Lectio
altera
Ex Epístola sancti Ignátii Antiochéni
epíscopi et mártyris ad Ephésios
(Nn. 2, 2 — 5, 2: Funk 1, 175-177)
In concordia
unitatis
Decet vos ómnibus
modis glorificáre Iesum Christum, qui glorificávit vos, ut in obœdiéntia una
perfécti, subiécti epíscopo et presbytério, per ómnia sanctificáti sitis.
Non præcípio
vobis, quasi sim áliquis. Etiámsi enim vinctus sum propter nomen Christi, nondum
tamen perféctus sum in Iesu Christo. Nunc enim incípio discípulus esse et
álloquor vos ut condiscípulos meos. Nam oportébat me a vobis confirmári fide,
admonitióne, patiéntia, æquanimitáte. At cum cáritas non sinat me tacére de
vobis, proptérea antevérti vos admonére, ut uniámini in senténtia Dei. Etenim
Iesus Christus, inseparábilis nostra vita, senténtia Patris est, ut et
epíscopi, per tractus terræ constitúti, in senténtia Iesu Christi sunt.
Unde decet vos in
epíscopi senténtiam concúrrere, quod et fácitis. Nam memorábile vestrum
presbytérium, dignum Deo, ita coaptátum est epíscopo ut chordæ cítharæ. Propter
hoc in consénsu vestro et concórdi caritáte Iesus Christus cánitur. Sed et vos
sínguli chorus estóte, ut cónsoni per concórdiam, melos Dei recipiéntes in
unitáte, cantétis voce una per Iesum Christum Patri, quo et vos áudiat et
agnóscat ex iis, quæ bene operámini, membra esse vos Fílii ipsíus. Utile ítaque
est in immaculáta unitáte vos esse, ut et semper participétis Deo.
Si enim ego brevi
témporis spátio talem consuetúdinem contráxi cum epíscopo vestro, quæ non
humána, sed spiritális est, quanto vos beatióres iúdico, qui ita estis
coniúncti ei sícuti Ecclésia Iesu Christo et sicut Iesus Christus Patri, ut
ómnia per unitátem conséntiant? Nemo erret: nisi quis intra altáre sit,
privátur pane Dei. Si enim uníus atque alteríus precátio tantam vim habet,
quanto magis illa, quæ epíscopi est et totíus Ecclésiæ?
Uit de Brief aan
de Ephesiërs, van de H. Ignatius van Antiochië, bisschop en martelaar
In de eendracht
van de eenheid
Het is passend,
dat gij op alle manieren Jezus Christus verheerlijkt, die u heeft verheerlijkt,
opdat gij, in gehoorzaamheid verenigd en onderworpen aan de bisschop en het
priester-college, in alles moogt zijn geheiligd.
Ik beveel u niet
alsof ik iets beteken. Want al ben ik geboeid om de Naam van Christus, daarom
ben ik nog niet volmaakt in Jezus Christus. Want nu begin ik pas zijn leerling
te zijn en spreek ik u toe als mijn medeleerlingen. Want het paste mij eigenlijk
meer door u gesterkt te worden in geloof, vermaning, geduld en
gelijkmoedigheid. Maar omdat de liefde mij niet toelaat over u te zwijgen, heb
ik het beter geacht u te vermanen, om u te verenigen met Gods wil. Want ook
Jezus Christus, die onafscheidelijk ons leven is, is de uiting van de Wil van
de Vader, zoals ook de bisschoppen, die overal ter aarde zijn aangesteld, in de
Wil van Jezus Christus zijn.
Daarom past het u
naar de wil van de bisschop te handelen, wat gij ook doet. Want uw geprezen
priester-college, waardig voor God, is zo met de bisschop verbonden als de
snaren met de cither. Daarom wordt door uw eensgezindheid en uw harmonische
liefde Jezus Christus bezongen. Maar weest ook gij ieder afzonderlijk een koor,
om samenklinkend door uw eensgezindheid, het timbre over te nemen van God, en
als met één stem te zingen voor de Vader door Jezus Christus, waardoor de Vader
zowel u moge horen, als uit het goede, dat ge verricht, moge erkennen, dat gij
ledematen zijt van zijn Zoon zelf. Daarom is het nuttig, dat gij blijft leven
in een onverbroken eenheid om ook steeds deel te hebben aan God.
Want als ik in
zo’n korte tijd al zo’n band bezat met uw bisschop, wat geen menselijke maar
een geestelijke band was, hoeveel te meer prijs ik u gelukkig, die zo met hem
verbonden zijt als de Kerk is met Jezus Christus en Jezus Christus met de
Vader, zodat alles in eenheid samen stemt? Laat niemand zichzelf misleiden: als
iemand niet binnen de offerplaats is ontvangt hij niet het Brood van God. Want
als het gebed van één of twéé personen al zo’n kracht bezit, hoeveel te meer
dan dat gebed van de bisschop en van heel de Kerk?