zondag 20 maart 2022

Preek van onze Pastoor 3e Vastenzondag Als we in deze tijd van angst om besmetting met het coronavirus ergens behoefte aan hebben dan is aan iets wat leven brengt! 2020



Water, daar gaat het vandaag over, het levend water dat Jezus geeft, het levend water dat Jezus is. Wij kunnen niet zonder; water behoort tot onze eerste levensbehoeften Waar water te vinden is, daar vestigen mensen zich, daar ontmoeten mensen elkaar. In het oude Testament lijkt het wel een refrein dat telkens weer terugkeert: een engel vond Hagar, de verstotene, bij een waterbron in de woestijn (Gen. 16,7).  Rebekka werd bij een waterput aangesproken door een dienaar van Abraham (Gen. 24,10-32).  Eveneens bij een put ontmoette Jakob zijn toekomstige vrouw Rachel, de dochter van Laban (Gen. 29, 1-11).  Mozes vluchtte naar Midjan en ging bij een bron zitten (Ex. 2,15), waar hij de dochters van Jitro en zijn toekomstige vrouw Sippora ontmoette.  Tijdens de exodus zorgde Mozes ervoor dat het brakke water weer zoet en drinkbaar werd.  Later, tijdens diezelfde uittocht, tijdens diezelfde toch door de woestijn, toen de nood het hoogst was, bracht hij redding door water uit de rots te slaan (Ex. 17,6).  Water: wij kunnen zonder. Zonder water redden wij het niet, zonder water gaan we dood.
Jezus heeft daar niet allen weet van, maar kent het ook uit eigen ervaring. Vermoeid van de toch onder de brandende zon, neemt hij rust bij een put en drinkt wat. En daar begint het verhaal, daar ontmoet hij de Samaritaanse, die blijkbaar ontvankelijk is voor wat de vreemdeling te vertellen heeft. Het is niet alleen bijzonder dat Hij als rabbi met een vrouw spreekt, maar dat dat Hij dat ook nog doet als Jood: spreken met een Samaritaan met wie Joden eigenlijk niet verkeren. Jezus heeft geen last van voordelen. Hij kent ons, weet wie we zijn, laat ons zelf dingen zeggen die we eigenlijk liever verborgen houden. Er ontspint zich een gesprek, dat alles behalve over koetjes en kalfjes gaat, een gesprek waarbij de Samaritaanse haar aanvankelijk achterdocht laat varen. Van vragenstelster wordt ze tot getuige en verkondigster van Jezus en het heil dat Hij ons komt brengen. Ze ontdekt in Hem een bron van levend water, niet alleen water ze zelf van heeft mogen proeven, maar ook water dat ze aan haar anderen gunt.  “Als u wist wat God wil geven …” (Joh. 4,10).  Zijn gave is de Geest, die als een bron in ons opborrelt (Rom. 5,5) en leven brengt waar dorheid, ja zelfs dood ons bedreigen. Als we in deze tijd van onrust en angst om besmetting met het cornonavirus ergens behoefte aan hebben dan is het wel aan dat, aan iets wat leven brengt, leven doet aanlichten.
Over waterputten gesproken: drie leerlingen vroegen hun leermeester om hen wat levenswijsheid bij te brengen. Toen ze bij een waterput kwamen, bond de leermeester een touw om het middel van de eerste leerling en liet hem in de put zakken.  Nauwelijks was die over de rand of hij begon al angstig te roepen dat hij hem toch maar weer gauw naar boven zou halen.  De tweede reageerde op dezelfde manier.  De derde echter zei: “Laat me maar naar beneden zakken.  Als ik begin te roepen, trek me dan niet meteen naar boven.  Pas als je merkt dat het touw wat losser begint te worden, dan mag je me weer eruithalen.”  En het lukte.  Afdalen naar de diepte van ons bestaan, ons bestaan dat door van alles en nog wat bedreigd wordt, maakt ons onrustig en angstig.  Maar juist daar zul je pas ontdekken wat ons werkelijk tot hulp en steun is, wat er ook gebeurt, wat ons ook overkomt. Daar zul je ook God vinden. Niet voor niets zegt een oud spreekwoord dat nood leert binnen: als je nog nooit iets serieus hebt meegemaakt, denk je misschien wel dat je het leven in je eentje aankunt. Maar dat is maar schijn. Investeren in ons geloof, in onze relatie met God, met de christelijke God die zich in Jezus laat vinden, is geen overbodige luxe, alleen maar ets voor hobby’isten. Het is investeren in de volheid van het leven, het leven dat zoveel meer is dan wat wij ervan kunnen of willen maken. Dat leven gaan wij binnenkort weer met Pasen vieren, een levensterker dan alles wat ons hier en nu bedreigt en uiteindelijk zelfs sterker dan de dood. Dat Jezus daar ook ons van kan en mag overtuigen. Dat we net als de Samaritaanse openstaan voor alles wat Jezus ons te zeggen en te bieden heeft.