Ad Officium
lectionis
Lectio altera
E Libro sancti Theóphili
Antiochéni epíscopi Ad Autólycum
(Lib. 1, 2. 7: PG 6,
1026-1027. 1035)
Tweede lezing
Uit de geschriften van de
heilige Theofilus, bisschop van Antiochië († ca. 186)
Zalig de zuiveren van hart, want zij zullen God zien
Als gij zegt: ‘Toon mij uw
God’, dan zou ik kunnen zeggen: ‘Toon mij uw mens, en ik zal u mijn God tonen.’
Toon mij daarom dat de ogen van uw ziel zien en de oren van uw hart horen.
Zij die met de ogen van het
lichaam zien, nemen waar hoe het in het leven hier op aarde toegaat, en kunnen
een onderscheid maken tussen licht en donker, of tussen wit en zwart, lelijk en
mooi, of tussen wat sierlijk is en de juiste verhoudingen heeft, en wat plomp
is en niet de juiste verhoudingen heeft, of tussen wat bovenmatig groot is en
wat afgeknot is. Dit geldt ook voor het gebied van het gehoor: zo kunnen zij
onderscheiden wat hoge en lage tonen zijn en wat aangenaam in de oren klinkt.
Eveneens zou men nu van de oren van het hart en de ogen van de ziel kunnen
zeggen dat zij God kunnen horen en aanschouwen.
God is immers voor degenen
die Hem kunnen zien, zichtbaar, wanneer zij de ogen van hun ziel geopend
hebben. Allen hebben immers ogen, maar van sommigen is de blik versluierd en
zij zien het licht van de zon niet. Als blinden niet zien, dan wil dat
tenslotte nog niet zeggen dat het zonlicht niet meer schijnt. De blinden moeten
bij zichzelf en bij hun ogen de oorzaak zoeken. Zo hebt ook gij, mens, de ogen
van uw ziel omfloerst door uw zonden en slechte werken.
Als een spiegel zo glanzend
moet de ziel van de mens zijn. Wanneer er dus roest op de spiegel zit, is het
gezicht van de mens in de spiegel niet te zien. Als er in een mens nu zonde is,
dan kan zo iemand God niet zien.
Als gij echter wilt, kunt
gij genezen worden. Vertrouw u toe aan de geneesheer en Hij zal de ogen van uw
ziel en van uw hart het licht schenken. Wie is die geneesheer? God is het, Hij
die verzorgt en levend maakt door middel van zijn woord en wijsheid. God heeft
door middel van zijn woord en wijsheid alles gemaakt. Immers, ‘Hij heeft de
hemel gemaakt door zijn woord, zijn stem schiep de hemelse machten’ (Ps. 33
(32), 6). Zijn wijsheid is het machtigst. God grondvestte door zijn wijsheid de
aarde, door zijn gedachten bereidde Hij de hemel en door zijn zintuigen spleten
afgronden open en lieten wolken hun regen vallen.
Als gij, mens, dat bedenkt,
kunt gij door heilig, vroom en rechtvaardig te leven God zien. Boven alles
echter moet dan in uw hart geloof en vrees voor God u voorgaan en dan pas zult
gij dit inzien. Wanneer gij uw sterfelijkheid aflegt en u met onsterfelijkheid
bekleedt, dan zult gij, zoals ge verdient, God zien. God wekt immers samen met
uw ziel uw vlees op tot onsterfelijkheid. Als gij nu in Hem gaat geloven, zult
gij in onsterfelijkheid de Onsterfelijke aanschouwen.