zaterdag 5 maart 2022

Collectegebed EERSTE ZONDAG VEERTIGDAGENTIJD Ons door een betere levenswijze voor zijn verlossing openstellen

Collectegebed

I n l e i d i n g

De cycli van de Veertigdagen- en Paastijd die op Aswoensdag zijn begonnen, doen voor ons op sacramentele wijze de realiteit van het Paasmysterie oplichten, de mysteries van het Leven, het Lijden, de Dood en de Verrijzenis van Jezus.

Twee beden bevat het collectegebed van deze zondag: grotere kennis van Christus en de uitwerking van deze kennis op het leven.
De apostel Paulus bidt voor de gelovigen: “opdat zij, getroost en innig in liefde verbonden, mogen geraken tot de volle rijkdom van het inzicht, tot de waarachtige kennis van het goddelijke mysterie dat Christus is (Kol 2, 2). Om het diepe en rijke inzicht in het geheim (arcanum) te verwerven, dat Christus is. Bijna vanzelf denkt men daarbij in het bijzonder aan het Paasmysterie van Chrisus’ zalig lijden, zijn verrijzenis uit het dodenrijk en zijn glorievolle hemelvaart, een mysterie waarin Hij onze dood heeft teniet gedaan door te sterven en ons leven hersteld door te verrijzen ( Vgl. Prefatie van Pasen). Kennis van de diepte van Christus is meer dan een wilsbesluit tot beter leren kennen: het is een gegrepen willen worden door Christus. Deze grootse genade die in deze oratie wordt afgebeden
stelt haar eisen aan de mens die Christus ‘gegrepen’ heeft. Hij moet zich in zijn  doen en laten deze grote uitverkiezing waardig betonen. Daarbij helpen de exercitia als een poging van onze kant het arcanum Christi dieper te begrijpen en daardoor redding  te ontvangen. Niet zonder reden opent de apostel Paulus zijn lofzang op het Paasmysterie met de woorden: “Die gezindheid moet onder u heersen zoals het leven in Christus Jezus dit vordert” (Fil 2, 5).

T e k s t

Missale Romanum 1970
Concede nobis, omnipotens Deus,
ut, per annua quadragesimalis exercitia sacramenti,
et ad intellegendum Christi proficiamus arcanum,
et effectus eius digna conversatione sectemur.

Altaarmissaal Nederlandse Kerkprovincie 1979
Almachtige God,
geef dat wij door het beleven van deze voorbereiding op Pasen
dieper doordringen in het mysterie van Christus
en door een betere levenswijze ons voor zijn verlossing openstellen. 

Werkvertaling:
Verleen ons, almachtige God,
dat wij, door de jaarlijkse oefeningen van het veertigdagen-mysterie,
vorderen in het begrijpen van de verborgen dimensie van Christus
en door een waardige levenswijze de consequenties daarvan nastreven.

L i t u r g i s c h e   b r o n n e n

Het collectegebed van deze zondag is vermeld in het Gelasianum vetus,  Vat. Reg. Lat. 316, 1e helft 8e eeuw, f.104, en andere codices, overzichtelijk bijeengebracht in E. Moeller, J.M. Clément en B. Coppieters ‘t Wallant, Corpus orationum, Brepols Turnhout 1992, Tom. I, nr. 693. In het preconciliaire Missale Romanum komt deze oratie niet voor.

S t r u c t u u r a n a l y s e  e n  s t i j l f i g u  r e n

1. Concede nobis, omnipotens Deus,
2.ut, per annua quadragesimalis exercitia sacramenti,
3.et ad intellegendum Christi proficiamus arcanum,
4.et effectus eius digna conversatione sectemur.

Ad 1
De oratie opent met het verbum concede, verleen, in de imperativusvorm, gevolgd door nobis in de dativusvorm (commodi) aan ons, te lezen als object van concede. De anaklese is omnipotens Deus , almachtige God, die de verhouding van de bidder tot God onmiddellijk tekent.

Ad 2-4
Het voegwoord ut, opdat/zodat, leidt de finale/doelaanwijzende of consecutieve/gevolghebbende bijzin in die opgedeeld kan worden in twee halfzinnen voorafgegaan door de repetitio et ..et (waardoor de synthese van beide beden wordt benadrukt) met de verba proficiamus en sectemur in de coniunctivus.

Ad 2
(…), per annua quadragesimalis exercitia sacramenti: bijwoordelijke bepaling opgebouwd door de accusativusvormen annua exercitia welke afhankelijk zijn van het voorzetsel per, door middel van, vergezeld door twee genitivusvormen quadragesimalis en sacramenti die het begrip annua exercitia nader uitleggen.
Opvallend is dat de woorden van de twee zinsdelen die grammaticaal bij elkaar horen door congruentie,  elkaar beurtelings afwisselen, waardoor een haast speels effect ontstaat. Twee hyperbata. In de oratie komt de klinker a veelvuldig voor: assonantie of klinkerrijm.

