zaterdag 19 maart 2022

Gaat tot Jozef!


Sint Jozef wordt in de liturgie gevierd op 19 maart en 1 mei. In maart bidden wij de novene tot Sint Jozef. We vragen zijn speciale voorspraak jaarlijks in de aanloop naar zijn feest op 19 maart, dat liturgisch komende maandag 20 maart wordt gevierd, omdat de 3e zondag van de Vasten voorrang heeft. De gebeden van de novene laten vermoeden hoe groot Sint Jozef was en is. Hij heeft de hem toevertrouwde opdracht zó vervuld, dat zijn eigen persoon daarbij helemaal niet in het geding kwam. Hij heeft Maria en Jezus trouw en eenvoudig gediend, maar bleef zelf volledig bescheiden op de achtergrond. Hij was gehoorzaam, hij zag af van eigen geluk, hij diende een grote zaak op een heldhaftige manier.
Sint Jozef is geen sprookjesfiguur. Hij staat in het heldere licht van de geschiedenis. We kennen enkele details van zijn afstammening en leven. Hij was een ‘tektoon’ (τεκτων), zo luidt het Griekse woord voor timmerman. Zijn vader heette Heli, en hij stamde uit het wijdvertakte koninklijke geslacht van David. Hij wordt terecht “Zoon van David” genoemd. Vooral het Evangelie van Mattheüs benadrukt de messiaanse profetieën, die door de rol van Jozef werden vervuld: de Geboorte in Bethlehem (2,1–6); Jezus’ verblijf in Egypte, waarheen de H. Familie was gevlucht (2,13–15) en de bijnaam “Nazareeër”(2,22–23). Hierbij toonde hij zich evenals zijn bruid Maria als een ware erfgenaam van het geloof van Abraham: geloven in God die de gebeurtenissen in de geschiedenis volgens zijn geheimnisvol heilsplan leidt. De grootheid van Jozef komt duidelijk tot uiting omdat zijn zending in de deemoed en verborgenheid van het huisgezin in Nazareth plaats had. Overigens heeft God Zelf, in de persoon van Zijn mensgeworden Zoon, deze weg en deze stijl – de deemoed en verborgenheid – voor zijn verblijf op aarde gekozen.
Op de eerste plaats is Jozef de bruidegom van de Moeder Gods. We kunnen ook zeggen de man, de echtgenoot; de Kerk geeft echter de voorkeur aan de term bruidegom omdat Jozef geen gebruik heeft gemaakt van zijn rechten als echtgenoot. Hij was hoe dan ook echtgenoot, want de huwelijkssluiting in het Jodendom berustte op een uitwisseling van consensus, een wederzijdse wilsovereenstemming en uit een concrete akt, namelijk het binnenleiden in hun huis. Deze wilsovereenstemming (verloving) had plaatsgevonden. Maria en Jozef waren echtgenoten, ook al had Jozef haar in de tijd van de ontvangenis van Jezus nog niet zijn huis binnengeleid. Kan Jozef, de bruidegom van de Moeder Gods, een kleine, onbeduidende, gewone man zijn geweest? Moeten we niet aannemen dat hij een belangrijke en innerlijk waardevolle mens is geweest? Als reeds voor het christelijk huwelijk geldt dat het in de hemel is gesloten, hoe veel te meer geldt dit voor het huwelijk tussen Jozef en Maria? De echte grootheid van de heilige Jozef ligt besloten in zijn uitverkiezing door God als bruidegom van de Moeder Gods.
Maar hij was ook geheel en al man wat duidelijk werd toen hij in de tijd tussen huwelijkssluiting en binnenleiden in zijn huis inzag dat Maria zwanger was (Mt 1, 18) We moeten ons de ontsteltenis die zich van Jozef meester maakte niet te gering voorstellen. Jozef was werkelijk geschokt en ging bij zichzelf te rade hoe dit mogelijk kon zijn. Wat zou hij doen? Het moet wel een heel zwaar en moeilijk te overwinnen probleem voor hem zijn geweest. Van de latere leugens van de kant van de heidenen heeft hij toen geen weet gehad. Celsus (heidense schrijver uit de 3e eeuw) kwam met de niet te bewijzen maar ook onbewezen bewering dat Maria van een Romeins legioensoldaat zwanger zou zijn geworden. En als u de tafelgesprekken van Hitler zou lezen, zou u vaststellen dat Hitler nog in 1942 deze leugen aangreep.
Dat zal Jozef zeker niet gedacht hebben, maar omdat hij rechtschapen was, zoals de H. Schrift zegt, (Mt 1,19) wilde hij haar niet in opspraak brengen. Daarom wilde hij zijn vrouw, in stilte en zonder opzien te baren, verlaten. Hij wilde afstand doen van hetgeen hem het meest dierbaar was, zijn echtgenote. Hij dacht er aan haar een scheidingsbrief te geven, zoals Mozes voorschreef en haar niet tot zich te nemen.
Ergens afstand van doen, iets vrijwillig opgeven, is iets wat de mensen, vooral mannen, niet graag horen. De mensen willen bezitten, genieten, maar niet afstand doen. Maar een man, die uit één stuk is, onderscheidt zich, dat hij zich onthouden kan als God het vraagt. Dat geldt vóór het huwelijk, dat geldt binnen het huwelijk, dat geldt buiten het huwelijk. Het siert de man als hij afstand kan doen. Afstand doen is onontbeerlijk voor het leven en van Jozef kunnen we leren hoe een echte man dat doet.
Maar dan grijpt God in door zijn plan aan Jozef bekend te maken. Wat Maria hem blijkbaar niet heeft toevertrouwd, dat verneemt hij van een bode van God. Hij verneemt dat hetgeen Maria heeft ontvangen, van de H. Geest is, dat geen enkele verdenking steek houdt, dat Maria ongerept en rein is zoals zij het altijd was, maar dat zich hier een mysterie aankondigt dat wij slechts met eerbiedige huiver kunnen uitspreken, namelijk het mysterie van de Menswording van de Zoon van God. En dit mysterie  zou naar Gods ondoorgrondelijke Wil voor alle mensen zichtbaar worden door de Onbevlekte Ontvangenis. Daarom is het belangrijk aan dit mysterie, dat appelleert aan onze sensus catholicus, niet te roeren, ook al zijn de aanvallen op het mysterie van Maria’s maagdelijkheid en haar Onbevlekte Ontvangenis van alle tijden en ook van deze tijd. God heeft ons door dit Mysterie willen verklaren, Wie het is, die ter wereld zou komen.
Dit mysterie werd Jozef geopenbaard. Jozef is bereid zijn vrouw tot zich te nemen. Het is zijn grootheid dat zijn hart Gods Wil volgde, en ook daar wist te gehoorzamen waar geen aardse verklaring mogelijk was. Jozef is ook een man van geloof, van geloven zonder vragen. Geloven is immers iets anders dan zien. Geloven is gehoorzamen tegenover de openbaringswil van God, ook daar waar nog geen inzicht is of überhaupt niet mogelijk is.
En zo werd hij de plaatsvervanger van God in de opvoeding van de Zoon van Maria. We noemen hem de Voedstervader van Jezus. Hij is niet, zoals de heidenen zeggen, de biologische vader van Jezus. Hij moest de Vader in de hemel vertegenwoordigen. Hij gaf het Kind van Maria de Naam Jezus, en Jezus, heeft hem als opgroeiende jongen gehoorzaamd en naar hem opgekeken. “Uw vader en ik hebben U met smart gezocht”, zei Maria in Jeruzalem. Zo is het Jozef geweest die zijn Kind heeft opgevoed en een ambacht heeft geleerd, hetzelfde handwerk als hijzelf uitoefende, zoals we mogen aannemen.

