vrijdag 21 januari 2022

21 januari H. AGNES “Virgo permansit et martyrium obtulit” Zij bleef maagd en werd martelares


21 januari H. Agnes

“Virgo permansit et martyrium obtulit”
Zij bleef maagd en werd martelares

Martyrologium Romanum:
De gedachtenis van de heilige Agnes, maagd en martelares, die nog als meisje te Rome het hoogste getuigenis aflegde van het geloof en de roem van haar zuiverheid met de marteldood heiligde. Door immers niet alleen haar leeftijd, maar ook haar vervolger te overwinnen oogstte zij bij de mensen de grootste bewondering en verwierf zij nog meer heerlijkheid bij God. Op deze dag wordt de bijzetting van haar lichaam gevierd.

“Meisjes van die leeftijd kunnen zelfs niet de boze blikken van haar ouders verdragen en schreien gewoonlijk al bij het prikken met een naald alsof het over grote wonden ging, maar zij [Agnes] bleef onverschrokken in de bloedige handen van de beulen, onbewogen toen er hard getrokken werd aan de knarsende ketenen. (…)
Nog niet geschikt voor de straf en reeds rijp voor de overwinning; moeilijk kon zij strijden, gemakkelijk kon zij gekroond worden. (…)
Allen weenden, maar zij zelf weende niet. De meesten stonden verwonderd over het feit dat zij zo gemakkelijk de rijkdommen van haar leven wegschonk als had zij die reeds ten volle genoten, terwijl ze zij nog niet geproefd had.
Allen stonden er verbaasd over, dat zij nu al als getuige voor God optrad, terwijl zij om haar leeftijd nog niet eens over zichzelf kon beschikken. Tenslotte bewerkte zij, dat men haar getuigenis over God geloofde, terwijl zij zelf in haar menselijke verschijning nog niet geloofwaardig was: omdat hetgeen boven de natuur is, van de Schepping der natuur afkomstig is. (…)
Een tweevoudig martelaarschap: één om de kuisheid en één om het geloof. Zij bleef maagd en werd martelares”.          

(Ex  Tract. S. Ambrosii ep. De viriginibus” Lib. I, c.7-9; PL [ed. 1845] 190-191)

De naam van de H. Agnes wordt in verband gebracht met het Latijnse agnus (lam) en is vermeld in de oudste martelarenlijst van Rome (354).
De Kerk heeft haar geëerd door haar naam op te nemen in de canon van het Misoffer, de onbloedige vernieuwing van het offer van het Lam Gods dat de zonden  van de wereld wegneemt. Haar naam verwijst ook naar het Griekse agnè, dat is: de kuise.
En met een plechtigheid, subliem van eenvoud, was men tot voor kort gewoon in Rome haar feestdag, 21 januari, te gedenken: ter herinnering aan de zachtmoedigheid van het goddelijk Lam en de lieflijkheid van Agnes  werden op haar altaar in de basiliek aan de via Nomentana twee lammeren geplaatst en gezegend; het vorig jaar werden de lammeren gezegend in de hal van het Domus S. Marthæ. Uit de wol van deze dieren weeft men later de pallia, door de paus aan de aartsbisschoppen verleend als wezenlijk teken van hun rechtsmacht.

In Europa tot aan WO II en ook nog even daarna was Agnes een bekende doopnaam. Ook in de middeleeuwse vrouwenkloosters waren er altijd religieuzen met deze naam. De H. Agnes was om haar dubbel getuigenis van godgewijde maagdelijkheid en stoer martelaarschap een voorbeeldfiguur bij de opgang tot het religieuze leven.

In de Nederlanden en daarbuiten was de H. Agnes een bekende volksheilige en met haar dies natalis waren een aantal vrome gebruiken verbonden. 

Binnen de Congregatie van Windesheim voortgekomen uit de geestelijke vernieuwingsbeweging van de Moderne Devotie was zij een geliefde heilige.
 “In 1395 werd Agnes patrones van een huis van de broeders van de Moderne Devotie, dat al in 1384 was opgericht op de zogenoemde Nemelerberg nabij Zwolle; zowel het huis als de locatie stonden sindsdien bekend als “Agnietenberg” (mons sanctæ Agnetis). Uit de door Thomas van Kempen (+1471) geschreven kroniek van dit broederhuis en van het regulierenklooster dat hier in 1398 voor in de plaats kwam en tot 1561 zou blijven bestaan’, wordt duidelijk dat aan Agnes zowel een belangrijke liturgische gedachtenis als een bijzondere devotie als voorspreekster toekwam”. (1)

(1) Uit:  Charles Caspers, Sint Agnes als katalysator. Een jonge Romeinse martelares vertelt over de spiritualiteit van de zusters van Diepenveen. Trajecta 11(2002)I,18-40, p.23