donderdag 6 januari 2022

Preek van onze Pastoor op 6 januari 2022 - Vandaag willen we Hem ook het goud van onze liefde aanbieden, de wierook van ons gebed en de mirre van onze dankbaarheid.


(2022) Vierden we afgelopen zondag het heilsfeit zelf, het gegeven dat Jezus het kerstkind niet alleen aan herders, maar ook aan wijzen uit het oosten werd geopenbaard, vandaag willen we wat meer stil staan bij de personen zelf, de drie koningen die in het bijbelverhaal zelf als magiërs of ‘wijzen’ worden aangeduid. Waarschijnlijk ging het hier om Perzisch-Babylonische astronomen, astrologen en natuurwetenschappers die later tot ‘koningen’ werden gebombardeerd omdat de tekst van de eerste lezing die wij zojuist mochten beluisteren (Jes. 60,1-6; vgl. Ps. 72,10) dat suggereert. Op een sarcofaag uit de vierde eeuw zien we ze in ieder geval als magiërs afgebeeld. In een mozaïek uit de zesde eeuw in de Sant’Appolinare Nuovo in Ravenna zien we ze niet alleen afgebeeld, maar vinden we ook hun namen erbij vermeld: Caspar, Melchior en Balthasar; het betreft hier echter een toevoeging van minimaal twee eeuwen later. In een geschrift dat aan de H. Beda Venerabilis wordt toegeschreven, een geleerde Engelse monnik die rond het jaar 700 leefde, heet het: “De magiërs hebben geschenken aan de Heer gebracht. De eerste moet Melchior zijn geweest, een oud man met lang, grijs haar en een lange baard, gekleed in een purperrode tunica met korte, groene mantel en purperrode schoenen, met wit doorwerkt. Op zijn hoofd droeg hij een Frygische muts, vervaardigd uit stof van verschillende kleuren. Goud offerde hij aan de Koning als zijn Heer. De tweede heette Caspar, een baardeloze jongeling, met rood haar, gekleed in een groene tunica, een rode, korte mantel en purperrode schoenen. Hij eerde God met wierook als een gave, die voor Hem paste. De derde met donkere haren en een volle baard, heette Balthasar. Hij droeg een rode tunica, met een witte, korte mantel en groene schoenen: door de mirre erkende hij de toekomstige dood van de zoon der mensen. Al hun kledingstukken bestonden uit zijde”. 

Onder invloed van de kruistochten begon de verering van de Driekoningen een steeds hoger vlucht te nemen, vooral sinds hun relieken in 1164 vanuit Milaan naar Keulen werden overgebracht, waar ze bewaard worden in het prachtige schrijn dat in het hoogkoor van Keulse dom staat opgesteld. Dankzij de relieken werd Keulen een van de belangrijkste pelgrimssteden van de middeleeuwen, naast Jeruzalem, Constantinopel, Santiago de Compostela, Rome en Aken. De pelgrimstekens en driekoningenbriefjes uit Keulen verspreidden zich over heel Europa. De laatste keer dat ze nog eens volop in de belangstelling stonden was tijdens de 20e wereldjongerendagen (WJD) die in de zomer 2005 in Keulen werden gehouden. Dat was vlak na het overlijden van Paus Johannes Paulus II en het aantreden van paus Benedictus XVI. Dat evenement had nog van paus Johannes Paulus II als thema meegekregen: “we zijn gekomen om Hem onze hulde te brengen”, verwijzend naar het evangelie van vandaag, bedoeld als uitnodiging aan de jongeren van alle continenten om geestelijk de weg af te leggen die de heilige drie koningen gingen; om net als zij de Messias van alle volkeren te vinden. De paus nodigde de jongeren uit om naar Keulen te komen en de Heer “het goud van je leven aan … (te bieden), dat wil zeggen je vrijheid, om Hem uit liefde te volgen en trouw te beantwoorden aan zijn roepstem; laat de wierook van jullie vurig gebed opstijgen tot zijn lof en eer; biedt Hem ook de mirre aan, dat wil zeggen de hartelijk dankbaarheid ten opzichte van Hem, de ware mens, die ons zozeer heeft liefgehad, dat Hij als een misdadiger op Golgotha is gestorven. Wees aanbidders van de enige en ware God, door Hem de eerste plaats in je leven te geven … Aanbidt Christus: Hij is de Rots waarop jullie toekomst en een meer rechtvaardige en solidaire wereld te bouwen is. Jezus is de koning van de vrede, de bron van vergeving en verzoening, die alle leden van de mensenfamilie tot broeders en zusters van elkaar kan maken” (boodschap JP II 6 aug. 2004). 

Nu wij vandaag het feest van de H. Driekoningen vieren, voegen ook wij ons in het voetspoor van de jongeren van toen treden. Vandaag zijn we niet alleen gekomen om het kerstkind onze hulde te brengen, vandaag willen we Hem ook het goud van onze liefde aanbieden, de wierook van ons gebed en de mirre van onze dankbaarheid. Dat wij door de ontmoeting met het kerstkind niet alleen zelf nieuw worden, maar ook het aanschijn der aarde weten te vernieuwen.