Ad 3
(ut) (…) et ad intellegendum Christi proficiamus arcanum: eerste deel van de finale/consecutieve bijzin met het verbum proficiamus, opdat wij mogen vorderen, in de coniunctivus vanwege het wenskarakter, ingeklemd binnen de gerundium-constructie: ad intelligendum Christi […] arcanum die het object arcanum bij zich heeft. De gerundiumvorm van het verbum intellegere, begrijpen, drukt het doel uit dat het verbum proficiamus beoogt en kan vertaald worden met een substantief, als: …tot [groter] inzicht in het mysterie van Christus, of met het werkwoord: tot een [beter] begrijpen van…. Het zinsdeel Christi proficiamus arcanum is een hyperbaton.

Ad 4
et effectus eius digna conversatione sectemur: tweede deel van de finale/consecutieve bijzin met het verbum sectemur in de coniunctivusvorm vanwege het voegwoord ut en het wenskarakter. Sectemur: 1e pers. meerv. van het deponens sectari. Digna conversatione, door/met een waardige levenswijze: bijwoordelijke bepaling die het middel aanduidt hoe de effectus eius bereikt kunnen worden: de ablativus hier kan ablativus instrumentalis of modi zijn. Effectus eius: effectus eius, object van het verbum sectemur = accusativus meeroud van het substantivus effectus,-us. Eius, van hem, van het, ervan = genitivusvorm enkelv. van het pers. voornaamw.: is, hij. De woordgroep effectus eius / de uitwerkingen van Hem of de uitwerkingen ervan heeft niet alleen betrekking op Christus alleen, maar ook op het arcanum Christi , zijn verborgen dimensie van zijn veertigdaagse vasten en strijd in de woestijn. 

