Collectegebed
I n l e i d i n g
De cycli van de Veertigdagen- en Paastijd
die op Aswoensdag zijn begonnen, doen voor ons op sacramentele wijze de
realiteit van het Paasmysterie oplichten, de mysteries van het Leven, het
Lijden, de Dood en de Verrijzenis van Jezus.
Twee beden bevat
het collectegebed van deze zondag: grotere kennis van Christus en de uitwerking
van deze kennis op het leven.
De apostel Paulus
bidt voor de gelovigen: “opdat zij, getroost en innig in liefde verbonden,
mogen geraken tot de volle rijkdom van het inzicht, tot de waarachtige kennis
van het goddelijke mysterie dat Christus is (Kol 2, 2). Om het diepe
en rijke inzicht in het geheim (arcanum) te verwerven, dat Christus is. Bijna
vanzelf denkt men daarbij in het bijzonder aan het Paasmysterie van Chrisus’
zalig lijden, zijn verrijzenis uit het dodenrijk en zijn glorievolle
hemelvaart, een mysterie waarin Hij onze dood heeft teniet gedaan door te
sterven en ons leven hersteld door te verrijzen ( Vgl. Prefatie van Pasen).
Kennis van de diepte van Christus is meer dan een wilsbesluit tot beter leren
kennen: het is een gegrepen willen worden door Christus. Deze grootse genade
die in deze oratie wordt afgebeden
stelt haar eisen
aan de mens die Christus ‘gegrepen’ heeft. Hij moet zich in zijn doen en laten deze grote uitverkiezing
waardig betonen. Daarbij helpen de exercitia
als een poging van onze kant het arcanum
Christi dieper te begrijpen en daardoor redding te ontvangen. Niet zonder reden opent de
apostel Paulus zijn lofzang op het Paasmysterie met de woorden: “Die gezindheid
moet onder u heersen zoals het leven in Christus Jezus dit vordert” (Fil 2, 5).
T e k s t
Missale Romanum 1970
Concede nobis,
omnipotens Deus,
ut, per annua
quadragesimalis exercitia sacramenti,
et ad
intellegendum Christi proficiamus arcanum,
et effectus
eius digna conversatione sectemur.
Altaarmissaal Nederlandse Kerkprovincie 1979
Almachtige God,
geef dat wij door
het beleven van deze voorbereiding op Pasen
dieper
doordringen in het mysterie van Christus
en door een
betere levenswijze ons voor zijn verlossing openstellen.
Werkvertaling:
Verleen ons,
almachtige God,
dat wij, door de
jaarlijkse oefeningen van het veertigdagen-mysterie,
vorderen in het begrijpen van de verborgen dimensie van Christus
vorderen in het begrijpen van de verborgen dimensie van Christus
en door een
waardige levenswijze de consequenties daarvan nastreven.
L i t u r g i s c h e b r o n n e n
Het collectegebed
van deze zondag is vermeld in het Gelasianum
vetus, Vat. Reg. Lat. 316, 1e
helft 8e eeuw, f.104, en andere codices, overzichtelijk
bijeengebracht in E. Moeller, J.M. Clément en B. Coppieters ‘t Wallant, Corpus orationum, Brepols Turnhout 1992,
Tom. I, nr. 693. In het preconciliaire Missale Romanum komt deze oratie niet
voor.
S t r u c t u u r a n a l y s e e n s
t i j l f i g u r e n
1. Concede
nobis, omnipotens Deus,
2.ut, per
annua quadragesimalis exercitia sacramenti,
3.et ad
intellegendum Christi proficiamus arcanum,
4.et effectus
eius digna conversatione sectemur.
Ad 1
De oratie opent
met het verbum concede, verleen, in
de imperativusvorm, gevolgd door nobis in de dativusvorm (commodi) aan
ons, te lezen als object van concede. De anaklese is omnipotens Deus ,
almachtige God, die de verhouding van de bidder tot God onmiddellijk tekent.
Ad 2-4
Het voegwoord ut,
opdat/zodat, leidt de finale/doelaanwijzende of consecutieve/gevolghebbende
bijzin in die opgedeeld kan worden in twee halfzinnen voorafgegaan door de repetitio et ..et
(waardoor de synthese van beide beden wordt benadrukt) met de verba proficiamus
en sectemur in de coniunctivus.
Ad 2
(…), per annua
quadragesimalis exercitia sacramenti: bijwoordelijke bepaling opgebouwd door de
accusativusvormen annua …exercitia welke afhankelijk zijn van het
voorzetsel per, door middel van, vergezeld door twee genitivusvormen quadragesimalis
en sacramenti die het begrip annua exercitia nader uitleggen.
Opvallend is dat
de woorden van de twee zinsdelen die grammaticaal bij elkaar horen door
congruentie, elkaar beurtelings afwisselen,
waardoor een haast speels effect ontstaat. Twee hyperbata. In de oratie komt de
klinker a veelvuldig voor: assonantie of klinkerrijm.
