Wij kennen een drievoudige
komst van de Heer. De derde komst nu is de middelste van deze drie. De eerste
en de laatste zijn duidelijk waarneembaar, maar niet de tweede. Bij de eerste
komst namelijk is Hij op aarde gezien en ging Hij om met de mensen, toen, zoals
Hijzelf zegt, zij én zijn werken hebben gezien én Hem hebben gehaat. Bij de
laatste komst echter zal alle vlees Gods heil aanschouwen, en zullen zij
opzien naar Hem die zij doorstaken. De middelste komst is in verborgenheid,
waarbij alleen de uitverkorenen Hem in zichzelf zien en waardoor hun zielen
zalig worden. Bij zijn eerste komst dan kwam Hij in het vlees en in zwakheid,
bij deze middelste in geest en kracht, bij de laatste komt Hij in glorie en
majesteit.
Die middelste komst nu is
een bepaalde weg langs welke men van de eerste tot de laatste komt: bij de
eerste was Christus onze verlossing, bij de laatste zal Hij als ons leven
verschijnen, in deze middelste is Hij onze rust en onze troost.
Maar om te voorkomen, dat
iemand het voor een eigen uitvindsel houdt, wat wij over deze middelste komst
zeggen, moeten wij Hemzelf horen: Als iemand Mij bemint, zegt Hij, zal
hij mijn woord onderhouden, en mijn Vader zal hem beminnen en Wij zullen tot
hem komen. Want elders heb ik gelezen: Die God bemint, zal het goede
doen; maar ik denk, dat er nog iets meer wordt gezegd over die bemint,
omdat hij de woorden onderhoudt. Waar moeten die dan onderhouden worden? Zonder
twijfel in het hart, zoals de Profeet zegt: Ik heb uw uitspraken in mijn
hart verborgen, om niet tegen U te zondigen.
Bewaar op deze wijze Gods
woord: Want zalig zij, die dat bewaren. Verberg het dus in het binnenste
van uw ziel; het moet daar overgaan in uw genegenheden en uw gedrag. Eet het
goede en laat uw ziel zich vermeien in die overvloed. Vergeet niet uw brood te
eten, laat uw hart niet verdorren, maar moge uw ziel van het vette voedsel
worden vervuld.
Als ge zo Gods woord
bewaart, wordt ge er zonder twijfel zelf door bewaard. Want tot u zal de Zoon
komen met de Vader: komen zal de grote Profeet, die Jeruzalem zal hernieuwen en
Hij maakt alles nieuw. Dat zal deze komst bewerken, opdat, zoals wij de
gestalte van de aardse (mens) hebben gedragen, wij zo ook de gestalte van de
hemelse dragen. Zoals de oude Adam zich in heel de mens uitgestort heeft en
hem geheel in bezit nam, zó moet nu Christus hem geheel bezitten, die hem
geheel geschapen heeft, geheel verlost en geheel zal verheerlijken.
U kunt Uw gebedsintenties opgeven per e- mail (gebedsgroep@kerkberg.nl), per post, telefonisch, per ijlbode, of hoe dan ook. Wij bidden graag voor Uw gebedsintenties en zorgen desgewenst voor het opsteken van Uw kaarsen in de Basiliek!
Wij bidden namens de gemeenschap voor de gemeenschap tot eer van God en heil van mensen!
Wij vragen daarbij de voorspraak van de HH. Wiro, Plechelmus en Otgerus, de H. Odilia en de H. Maria Magdalena, op wiens voorspraak vanaf de zevende eeuw op deze Berg gebeden is door vele monniken, kanunniken, diocesane priesters, kanunnikessen en andere gelovigen.