C o m m e n t a a r

Quadragesima is het Latijnse woord voor de Vastentijd [letterlijk “veertigste” (van quadraginta “veertig”], voor de veertigste weekdag vóór Pasen (Aswoensdag). In Souter’s A Glossary of Later Latin to 600 A.D., vinden we de term “quadragesimalis” als adiectieve vorm voor “veertig”.De heilige Leo de Grote (+461) gebruikte de uitdrukking “quadragesimale ieiunium”, letterlijk “de veertig-vasten”.
Exercitium wijst op militaire en andere voorbereidende oefeningen, “exercities”. Christenen van de “Strijdende Kerk” worden geacht de deugden en vrome praktijken te beoefenen om hun zending en roeping als christen in deze wereld te vervullen. Arcanum betekent iets dat “gesloten” is en dus “een geheime zaak of plaats”. Het begrip wijst op sacrale riten en heiligdommen en op “een sacraal geheim, een mysterie” Het verbum sector heeft als betekenissen “voortdurend of ijverig volgen, in een gunstige of ongunstige zin” en “achterna lopen, vergezellen, begeleiden. Het kan ook “navolgen” betekenen.
Effectus is “een handeling, bewerking”, maar met het oog op het resultaat van een handeling betekent het: “resultaat, uitwerking, effect, strekking, doel”.
Het begrip “conversatio” kan misleidend zijn als je niet uitkijkt. Het betekent “gedrag, manier van leven” en niet alleen “conversatie”.
Vroegchristelijke schrijvers beschikten niet over een specifieke vocabulaire met het oog op hun nieuwe theologie; zij vormden daarom nieuwe woorden óf pasten bestaande begrippen aan door deze een nieuwe betekenis te geven. Het begrip sacramentum werd het eerst in een christelijke context gebruikt door Tertullianus (+ c. 225). In vroegchristelijke geschriften in het Latijn was sacramentum de vertaling van het Griekse mysterion, “mysterie”. De wortel van het woord is “sacer”: “opgedragen of toegewijd aan een godheid, heilig, sacraal” zoals sacerdos …”priester”. De term sacramentum had een rechtsgeldige/juridische betekenis als een binding of initiatie bekrachtigd door een eed.
In de christelijke context heeft de term sacramentum betrekking op de bindende belofte en de geloofsbelijdenis, afgelegd door de catechumenen wanneer zij werden gedoopt en in de Kerk werden opgenomen. Sacramentum staat voor de inhoud van het geloof tot de aanvaarding waarvan de nieuwe christen zich verplichtte. Dus, het begrip sacramentum sluit de mysteries van ons heil in, de betekenis van de woorden en daden van Christus verklaard in een liturgische context, de liturgische feesten zelf en de initiatieriten zelf (Doopsel, Vormsel, H.Eucharistie). De heilige Augustinus van Hippo (+430) gebruikte de term sacramentum ook voor het huwelijk, de handoplegging bij wijdingen, de zalving van zieken en de verzoening van rouwmoedige zondaars.
We kunnen dus het begrip sacramentum begrijpen als “sacramenteel mysterie”, of kortweg “mysterie”. In Latijnse teksten is het begrip sacramentum dus meer omvattend dan in het Nederlands.
Ook al is dit gebed het Collectegebed van de H. Mis, de term sacramentum heeft toch geen betrekking op het sacrament van de Eucharistie, maar op zijn oude betekenis: de veertig dagen durende discipline die op een mysterieuze wijze christenen met Christus nauwer samenbindt.
Heel de Veertigdagentijd is een mysterie, bedoeld om de mens te transformeren, een “sacrament” en een sacramentele tijd waarin onze oefeningen belangrijke uitwerkingen hebben: zij leiden ons binnen in het mysterie van de Dood en de Verrijzenis van Jezus. Deze omvormende band met Christus wordt tot stand gebracht door verloochening van het eigen ik, door goede werken ten gunste van anderen, door rouwmoedige versterving en door werken van barmhartigheid, zowel geestelijk als materieel.
In de Veertigdagentijd moeten de woorden van Johannes de Doper in onze oren klinken, zelfs ieder uur(!): Hij moet groter worden en ik kleiner (Jo 3,30). Wanneer Hij in ons groeit, zijn wij meer dan wij worden verondersteld te zijn. Dus maken we “plaats” voor Hem door verloochening van onszelf.
Het is belangrijk twee zaken goed vast te houden:
Hij is de eeuwige almachtige God en Hij is volledig Mens.
Hij heeft de menselijke natuur in Zich opgenomen en verbonden met zijn Godheid om ons te verlossen van onze zonden. “Christus, de laatste Adam, maakt juist door de openbaring van het mysterie van de Vader en diens liefde de mens voor zichzelf duidelijk en geeft hem inzicht in zijn zeer hoge roeping”(Gaudium et Spes, 22).
Door Zijn woorden en daden, neergelegd in de H. Schrift (en door het voortdurend onderricht door de Kerk), maakt Christus ons meer duidelijk voor onszelf door ons de onzichtbare Vader te tonen. Wij kennen Christus (en onszelf) in de mate waarin onze band met Hem zich verinnigt door Hem in ons te laten groeien en zelf kleiner te worden.  We kunnen misschien wel de lengte en de breedte en de hoogte van het Kruis (vgl. Ef 3,18-19) willen meten, maar een gedeelte van dit Kruis blijft toch  verborgen: het gedeelte onder de grond waarop het steunt. De waarneembare accidenten van de H. Eucharistie kunnen worden bestudeerd, maar de goddelijke Realiteit is verborgen voor onze zintuigen. Door het mysterie dringen we door tot de verborgen mysteries van geloof en boete.
Zoals het Collectegebed zegt is de Veertigdagentijd – het quadragesimale sacramentum – een tijd waarin we dingen over Christus kunnen leren en bijgevolg over onszelf die we op geen enkele andere manier kunnen leren.
In het Collectegebed noemt de Kerk de Veertigdagentijd een sacramentum, een “mysterie”. Er is een innerlijke band tussen de cyclus van de Veertigdagentijd en de Persoon van Christus zelf.
Sacramentele realiteit is niet minder reëel dan de waarneembare realiteit waaraan we normaliter aandacht besteden. Wanneer we actief de oefeningen van de Veertigdagentijd op ons nemen, vormt God de Vader ons om tot de maat van zijn Zoon die is gestorven en verrezen. Ieder jaar conformeert ook de Kerk zichzelf aan de stervende en verrijzende Christus.
Dit is de reden waarom de Kerk volgens traditie de ornamenten van de liturgie achterwege laat: muziek en allerlei versiering zoals bloemen. Op de zondag vóór Palmzondag ”Passiezondag”) worden de kruisbeelden en de heiligenbeelden met paarse doeken bedekt. De klokken zwijgen op Goede Vrijdag en er is geen Eucharistieviering. De H.Mis sterft als het ware een liturgische dood zodat op Pasen, wanneer alles veelvoudig terugkeert, onze vreugde tintelender, de bloemen frisser, de muziek welluidender en de kerk stralender kunnen zijn.
In het Collectegebed van vandaag vragen wij God nederig de jaarlijks terugkerende oefeningen van zelfdiscipline effectief te maken zodat we de vreugde kunnen hebben welke de verstervingen beloven.
Als goede katholieke christenen trachten we in ons leven de kwaliteit op te nemen van de mysteries die we belijden.
Ons participeren in deze mysteries betekent niet het deelnemen aan deze of die bijzondere Mis voor een uurtje of zo op zondag; wij worden gevraagd volledig en actief te participeren in het hele liturgische jaar.  In de kerk of buiten de kerk, deze participatie kent geen einde.