donderdag 13 januari 2022

LITURGIA HORARUM Die 13 ianuarii OFFICIUM LECTIONIS S. HILARII, EPISCOPI ET ECCLESIÆ DOCTORIS Prædicando te, tibi serviam


Pictavii natus est initio sæculi IV; circa annum 350 episcopus suæ civitatis electus, contra Arianos strenue pugnavit et a Constantio imperatore exsilio mulctatus est. Opera edidit sapientia et doctrina referta ad fidem catholicam firmandam et sacram Scripturam interpretandam. Mortuus est anno 367.
Lectio altera
Ex Tractátu sancti Hilárii epíscopi De Trinitáte
(Lib. 1, 37-38: PL 10, 48-49)
Prædicando te, tibi serviam
Ego quidem hoc vel præcípuum vitæ meæ offícium debére me tibi, Pater omnípotens Deus, cónscius sum, ut te omnis sermo meus et sensus loquátur.
Neque enim ullum áliud maius præmium hic ipse usus mihi a te concéssus loquéndi potest reférre, quam ut prædicándo te tibi sérviat, teque quod es, Patrem, Patrem scílicet unigéniti Dei, aut ignoránti sæculo, aut negánti hærético demónstret.
Et in hoc quidem tantum voluntátis meæ proféssio est, céterum auxílii et misericórdiæ tuæ munus orándum est, ut exténsa tibi fídei nostræ confessionísque vela flatu Spíritus tui ímpleas, nosque in cursum prædicatiónis ínitæ propéllas. Non enim nobis infidélis sponsiónis istíus auctor est, dicens: Pétite, et dábitur vobis; quærite, et inveniétis; pulsáte, et aperiétur vobis.
Nos quidem ínopes ea quibus egémus precábimur, et in scrutándis prophetárum tuórum Apostolorúmque dictis stúdium pérvicax afferémus, et omnes observátæ intellegéntiæ áditus pulsábimus; sed tuum est, et orátum tribúere, et quæsítum adésse, et patére pulsátum.
Torpémus enim quodam natúræ nostræ pigro stupóre, et ad res tuas intellegéndas intra ignorántiæ necessitátem ingénii nostri imbecillitáte cohibémur; sed doctrínæ tuæ stúdia ad sensum nos divínæ cognitiónis instítuunt, et ultra naturálem opiniónem fídei obœdiéntia próvehit.
Exspectámus ergo ut trépidi huius cœpti exórdia íncites, et proféctu accrescénte confírmes, et ad consórtium vel prophetális vel apostólici spíritus voces: ut dicta eórum non álio quam ipsi locúti sunt sensu apprehendámus, verborúmque proprietátes iísdem rerum significatiónibus exsequámur.
Locutúri enim sumus quæ ab iis in sacraménto prædicáta sunt: te ætérnum Deum, ætérni unigéniti Dei Patrem; et unum te sine nativitáte, et unum Dóminum Iesum Christum ex te nativitátis ætérnæ, non in deórum númerum veritátis diversitáte referéndum, neque non ex te génitum, qui Deus unus es, prædicándum, neque áliud quam Deum verum, qui ex te Deo vero Patre natus est, confiténdum.
Tríbue ergo nobis verbórum significatiónem, intellegéntiæ lumen, dictórum honórem, veritátis fidem; et præsta, ut quod crédimus, et loquámur, scílicet ut contíngat nobis, unum te Deum Patrem et unum Dóminum Iesum Christum de prophétis atque Apóstolis cognoscéntibus, nunc advérsum negántes hæréticos, ita Deum et te celebráre, ne solum, et eum prædicáre, ne falsum.
13 januari
H. Hilarius, bisschop en kerkleraar
In het begin van de vierde eeuw te Poitiers geboren, werd Hilarius rond het jaar 350 tot bisschop van zijn geboortestad gekozen. Om zijn bestrijding van de dwaalleer der Arianen werd hij door keizer Constantius verbannen. Met grote bekwaamheid schreef hij verschillende werken ter verdediging van het katholieke geloof en ter verklaring van de heilige Schrift. Hij stierf te Poitiers op 13 januari 367.

Lezingendienst
Tweede lezing
Uit de verhandelingen van de heilige Hilarius, bisschop van Poitiers († 367),
‘Over de Drievuldigheid’
Laat mij U dienen door U te verkondigen.
Vader, almachtige God, ik besef dat het voornaamste dienstwerk van mijn leven aan U gewijd moet zijn, zodat al mijn woorden en gedachten over U spreken.
Want de gave van het woord die Gij mij verleend hebt, kan me geen grotere weldaad bewijzen dan deze dat ze u dient door U te verkondigen en dat ze zowel aan de onwetende wereld als aan de loochenende ketter toont wie Gij zijt; de Vader, dat wil zeggen: de Vader van de eniggeboren Zoon van God. Dat is slechts een uitdrukking van mijn verlangen.
Overigens moet ik bidden om de gave van uw hulp en uw barmhartigheid. Gij moet in de opgestoken zeilen van ons geloof en onze belijdenis de wind blazen van uw Geest; zo moet Gij ons voortdrijven op de stroom van de prediking die we begonnen zijn. Want Hij is niet ontrouw aan zijn belofte, als Hij zegt: ‘Vraagt en u zal gegeven worden; zoekt en ge zult vinden; klopt en er zal worden opengedaan’ (Mt. 7, 7).
Omdat we arm zijn, zullen we smeken om wat we nodig hebben. Met volhardende ijver zullen we ons toeleggen op de studie van de woorden van uw profeten en apostelen. We zullen aan elke deur kloppen waarachter inzicht is opgesloten. Maar het is aan U het gevraagde te geven, het gezochte te laten vinden en waar geklopt wordt open te doen.
Wij lijden immers aan een zekere geestelijke traagheid die ons van nature eigen is. Door de zwakheid van ons verstand zijn wij gedoemd tot onwetendheid, zodat we van U niets begrijpen. Maar de ijver voor het onderricht in uw leer maakt ons ontvankelijk voor de goddelijke kennis, en de gehoorzaamheid van het geloof verheft ons boven het natuurlijke inzicht.
Wij hopen dus dat Gij ons bij het begin van deze moeilijke onderneming wilt aanmoedigen; dat Gij ons sterkt door een gestadige vooruitgang; dat Gij ons laat delen in de geest van de apostelen en profeten, zodat wij hun woorden niet anders verstaan dan ze bedoeld zijn en de juiste termen gebruiken om getrouw weer te geven wat zij bedoeld hebben.
Wij willen gaan spreken over de dingen die zij als mysteries verkondigd hebben. Over U, de eeuwige God, de Vader van de eeuwige en eniggeboren God; over U, de enige die niet geboren is, en over de enige Heer, Jezus Christus, die door een eeuwige geboorte uit U voortgekomen is.
Wij mogen van Hem geen tweede God maken vanwege een verschil dat er werkelijk is; we mogen evenmin beweren dat Hij niet voortgekomen is uit U, die de enige God zijt; we mogen niet verkondigen dat Hij anders is dan de ware God, want Hij is geboren uit U die de Vader zijt en ware God.

Leer ons dus de betekenis van de woorden, schenk ons het licht van het inzicht, de juistheid van de uitdrukking en het geloof in de waarheid. Geef ons dat we hetgeen we geloven, ook uitspreken. Dan kunnen wij, die door de apostelen en profeten U kennen als die éne God en Vader, en Jezus Christus als de éne Heer, U thans, tegen de afwijzing van de ketters in, als dé God bekendmaken, maar niet als een eenzame God, en deze verkondigen, maar zonder dwaling.