Hartelijk dank voor Uw bereidheid met ons mee te bidden! (*kaarsintentie)
Wij bidden:
voor slachtoffers van een schietpartij op een school in Michigan
voor alle mensen in Nederland die leven in armoede - dat ze worden geholpen waar dat kan
voor alle kinderen, dat ze in liefde opgroeien en tijdig alles krijgen wat ze nodig hebben om goede mensen te worden
zegen over alle moeders die in verwachting zijn
voor alle mensen aan wie de Belastingdienst ten onrechte schuldsanering heeft onthouden, dat ze alsnog goed geholpen worden
voor alle mensen die lijden onder uitgestelde zorg - dat ze zo spoedig mogelijk geholpen worden
voor een vitaal geloofsleven op de Kerkberg*
voor onze zieke bisschop*
voor mijn zieke zwager en zijn gezin*
om zegen over mijn nichtje en haar werk als mantelzorger
voor een ernstig zieke musicus*
voor een overleden echtgenoot en dochter*
voor een dochter die graag naar het buitenland wil*
voor iemand die zich alleen en in de war voelt
dat de zorg niet terecht komt in code zwart
dat het omicronvirus snel in kaart wordt gebracht en effectief bestreden
dat de pandemie dooft*
voor de mensen die in het Kanaal zijn verdronken
dat een chemotherapeutische behandeling mag slagen
uit dankbaarheid dat er medische behandeling mogelijk blijkt
dat de verspreiding van de Zuid Afrika-variant van het coronavirus wordt ingedamd
voor de slachtoffers van de mijnramp in Siberie en hun dierbaren
voor een nichtje dat in verwachting is van een tweeling*
dat het dit jaar niet meer gaat sneeuwen en wegen daardoor worden geblokkeerd
voor de slachtoffers van een busongeluk in Bulgarije en hun dierbaren
voor alle coronapatienten en vooral ook voor kinderen op de intensive care
voor een weldoeners van het klooster en zijn intenties
voor de mensen die zijn gewond en gedood toen een SUV in reed op een Kerstoptocht in Waukesha, Wisconsin onder wie een priester, parochianen en schoolkinderen van een R.K. parochie voor alle mensen die werken bij de politie en die zich soms met getrokken wapen moeten begeven in de bestrijding van rellenvoor de twee kinderen die gisteren in de Basiliek zijn gedoopt voor het welslagen van een sollicitatie* dat onze zieke bisschop verder mag herstellen en om zegen over hem en zijn intenties* om zegen over de zusters van de Priorij Thabor die vandaag op Maria Presentatie hun geloften hernieuwen
dat de schade van de Odiliavloed 2021 snel en volledig mag worden afgewikkeld
om zegen voor alle werkers in de zorg die het al zo lang moeten volhouden
dat iedereen het zijne/hare doet om deze pandemiegolf ten einde te brengen door voorzichtig te zijn
voor alle slachtoffers van de onlusten in Rotterdam
voor onze kinderen die gisteren zijn gevormd en alle kinderen uit Herkenbosch voor wie dat wegens coronabesmetting nog niet bleek te kunnen*
dat iedereen zich in Rotterdam een beetje gedeisd houdt
dat een positief geteste moeder zonder verdere problemen door de besmetting heen mag komen.
uit dankbaarheid voor een negatieve coronatest
voor een overleden grootmoeder
voor de zielerust van een overleden (schoon)zus en tante en tot troost voor haar dierbaren
dat er voldoende medische zorg is in Nederland*
om roepingen voor de priorij*
uit dankbaarheid voor verbetering gezondheid*
bij gelegenheid van een intrede in 2017, om zegen*
dat iedereen zeer voorzichtig is om corona-besmetting te voorkomen*
voor een priester met corona op de ic
om zegen over twee vrienden van het klooster (T)*
om vrede in een gezin tijdens verplichte quarantaine*
uit dankbaarheid dat wij corona goed hebben doorstaan*
zegen over een gezin*
dat na een tumultueuze levensfase de bloeddruk weer mag dalen naar normaal
om huisvesting in Oxford
om goed door de ontwenning van medicijnen heen te komen*
om roeping voor de priorij*
uit dankbaarheid*
uit dankbaarheid dat corona besmetting goed is doorstaan*
voor een ernstige zieke die vandaag met corona is opgenomen in het ziekenhuis- dat hij spoedig algeheel mag herstellen*
voor beterschap van een goede vriend en gezondheid voor iedereen die het nodig heeft*
om genezing van een schoonzus*
voor twee jarigen*
voor de ruim 30 kinderen die deze week in de Basiliek worden gevormd
voor het kind dat vandaag in de Basiliek is gedoopt
voor een vriend van het klooster die zeer ziek is door corona
om wijs bestuur
om vrede
voor drie jongeren die zijn omgekomen bij een verkeersongeluk in Helmond
dat niemand op het idee komt ook dit jaar de Nachtmis te verbieden
voor een vrouw die is overleden bij een woningbrand
voor onze Vormselkinderen die zich met grote toeleg voorbereiden (inclusief Minimax)
voor een behouden reis naar een ver land
voor Rotterdamse dierbare vrienden en hun families
dat een niertransplantatie duurzaam mag slagen
dat een operatie mag slagen (M)
uit dankbaarheid voor een geslaagde oogheelkundige ingreep
dat ook bij carnavalsvreugde op de elfde van de elfde wordt gedacht aan veiligheid
om vrede, veiligheid en rust in Polen*
voor een jarige kleinzoon*
dat iedereen voorzichtig is en daarmee de coronagolf dooft
dat de vreemdelingenstroom aan de Poolse grens ophoudt
voor de zielenrust van een verkeersslachtoffer en haar dierbaren
uit dankbaarheid voor een weldoener*
om gezondheid, vreugde en geluk voor een weldoener en zijn dierbaren!
