doorstaan” (1 Kor
10, 13).
In het Getijdengebed
bidden we dikwijls de kantiek van de H. Paulus (Ef 1, 3-10 e.v.). Het is
wonderbaarlijk, want daardoor kan men de hemelse lofzang als het ware
‘herkauwen’ om daaruit voedsel voor het geestelijk leven te halen, zoals door
de kerkleraren wordt aanbevolen. Voor het geschenk van het geloof en de Kerk,
voor welke eenheid wij deze week bijzonder bidden, geeft de apostel Paulus de
volgende woorden:
Ik smeek de God van onze
Heer Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u de Geest te geven van
wijsheid en openbaring om Hem waarachtig te kennen. Moge hij uw innerlijk oog
verlichten om in te zien, hoe groot de hoop is, gewekt door zijn roeping, hoe
rijk de heerlijkheid van zijn erfdeel temidden der heiligen en hoe overgroot
zijn macht in ons die geloven. Deze beantwoordt aan de oppermachtige werking
van zijn kracht die Hij heeft ontplooid in Christus zelf, toen Hij Hem opwekte
uit de doden en plaatste aan zijn rechterhand in de hemelen, hoog boven alle
Heerschappijen, Machten, Krachten en Hoogheden, en boven elke naam die genoemd
wordt niet alleen in deze maar ook in de toekomstige eeuw. En alles heeft Hij
onder zijn voeten gelegd, en Hemzelf, verheven boven alles, heeft Hij als Hoofd
gegeven aan de Kerk, die zijn Lichaam is, de Volheid van Hem die het al in
alles vervult (Ef. 1, 16-23).
Het
licht van het Evangelie dat de heidenen verlicht –
Heer,
laat bij deze viering van de Eucharistie
de
Heilige Geest over ons komen
met
het licht van het geloof,
waarmee
Hij de heilige apostel Paulus
altijd
heeft verlicht bij de verkondiging van uw grootheid.
Door
Christus onze Heer.
Gebed over de Gaven
Wanneer
de heilige apostel Paulus over zijn bekering sprak, deed hij dat alleen in
grote nederigheid, dankbaarheid en lofprijzing voor de goddelijke genade, die
hem, die zich zelf als de ‘misgeboorte’ bestempelde, ten deel viel.
Het feest van de Bekering van de apostel Paulus moge een aanleiding zijn om zelf te danken voor de eigen bekering en het geschenk van het geloof.
De
heidenen, tot wie Paulus zich op de eerste plaats wendde, zijn wij.
Laten
we dankbaar gedenken dat wij tot die volkeren behoren, die, zoals wordt
gezongen in de kantiek Nunc dimittis
van de Completen, het Licht dat de heidenen verlicht, om niet hebben ontvangen.