maandag 31 januari 2022

2 februari Feest van de Opdracht van de Heer in de tempel – Maria Lichtmis


2 februari
Feest van de Opdracht van de Heer in de tempel – Maria Lichtmis

Martyrologium Romanum:
Het feest van de Opdracht van de Heer – door de Grieken ‘Hypapante’ (‘Ontmoeting’) genoemd. De Heer Jezus werd veertig dagen na zijn geboorte door Maria en Jozef naar de tempel gebracht, van buitenaf beschouwd om te voldoen aan de wet van Mozes, maar in feite kwam Hij als het licht ter openbaring aan de volkeren en als de glorie van zijn volk Israël naar zijn gelovig en jubelend volk.

“Voor mij is deze ontmoeting in ieder opzicht plechtig. Plechtig is voor mij ook deze processie vol feestelijke vreugde, waar van de ene kant het Kind en de Moeder, Jezus en Maria, naderen, aan de andere kant de grijsaard en de weduwe, Simeon en Anna, hen tegemoet komen. Hier de Heer en de Heerseres, dáár de dienaar en de dienstmaagd; hier de Middelaar en de Middelares, de Zoon en de Moeder; dáár hun zo trouwe en toegewijde getuigen en dienaren".

In deze ontmoeting tenslotte “hebben de barmhartigheid en de waarheid elkaar ontmoet”, namelijk: de barmhartigheid van de verlossing in Jezus, de waarheid van de geloofsbelijdenis bij de hoogbejaarden.
In deze ontmoeting “hebben de gerechtigheid en de vrede elkaar omhelsd”, omdat de gerechtigheid van de vrome bejaarden en de vrede van Hem die de wereld verzoent, zijn verenigd in zuivere liefde voor elkaar, in een kus en in de vreugde van de geest.
En verder, geliefde broeders, als uw heiligheid op zedelijk gebied aangevuurd zou moeten worden, laat zij dan die vier roemrijke personen in deze processie beschouwen, wier levens niet alleen de sieraden van de Kerk zijn, maar ook die van de hemel. Ik spreek van Jezus en Maria, van Simeon en Anna.

En om van de lagere dingen naar de hogere over te gaan:
- in Anna, die “in vasten en gebed de Heer dag en nacht diende” worden ons het gebed en het vasten aanbevolen;
- in Simeon, die Jezus met zo’n grote vreugde omhelsde, de godsvrucht en de toewijding;
- in Maria, ook al was zij de wet niets verschuldigd, tenminste bij dit gedeelte van de Zuivering, de nederigheid en de gehoorzaamheid;
- in Jezus, de Heer, die geworden uit een vrouw, ook onder de Wet geboren is, “om hen die onder de Wet waren, te verlossen”, de liefde en de barmhartigheid.

Want de heiligheid van de zuiverheid, wier lof úw reinheid – naar ik bevonden heb – altijd verblijdt, schittert bij allen gemeenschappelijk, zij het ook op verschillende wijze. Bij de hoogbejaarden door de moeite van de zelfbeheersing, in de Maagd door de gave van de genade, in het Kind van rechtswege én door de eigenheid van Zijn natuur, niet van het pasgeboren Kindschap, maar van de aangeboren zuiverheid. In Hem niet alleen van deze deugd, maar ook van alle andere deugden de oorsprong en de volmaaktheid, is Híj de uitdeler van deze deugden, Híj houdt ze in stand en bij Hém is de beloning.

Laten wij ons dus tot Hém wenden, niet alleen door de goedgunstige voorspraak en verdiensten van de Maagd Maria, maar ook door die van Simeon en Anna, opdat de gaven van deugd die wij mochten ontvangen, vermeerderd mogen worden, en eenmaal verdiept, beschermd mogen worden en opdat wij, terwijl wij het in bewaring gekregen pand onder de volmaakte bescherming van de Moedermaagd voor Hem mogen waarborgen, zo de beloning mogen bereiken van Hem die leeft en heerst in de eeuwen der eeuwen”.
Uit een preek van de H. Guerricus, abt. Sources Chrétiennes  1,166, p. 334-338