voor overleden familieleden*
voor de zielen in het vagevuur*
om bekeringen*
voor de zieken*
om een goede gezondheid*
voor een zwangerschap*
voor heilige priesters*
voor allen die zich eenzaam voelen, dat God hen nabij mag zijn*
voor hen die Christus niet kennen, dat zij geraakt mogen worden door Zijn genade*
voor de vervolgde christenen*
voor de ongeboren kinderen, die het levenslicht niet mochten zien*
voor de gezinnen, dat zij een echte huiskerk mogen zijn*
voor onze kleinkinderen*
om roepingen tot het religieuze leven*
voor de slachtoffers van natuurrampen*
voor hen die op de vlucht zijn, dat zij een thuis mogen vinden*
voor hen die leven in stille armoede, dat zij hulp mogen ondervinden*
om inspirerende volwassen-, jongeren- en kindercatechese*
om een vruchtbare Adventstijd*
dat mensen die bedroefd zijn, worden getroost
om vrede en veiligheid in Oost - Europa
dat alle mensen die honger lijden voldoende voedsel krijgen
om zegen over het nieuwe levensjaar van een jarige en zijn dierbaren (V)
om minder pijn*
om roepingen voor het klooster*
voor de zielenrust van Deken Cassee, plebaan Chris Bergs en alle overleden priesters*
voor de zielenrust van Pastoor Grondhuis en Stam*
voor een pasgeboren baby die gisteren dood is gevonden en de minderjarige moeder
om zorg voor de wereld inclusief alle mensen
voor alle corona patiënten dat zij snel en restloos mogen herstellen
voor de slachtoffers van een tankontploffing in Siera Leone en hun dierbaren
voor alle medewerkers in de zorg in het bijzonder aan het bed
om roepingen voor ons klooster
voor een dierbare overledene*
namens een catechesekind: Dat God zorgt dat Sinterklaas mij een gitaar geeft
voor de zielerust van een overleden parochiaan (W) en troost voor haar familie
voor voorspoedig herstel van een kapot schoudergewricht
voor de zielerust van JR overleden 4 november 2011 en zegen over zijn dierbaren
dat de pandemie dooft
uit dankbaarheid dat het kleine vermiste meisje in Australië is gevonden en herenigd met haar ouders en babyzusje
uit dankbaarheid om een goed verlopen operatie en om zegen over het vervolg van de behandeling
uit dankbaarheid om een gunstige medische uitslag
voor iemand die vannacht door onze Pastoor is bediend
voor de slachtoffers van de instorting van een flat in Lagos
voor twee mensen verdronken in een vijver - en hun dierbaren
voor twee mensen die zijn overleden aan koolmonoxidevergiftiging in Den Haag en hun dierbaren
voor de slachtoffers van een jeepongeluk in Portugal
voor vermindering van tumoren, sterke botten en vertrouwen in de toekomst*
voor het welslagen van een levertransplantatie*
voor een parochiaan die gisteren is bediend (W)*
voor alle mensen die liever de slachtofferrol kiezen dan actieve probleemaanpakkers zijn
voor al onze dierbare overledenen
dat de pandemie dooft
voor een ernstige zieke (schoon)zus
om zegen over het leven na pensionering*
dat twee broers weer met elkaar worden verzoend*
voor een ernstige zieke schoonzoon*
voor mijn zieke familieleden (zwager en vriend nichtje), als dank voor de steun van de mensen op de Kerkberg, onder wie de zusters, zegen over antropologisch onderzoek in Oeganda, voor overtuigend enthousiasme van alle kerkganger op de Kerkberg*
voor behoud van de zelfstandigheid van de parochies van de Roerstreek*
voor alle slachtoffers van verkeersongevallen
voor de mensen op La Palma waar de vulkaan doorraast
voor een jong gezin met twee kinderen
dat een sollicitatie mag slagen
voor een pasgeboren baby, zijn ouders en zijn kleine oudste zusje
dat het vermiste kleine meisje in Australië gezond gevonden mag worden
voor de zendelingen met hun zeer jonge kinderen die nog steeds zijn ontvoerd in Haïti, dat ze snel en gezond vrij mogen komen
