Ad Officium
lectionis
Lectio altera
Ex Sermónibus sancti Leónis
Magni papæ
(Sermo 51, 3-4. 8: PL 54,
310-311. 313)
Tweede lezing
Uit
de Preken van Leo I, de Grote, paus
De Wet is door Mozes gegeven; de
genade echter en de waarheid zijn ons geworden door Jezus Christus
Voor de ogen van uitverkoren
getuigen openbaart de Heer zijn heerlijkheid, en de gedaanten van Zijn lichaam,
die Hij met de overige mensen gemeen heeft, glanst nu met zulk een
heerlijkheid, dat zijn gelaat gelijk is aan de glans van de zon en zijn
klederen gelijken op de blankheid van sneeuw.
Bij deze gedaanteverandering
werd dit vooral beoogd: uit de harten van de leerlingen de schande van het
kruis weg te nemen. Ook zou de vernedering van zijn vrijwillig lijden hun
geloof niet schokken, nadat hun de majesteit van zijn verborgen waardigheid was
geopenbaard.
Maar met niet minder
voorzorg werd daarmee de hoop van de heilige Kerk gefundeerd, zodat heel het
Lichaam van Christus zou erkennen, hoedanig de vernedering zou zijn, die het
zou krijgen; en alle ledematen en deelgenootschap in het vooruitzicht hadden in
die heerlijkheid, die zij nu reeds in het Hoofd hadden zien glanzen.
Dit had de Heer al in
gelijke zin gezegd, toen Hij over zijn komst in heerlijkheid sprak: Dan
zullen de rechtvaardigen schitteren als de zon in het Rijk van hun Vader. Terwijl
ook de heilige apostel Paulus hetzelfde getuigt, als hij zegt: want ik ben
van mening, dat het lijden van deze tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid
waarvan ons de openbaring te wachten staat. En elders: Gij zijt immers
gestorven en uw leven, en nu met Christus verborgen in God, Christus is uw
leven, en wanneer Hij verschijnt, zult ook gij met Hem verschijnen in
heerlijkheid.
Om zijn leerlingen in de
waarheid te bevestigen en tot de volledige kennis te brengen, voegde Hij bij
dit wonder nog een andere onderrichting.
Want Mozes en Elias, de Wet
namelijk en de Profeten, verschenen en spraken met Christus, opdat op de meest
werkelijke manier in de tegenwoordigheid van die vijf mannen vervuld zou worden
wat gezegd was: elk woord is betrouwbaar bij twee of drie getuigen.
Wat is meer betrouwbaar, wat
zekerder dan het woord, waarbij de bazuin van het oude en nieuwe Testament
meeklinkt, wanneer het gepredikt wordt, en waarbij de instrumenten van de oude
getuigenissen met de evangelische leer meeklinken?
De inhoud van beide
verbonden stemmen met elkaar overeen. En de voorafgaande tekenen onder het
omhulsel van mysteries hadden Hem voorspeld, die de glans van de heerlijkheid
nu openlijk en duidelijk toonde. Omdat, zoals de H. Johannes zegt: de Wet is
gegeven door Mozes, maar de genade en de waarheid kwamen door Jezus Christus, in
Wie de belofte van de profetische beelden werd vervuld, en de betekenis
duidelijk werd van de wettelijke voorschriften, omdat Hij door zijn
tegenwoordigheid de waarheid leerde van de profetie en door de genade de
onderhouding van de geboden mogelijk maakte.
Moge dan volgens de
prediking van het allerheiligste Evangelie het geloof bij allen bevestigd
worden, en laat niemand zich schamen voor het kruis van Christus, waardoor de
wereld is verlost.
En laat ook niemand ofwel
vrezen iets te moeten lijden voor de gerechtigheid, ofwel wantrouwend staan
tegenover de vervulling van de belofte, want door de arbeid komt men tot de
rust en door de dood gaat men over tot het leven. Omdat Hij alle zwakte van
onze onbeduidendheid op zich genomen heeft, zullen wij in Hem overwinnen wat
Hij overwonnen heeft en ontvangen wat Hij beloofd heeft, als wij Hem blijven
belijden en beminnen.
Daarom, hetzij om zijn
geboden te onderhouden of tegenslagen te dragen, altijd moet de stem van de
Vader, die er aan vooraf ging, in onze oren blijven klinken: Deze is mijn
Zoon, mijn Welbeminde, in Wie Ik mijn welbehagen heb: Luistert naar Hem.