Ad 3
(ut) (…) et ad
intellegendum Christi proficiamus arcanum: eerste deel van de
finale/consecutieve bijzin met het verbum proficiamus, opdat wij mogen
vorderen, in de coniunctivus vanwege het wenskarakter, ingeklemd binnen de
gerundium-constructie: ad intelligendum Christi […] arcanum
die het object arcanum bij zich
heeft. De gerundiumvorm van het verbum intellegere, begrijpen, drukt het doel
uit dat het verbum proficiamus beoogt en kan vertaald worden met een
substantief, als: …tot [groter] inzicht in het mysterie van Christus, of met
het werkwoord: tot een [beter] begrijpen van…. Het zinsdeel Christi proficiamus
arcanum is een hyperbaton.
Ad 4
et effectus eius
digna conversatione sectemur: tweede deel van de finale/consecutieve bijzin met
het verbum sectemur in de coniunctivusvorm vanwege het voegwoord ut en
het wenskarakter. Sectemur: 1e pers. meerv. van het deponens
sectari. Digna conversatione, door/met een waardige levenswijze:
bijwoordelijke bepaling die het middel aanduidt hoe de effectus eius
bereikt kunnen worden: de ablativus hier kan ablativus instrumentalis of modi
zijn. Effectus eius: effectus eius, object van het verbum sectemur =
accusativus meeroud van het substantivus effectus,-us. Eius, van hem,
van het, ervan = genitivusvorm enkelv. van het pers. voornaamw.: is, hij.
De woordgroep effectus eius / de uitwerkingen van Hem of de uitwerkingen ervan
heeft niet alleen betrekking op Christus alleen, maar ook op het arcanum Christi , zijn verborgen
dimensie van zijn veertigdaagse vasten en strijd in de woestijn.
C o m m e n t
a a r
Quadragesima is het Latijnse woord voor de Vastentijd [letterlijk
“veertigste” (van quadraginta “veertig”], voor de veertigste weekdag vóór Pasen
(Aswoensdag). In Souter’s A Glossary of Later Latin to 600 A.D., vinden we de
term “quadragesimalis” als adiectieve vorm voor “veertig”.De heilige Leo de
Grote (+461) gebruikte de uitdrukking “quadragesimale ieiunium”, letterlijk “de
veertig-vasten”.
Exercitium wijst op militaire en andere voorbereidende oefeningen,
“exercities”. Christenen van de “Strijdende Kerk” worden geacht de deugden en
vrome praktijken te beoefenen om hun zending en roeping als christen in deze wereld
te vervullen. Arcanum betekent iets
dat “gesloten” is en dus “een geheime zaak of plaats”. Het begrip wijst op
sacrale riten en heiligdommen en op “een sacraal geheim, een mysterie” Het
verbum sector heeft als betekenissen
“voortdurend of ijverig volgen, in een gunstige of ongunstige zin” en “achterna
lopen, vergezellen, begeleiden. Het kan ook “navolgen” betekenen.
Effectus is “een handeling, bewerking”, maar met het oog op het
resultaat van een handeling betekent het: “resultaat, uitwerking, effect,
strekking, doel”.
Het begrip
“conversatio” kan misleidend zijn als je niet uitkijkt. Het betekent “gedrag,
manier van leven” en niet alleen “conversatie”.
Vroegchristelijke schrijvers
beschikten niet over een specifieke vocabulaire met het oog op hun nieuwe
theologie; zij vormden daarom nieuwe woorden óf pasten bestaande begrippen aan
door deze een nieuwe betekenis te geven. Het begrip sacramentum werd het eerst in een christelijke context gebruikt
door Tertullianus (+ c. 225). In vroegchristelijke geschriften in het Latijn
was sacramentum de vertaling van het
Griekse mysterion, “mysterie”. De wortel van het woord is “sacer”: “opgedragen
of toegewijd aan een godheid, heilig, sacraal” zoals sacerdos …”priester”. De term sacramentum
had een rechtsgeldige/juridische betekenis als een binding of initiatie
bekrachtigd door een eed.
In de christelijke context heeft de
term sacramentum betrekking op de
bindende belofte en de geloofsbelijdenis, afgelegd door de catechumenen wanneer
zij werden gedoopt en in de Kerk werden opgenomen. Sacramentum staat voor de inhoud van het geloof tot de aanvaarding
waarvan de nieuwe christen zich verplichtte. Dus, het begrip sacramentum sluit de mysteries van ons
heil in, de betekenis van de woorden en daden van Christus verklaard in een
liturgische context, de liturgische feesten zelf en de initiatieriten zelf
(Doopsel, Vormsel, H.Eucharistie). De heilige Augustinus van Hippo (+430)
gebruikte de term sacramentum ook
voor het huwelijk, de handoplegging bij wijdingen, de zalving van zieken en de
verzoening van rouwmoedige zondaars.