dat een psychisch zeer zieke broer een zo goed mogelijk leven mag hebben en dat het zijn zus gegeven wordt zijn situatie zoals die nu eenmaal is, in liefde te aanvaarden en niets te verwachten
voor de zielerust van onze zuster M. Reinhilde
voor onze zieke bisschop
voor de zielerust van John Verkooyen en troost en steun voor zijn dierbaren
voor een bevriende pastoor in het bisdom Haarlem
voor en bevriende priester in Bergamo (Italië) Om inzicht in levensroeping
de levende en overleden kanunnikessen van het H. Graf voor vervolgde christenen overal ter wereld
Dat de Notre Dame zo spoedig mogelijk weer een levende ontmoetingsplaats met God in de wereld mag zijn voor Mgr. Camillo Sarko, zijn parochie van de H. Petrus Claver en zijn parochianen in Ghana Om zegen over twee hoogbejaarde zusters-zussen, van wie er een op sterven ligt Om een donornier Om degelijke postulanten voor ons klooster Om verhoring van de gebedsintenties van de Gebedsgroep van de Kapel In't Zand om zegen over de mensen in het dorp en de andere dorpen van Roerdalen en voor al hun noden Voor onze burgemeester voor vervolgde christenen overal ter wereld
Voor degenen die onvoorbereid sterven Voor onze deken
Voor onze bisschop
dat wij vanuit onze positie al het mogelijke doen om de wereld te her-evangeliseren
Uit een preek
van de heilige Johannes Chrysostomus, bisschop van Constantinopel († 407), over
het evangelie van Johannes
(Hom. 19, 1: PG 59, 120-121)
Wij
hebben de Messias gevonden
Toen Andreas bij Jezus verbleef en veel geleerd had,
hield hij die schat niet voor zich, maar hij haastte zich en liep snel naar
zijn broer Simon om hem deelgenoot te maken van wat hij ontvangen had. Merk op
wat hij tegen zijn broer zegt: ‘Wij hebben de Messias gevonden; vertaald
betekent dat: de Gezalfde’ (Joh. 1, 41). Zie je hoe hij hier bewijst
hoeveel hij in korte tijd heeft geleerd? Want hij toont de overredingskracht
van de Meester, maar ook de ijver waarmee de leerlingen zelf al vanaf het begin
zijn onderricht volgden.
In het woord van Andreas spreekt een mens die vurig
naar de aanwezigheid van de Messias verlangt en uitziet naar zijn komst uit de
hemel, die nu zijn verschijnen met vreugde begroet en dan wegsnelt om anderen
in de blijde boodschap te laten delen. Dat is een goede gezindheid onder
broers, dat is vriendschap in een familie en een zuivere gezindheid om elkaar
in geestelijke zaken de hand te reiken.
Merk nu ook op hoe het hart van Petrus al vanaf het
begin toegankelijk en bereidwillig is. Want meteen snelt hij toe, zonder
dralen. Er staat: ‘Hij bracht hem bij Jezus’ (Joh. 1, 42). Laat niemand
nu zijn inschikkelijkheid veroordelen, omdat hij zonder veel onderzoek dat
woord aanvaardde. Het ligt immers voor de hand dat zijn broer hem dat
nauwkeurig en uitvoerig heeft verteld. Maar de evangelisten vatten overal veel
samen en streven naar beknoptheid. Overigens staat er niet dat hij meteen
geloofde, maar: ‘Hij bracht hem bij Jezus.’ Hij gaf zijn broer aan Jezus om van
Hem alles te leren, want er was nog een derde leerling bij, die bij dat
gebeuren aanwezig was.
Als nu Johannes de Doper zegt: ‘Hij is het Lam’, en:
‘Hij doopt met de Geest’, maar een nadere uiteenzetting hierover aan Christus
overlaat, zou Andreas dit dan niet met veel meer recht doen, want hij werd toch
niet in staat geacht het geheel voldoende uit te leggen. Hij bracht echter zijn
broer met zoveel ijver en vreugde naar de bron van het licht, dat deze de kans
niet voorbij liet gaan en niet aarzelde.
De kruisiging van de H. Andreas. Olieverf van Carlo Braccesco
Meteen aan het begin van de Advent staat een kruis, het karakteristieke kruis van de heilige Andreas. Van deze apostel, de broer van de H. Petrus, weten we dat het hem gegeven was mensen bij Jezus te brengen – hij bracht zelfs zijn broer naar Christus – en dat hij tenslotte het martelaarschap onderging op dezelfde manier als de Heer.