Het voorbeeld van Sint Jozef is voor ons een oproep om aan de opgave die de Voorzienigheid ons heeft toevertrouwd, in trouw, eenvoud en bescheidenheid te werken. Moge Sint Jozef ons helpen om vreugdevol iedere dag opnieuw de evangelische raden van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid na te leven en ook om de Wil van God liefdevol en met vertrouwen te vervullen. Als wij – met voorbijzien van onszelf - doen wat wij hebben beloofd en hetgeen van ons mag worden gevraagd, kan O.L.Heer het gebruiken voor Zijn doeleinden.
Proberen we naar het voorbeeld van Sint Jozef deze Vasten een werkelijk offer te brengen, dat we ook voelen.…
Roepen wij de H. Jozef ook aan voor de priesters die het geestelijk vaderschap uitoefenen tegenover de kerkelijke gemeenschappen, dat de H. Jozef bewerke dat zij de Kerk van Jezus Christus met toewijding en in volle overgave beminnen.
Voor allen die van het werk van hun handen leven, dat zij blijmoedig tot de vooruitgang van de mensheid bijdragen.
Voor hen die stervende zijn, dat zij door de hulp van Sint Jozef zich vol vertrouwen aan de Vader overgeven.
Ite ad Ioseph ! Gaat tot Jozef!

Allen die Sint Jozef tot patroon hebben, de Jozefs, de José’s en de Josefiens feliciteren we van harte met hun Naamfeest!