We kunnen dus het begrip sacramentum begrijpen als “sacramenteel
mysterie”, of kortweg “mysterie”. In Latijnse teksten is het begrip sacramentum dus meer omvattend dan in
het Nederlands.
Ook al is dit gebed het Collectegebed van de H. Mis, de
term sacramentum heeft toch geen
betrekking op het sacrament van de Eucharistie, maar op zijn oude betekenis: de
veertig dagen durende discipline die op een mysterieuze wijze christenen met
Christus nauwer samenbindt.
Heel de Veertigdagentijd is een
mysterie, bedoeld om de mens te transformeren, een “sacrament” en een
sacramentele tijd waarin onze oefeningen belangrijke uitwerkingen hebben: zij
leiden ons binnen in het mysterie van de Dood en de Verrijzenis van Jezus. Deze
omvormende band met Christus wordt tot
stand gebracht door verloochening van het eigen ik, door goede werken ten
gunste van anderen, door rouwmoedige versterving en door werken van
barmhartigheid, zowel geestelijk als materieel.
In de Veertigdagentijd moeten de woorden van Johannes de
Doper in onze oren klinken, zelfs ieder uur(!): Hij moet groter worden en ik
kleiner (Jo 3,30). Wanneer Hij in ons
groeit, zijn wij meer dan wij worden verondersteld te zijn. Dus maken we
“plaats” voor Hem door verloochening van onszelf.
Het is belangrijk twee zaken goed vast te
houden:
Hij is de eeuwige almachtige God en Hij is
volledig Mens.
Hij heeft de menselijke natuur in Zich
opgenomen en verbonden met zijn Godheid om ons te verlossen van onze zonden.
“Christus, de laatste Adam, maakt juist door de openbaring van het mysterie van
de Vader en diens liefde de mens voor zichzelf duidelijk en geeft hem inzicht
in zijn zeer hoge roeping”(Gaudium et
Spes, 22).
Door Zijn woorden en daden, neergelegd in de H. Schrift
(en door het voortdurend onderricht door de Kerk), maakt Christus ons meer
duidelijk voor onszelf door ons de onzichtbare Vader te tonen. Wij kennen
Christus (en onszelf) in de mate waarin onze band met Hem zich verinnigt door
Hem in ons te laten groeien en zelf kleiner te worden. We kunnen misschien wel de lengte en de
breedte en de hoogte van het Kruis (vgl. Ef
3,18-19) willen meten, maar een gedeelte van dit Kruis blijft toch verborgen: het gedeelte onder de grond waarop
het steunt. De waarneembare accidenten van de H. Eucharistie kunnen worden
bestudeerd, maar de goddelijke Realiteit is verborgen voor onze zintuigen. Door
het mysterie dringen we door tot de verborgen mysteries van geloof en boete.
Zoals het Collectegebed zegt is de Veertigdagentijd – het
quadragesimale
sacramentum – een tijd waarin we dingen over Christus kunnen leren en
bijgevolg over onszelf die we op geen enkele andere manier kunnen leren.
In het Collectegebed noemt de Kerk de Veertigdagentijd
een sacramentum, een “mysterie”. Er
is een innerlijke band tussen de cyclus van de Veertigdagentijd en de Persoon
van Christus zelf.
Sacramentele realiteit is niet minder reëel dan de
waarneembare realiteit waaraan we normaliter aandacht besteden. Wanneer we
actief de oefeningen van de Veertigdagentijd op ons nemen, vormt God de Vader
ons om tot de maat van zijn Zoon die is gestorven en verrezen. Ieder jaar
conformeert ook de Kerk zichzelf aan de stervende en verrijzende Christus.
Dit is de reden waarom de Kerk volgens traditie de
ornamenten van de liturgie achterwege laat: muziek en allerlei versiering zoals
bloemen. Op de zondag vóór Palmzondag ”Passiezondag”) worden de kruisbeelden en
de heiligenbeelden met paarse doeken bedekt. De klokken zwijgen op Goede
Vrijdag en er is geen Eucharistieviering. De H.Mis sterft als het ware een liturgische dood zodat op Pasen, wanneer
alles veelvoudig terugkeert, onze vreugde tintelender, de bloemen frisser, de
muziek welluidender en de kerk stralender kunnen zijn.
In
het Collectegebed van vandaag vragen wij God nederig de jaarlijks terugkerende
oefeningen van zelfdiscipline effectief te maken zodat we de vreugde kunnen
hebben welke de verstervingen beloven.
Als
goede katholieke christenen trachten we in ons leven de kwaliteit op te nemen
van de mysteries die we belijden.
Ons
participeren in deze mysteries betekent niet het deelnemen aan deze of die
bijzondere Mis voor een uurtje of zo op zondag; wij worden gevraagd volledig en
actief te participeren in het hele
liturgische jaar. In de kerk of
buiten de kerk, deze participatie kent geen einde.