Bij het zien van het kruis, riep Andreas uit: O bewonderenswaardig kruis , o
begerenswaardig kruis, o kruis, schitterend over heel de wereld. Ontvang
Christus’ leerling en door u neme Hij mij op , die stervend door u mij verlost
heeft. O edel kruis, dat uw bevalligheid en schoonheid ontvangen hebt van de
ledematen van de Heer.
(H.Andreas,
Responsorium van de 3e nocturne in het Romeins brevier, 30 november)
Voor
de apostel Andreas kwam de roeping plotseling en direct – hij behoorde tot
degenen die zich rond de “stem van de roepende in de woestijn” hadden
verzameld, de heilige Johannes de Doper. Toen zij weer eens bij hem stonden,
wees de Doper op iemand die hij zag passeren en zei ”Ziedaar het Lam Gods”. Het
Evangelie van Johannes bericht dat hij Jezus onmiddellijk volgde. Gefascineerd
door deze ontmoeting bracht Andreas daarop ook zijn broer Petrus naar Jezus.
Wij weten niet of Andreas jonger of ouder was dan Petrus, die Jezus later “petra,
rots” zou noemen.
Wat
mag Jezus hebben bewogen aan Petrus, wiens zwakheid wij kennen, Zijn Kerk toe
te vertrouwen en wat zou dat voor Andreas hebben betekend?
Wij
weten het niet; Jezus, die de harten van de mensen kent, heeft zeker Zijn reden
daarvoor gehad. Zeker is dat wij aan de apostel Andreas de roeping van Petrus
te danken hebben . Zo is Andreas de eerste mensenvisser; de Griekse Kerk noemt
hem als de eerstgeroepene: „Protoklithos“.
Reliek van het hoofd van de H. Andreas,
Andreaskerk, Patras
Andreas volgde de Heer, toen Hij door het heilige Land trok, predikte en wonderen deed. Hij was bij de spijziging van de vijfduizend en bij het Laatste Avondmaal. Na de gebeurtenissen op de dag van de Hemelvaart van Jezus wordt hij in hert Evangelie of in de Handelingen van de Apostelen niet meer genoemd.
Uit de Geschriften van de Kerkvaders is overgeleverd dat hij na het Apostelconcilie (Hand. 15) naar de Scythen trok en vandaar predikend door Bithynië, Tracië en Griekenland. Later werd hij bisschop van Patras, waar hij ofwel in 60 of 62 onder de regering van keizer Nero op bevel van de proconsul Ageas gegeseld en gekruisigd werd, zoals zijn Meester. Vanaf het kruis, waaraan men hem met koorden en banden had vastgemaakt, predikte hij, ofschoon hij zeer moet hebben geleden, nog enkele dagen. “Wij verkondigen u Christus, de Gekruisigde”. De Apostel Andreas heeft dit ook met zijn eigen lichaam gedaan.
De heilige Andreas is de patroon van Rusland en van Schotland. Filippus van Bourgondië (Filippus de Schone) stelde in 1429 de ridderorde van Sint Andries in, die wij beter kennen als de orde van het Gulden Vlies.
Andreas ligt begraven in de grafkelder te Amalfi en zijn hoofd lag in de Sint-Pietersbasiliek te Rome. Paus Paulus VI heeft dit hoofd geschonken aan de Patriarch van Constantinopel als een gebaar van toenadering, want in het Oosten is de heilige Andreas een van de meest vereerde heiligen. Hij zou volgens de legende de Kerk van Byzantium hebben gesticht, het centrum van de Oosterse Kerken.
Andreas is patroon van Schotland, Griekenland, Rusland, Spanje, vissers, vishandelaren, slagers, mijnwerkers, touwslagers, waterdragers en voor een goed huwelijk; hij is patroon tegen: jicht, keelpijn, krampen en belroos.
Uit een preek
van de heilige Johannes Chrysostomus, bisschop van Constantinopel († 407), over
het evangelie van Johannes
Wij
hebben de Messias gevonden.
Toen Andreas
bij Jezus verbleef en veel geleerd had, hield hij die schat niet voor zich,
maar hij haastte zich en liep snel naar zijn broer Simon om hem deelgenoot te
maken van wat hij ontvangen had. Merk op wat hij tegen zijn broer zegt: ‘Wij
hebben de Messias gevonden; vertaald betekent dat: de Gezalfde’ (Joh. 1, 41).
Zie je hoe hij hier bewijst hoeveel hij in korte tijd heeft geleerd? Want hij
toont de overredingskracht van de Meester, maar ook de ijver waarmee de
leerlingen zelf al vanaf het begin zijn onderricht volgden.
In het woord
van Andreas spreekt een mens die vurig naar de aanwezigheid van de Messias
verlangt en uitziet naar zijn komst uit de hemel, die nu zijn verschijnen met
vreugde begroet en dan wegsnelt om anderen in de blijde boodschap te laten
delen. Dat is een goede gezindheid onder broers, dat is vriendschap in een
familie en een zuivere gezindheid om elkaar in geestelijke zaken de hand te
reiken.
Merk nu ook op
hoe het hart van Petrus al vanaf het begin toegankelijk en bereidwillig is.
Want meteen snelt hij toe, zonder dralen. Er staat: ‘Hij bracht hem bij Jezus’ (Joh.
1, 42). Laat niemand nu zijn inschikkelijkheid veroordelen, omdat hij
zonder veel onderzoek dat woord aanvaardde. Het ligt immers voor de hand dat
zijn broer hem dat nauwkeurig en uitvoerig heeft verteld. Maar de evangelisten
vatten overal veel samen en streven naar beknoptheid. Overigens staat er niet
dat hij meteen geloofde, maar: ‘Hij bracht hem bij Jezus.’ Hij gaf zijn broer
aan Jezus om van Hem alles te leren, want er was nog een derde leerling bij,
die bij dat gebeuren aanwezig was.
Als nu Johannes
de Doper zegt: ‘Hij is het Lam’, en: ‘Hij doopt met de Geest’, maar een nadere
uiteenzetting hierover aan Christus overlaat, zou Andreas dit dan niet met veel
meer recht doen, want hij werd toch niet in staat geacht het geheel voldoende
uit te leggen. Hij bracht echter zijn broer met zoveel ijver en vreugde naar de
bron van het licht, dat deze de kans niet voorbij liet gaan en niet aarzelde.
Het
feest van de heilige Andreas, apostel, die werd geboren in Betsaïda, een broer
was van Simon Petrus, en evenals hij een visser. Als eerste van de leerlingen
van Johannes de Doper werd hij door de Heer Jezus geroepen bij de Jordaan,
volgde Hem en bracht ook zijn broer bij Hem. Volgens de overlevering
verkondigde hij na Pinksteren het evangelie in Achaïa en werd hij gekruisigd
bij Patras. De kerk van Constantinopel vereert hem als haar bijzondere
schutspatroon.
Ecce, dilectíssimi, tempus illud ádeo celebrátum, et sollémne
tempus, ut ait Spíritus Sanctus, acceptábile, dies salútis, pacis et
reconciliatiónis, tempus quod, ut tot olim votis et suspíriis eníxius ab
antíquis patriárchis et prophétis ardentíssime concupítum, cum effúsa lætítia a
iusto Simeóne tandem visum, et semper ab Ecclésia sollémniter ádeo celebrátum,
sic a nobis debet pia mente, láudibus, et grátiis ætérno Patri, pro exhíbita in
hoc mystério misericórdia, in perpétuum habéndis péragi; hoc nempe Unigéniti
sui advéntu ex imménso in nos peccatóres amóre illum misit, qui a dǽmonis
tyránnide et império nos vindicáret, ad cælum invitáret, in cæléstia penetrália
nos introdúceret, veritátem ipsam nobis exhibéret, in morum rectitúdine nos
institúeret, virtútum sémina communicáret, grátiæ suæ thesáuris locupletáret,
nos dénique in fílio suos et vitæ ætérnæ herédes ascísceret.
Hoc équidem mystérium dum
ánnuum ab Ecclésia recólitur, monémur ut tantæ caritátis nobis exhíbitæ memória
in perpétuum renovétur; nos item édocet Christi advéntum non iis modo qui Salvatóris illíus ævo vivébant
profuísse, sed eius virtútem nobis ómnibus adhuc communicándam, si sanctæ fídei
et sacramentórum ópera grátiam, quam nobis ille proméruit, excípere et iuxta
eam vitæ nostræ mores sub eius obœdiéntia dirígere velímus.
A
nobis adhuc éxpetit Ecclésia, ut intellegámus quod, ut semel in carne venit in
mundum, sic subláto ex parte nostra óbice, quálibet hora et moménto ad nos
íterum veníre parátus sit, nostris in ánimis cum gratiárum abundántia
spiritáliter habitatúrus.
Hinc
Ecclésia, ut mater piíssima salutísque nostræ studiosíssima, ex témporis huius
occasióne hymnis, cánticis aliísque Spíritus Sancti vócibus ritibúsque nos
édocet, quo pacto tantum benefícium grato ánimo excipiámus, eiúsque fructu
ditémur, et ídeo ad Christi Dómini advéntum mens nostra non minóri apparátu, ac
si adhuc ventúrus esset in mundum, disponátur; nec divérso ab eo tam verbis
quam exémplis véteris Testaménti, patres, eos ut imitémur, nos edocuérunt.
De Adventstijd
Hier is nu, zeer geliefden, die zo gevierde
en plechtige tijd aangebroken, zoals de Heilige Geest zegt: die aangename tijd,
dag van heil, vrede en verzoening. Zoals naar deze tijd vroeger met aandrang
onder zuchten en gebeden door de oude patriarchen en profeten allervurigst werd
verlangd, naar welke met een bovenmatige vreugde door de rechtvaardige Simeon werd
uitgezien en altijd door de Kerk zo plechtig werd gevierd – zo moet die tijd nu
in een vrome geest, met lof en dank aan de eeuwige Vader, voor altijd worden
gevierd voor zijn betoonde barmhartigheid in dit mysterie; want gedreven door
zijn onmetelijke liefde tot ons, zondaars, heeft Hij door deze komst van zijn Eniggeborene
Hèm gezonden die ons zou opeisen uit de tyrannie en de heerschappij van de
satan, die ons zou uitnodigen tot de hemel en ons in het hemelheiligdom zou
binnenleiden, die ons de waarheid zélf
zou openbaren, ons op de weg van de deugd zou plaatsen, ons het zaad van de
deugden zou schenken, ons met de met de schatten van zijn genade zou verrijken
en die ons tenslotte als zijn kinderen en erfgenamen zou maken van het eeuwig
leven.
Terwijl nu ieder jaar dit mysterie door de
Kerk wordt herdacht, worden wij ertoe
aangemaand de gedachtenis aan een zo
grote liefde, ons bewezen, voor altijd
te hernieuwen; het mysterie leert ons ook, dat Christus’ komst niet alleen voor
degenen van nut was, die in de tijd van de Verlosser leefden, maar dat de
kracht ervan ons allen nú kan worden meegedeeld, als wij door het heilig geloof
en de sacramenten de genade, die Hij voor ons heeft verdiend, willen ontvangen
en volgens die genade onze levenswijze willen inrichten volgens de gehoorzaamheid
aan haar.
Van ons verlangt de Kerk verder: in te
zien, dat, zoals Hij eenmaal in het vlees in de wereld is verschenen, Hij ook
aldus elk uur en elk moment bereid is
opnieuw tot ons te komen, als wij van onze kant het beletsel daartoe wegnemen,
en dat Hij met een overvloed van genaden op geestelijke wijze in onze zielen
zal komen wonen.
Vandaar dat de
Kerk, als een allerliefdevolste moeder en ten hoogste bedacht op ons heil, bij
gelegenheid van deze tijd met hymnen, gezangen en andere woorden van de Heilige
Geest en met ceremonieën ons onderricht, hoe wij zulk een weldaad met een
dankbaar hart kunnen ontvangen, met de vrucht ervan verrijkt kunnen worden, en
onze geest aldus niet minder bereid wordt gemaakt tot de komst van Christus, de
Heer, dan wanneer hij nog op aarde moest komen; en niet anders hebben de Vader
in het Oude Testament zowel door hun woord als door hun voorbeeld ons geleerd
hen na te volgen.
Dominica
prima Adventus Domini nostri Iesu Christi, in quo tempore primus Dei Filii
adventus inter homines recolitur ac simul secundus eius adventus in fine
temporum exspectatur.
Eerste zondag van de advent van
onze Heer Jezus Christus, de tijd waarin de eerste komst van Gods Zoon onder de
mensen wordt herdacht en tegelijkertijd zijn tweede komst op het einde der
tijden wordt verwacht.
Het Laatste Avondmaal. Mozaïek in de S. Apollinare Nuovo, Ravenna (vóór
529)
Maak ons gevoelig voor het geestelijke en bedacht op
datgene wat blijft.
I n l e i d i n
g
Tegelijk met de decembermaand begint dit jaar de
Advent, de opening van een nieuw kerkelijk jaar. Moge het afgelopen jaar U
zegen hebben gebracht en dichter bij God.
Na de bespreking in vorige jaren van het Collectegebed en de Oratio super
munera (het Gebed over de gaven) bespreek ik nu de tekst van de Oratio post
Communionem (het Gebed na de Communie). Om de week wordt een bijdrage geplaatst
zodat het project in twee jaar voltooid zou moeten zijn, als het God belieft.
“In het Gebed na de Communie bidt de priester om de vruchten van het
mysterie dat gevierd werd. De gelovigen maken zich dit gebed eigen door de
acclamatie Amen.”(Inl. Rom. Missaal 1975, 56k)
Het Gebed na de Communie vormt de samenvatting en het besluit van de gehele
Eucharistieviering, zoals de Collecta dat was van de openingsriten en het Gebed
over de offergaven het samenvattende besluit van de ritus van de bereiding van
de gaven.
Inhoudelijk is het allereerst een dankgebed voor de aanwezigheid van
Christus in de ontvangen gaven waarbij het dankelement meestal uitloopt op een
smeekbede om voortduring van de genade-effecten in het verdere leven en om
deelachtigheid aan het hemelse leven, waarop de Eucharistie anticipeert en deze
in een eschatologisch perspectiefplaatst.
De gevraagde effecten hebben derhalve betrekking op het persoonlijke leven van
de gelovigen (heiliging, genezing, zuivering, kracht, verlangen naar de hemel
enz.) alsook op het leven van de Kerk (eenheid, liefde, getuigenis enz.)
Afhankelijk van de tijd van het jaar worden deze effecten vanuit verschillende
gezichtshoeken belicht.
Een snelle blik op de Postcommunio van deze 1e Adventszondag roept de pericope Kol 3, 1-2 in herinnering: “Als ge dan met Christus ten
leven zijt gewekt, zoekt wat boven is, daar waar Christus zetelt aan de
rechterhand van God. Zint op het hemelse, niet op het aardse”. Wanneer de
priester de Postcommunio bidt, is de
Eucharistische Christus aanwezig in U. De woontent van de Werkelijke
Tegenwoordigheid (Realis Presentia) van
Christus (tabernakel) bent U nu evenzeer in eigen persoon als het tabernakel in
de kerk.
T e k s t
Missale Romanum 1970
Prosint nobis, quaesumus, Domine, frequentata mysteria,
quibus nos, inter prætereuntia ambulantes,
iam nunc instituis amare caelestia et inhærere mansuris.
Altaarmissaal Nederlandse Kerkprovincie 1979
Heer, wij bidden
U dat de Eucharistie die wij hebben gevierd ons ten goede mag komen. Maak ons
in dit vergankelijk bestaan
gevoelig voor
het geestelijke en bedacht op datgene wat blijft.
Werkvertaling
Moge de viering
van dit Heilig Sacrament ons tot voordeel strekken,
waardoor U ons,
die leven temidden van het voorbijgaande,
reeds nu onderricht
het hemelse lief te hebben en ons te hechten aan het blijvende.
L i t u r g i s c h ea n t e c e d
e n t en
Het Gebed na de
Communie van vandaag is een nieuwe compositie in de Novus Ordo (Missale Romanum [MR] 1970, MR 1975 en MR 2002), en is
geworteld in twee oraties in het oude Sacramentarium
Leonianum (Verona, Kapittelbibliotheek LXXXV, 2e helft 6e eeuw, ed. Mohlberg
1956), vgl. Le 1053 en Le 173.
De oratie leent
zich uitstekend om te worden gezongen, zoals het ook hoort! Het drievoudig gebruik
van de letter – t in frequentata mysteria
bewerkt een sterk staccato-effect dat in balans blijft door de assonantie
(klinkerrijm) van de a-klanken. De frase inter
prætereuntia ambulantes, heeft een prachtige melodische cursus (beloop) ,
alsook de slotcadens inhærere mansuris, waarin
de kenner direct de oratietaal zal herkennen.
In de Romeinse
liturgie heeft de Oratio post Communionem steeds een strakke opbouw en een compactheid
van uitdrukking. Met de Collecta en de Oratio super munera behoort de Oratio
post Communionem tot de vaste elementen van de Romeinse sacramentaria
(Verzamelingen van gebeden bestemd voor de H. Mis).
S t r u c t u u r a n a l y s ee
ns t i j l f i g u r e n
1.Prosint nobis, quaesumus, Domine, frequentata mysteria,
2a.quibus nos, 3. inter prætereuntia ambulantes,
2b.iam nunc instituis amare caelestia et inhærere mansuris.
De oratie bestaat uit één enkele zin,
gevormd door de hoofdzin Prosint . . . mysteria (1), een afhankelijke bijzin
quibus . . .mansuris (2a-2b) waarin de
tussenzin inter . . . ambulantes (3) is opgesloten.
Ad 1
Prosint: praedicaat in de coniunctivusvorm præsentis
indicativi, 3e persoon meervoudmet “frequentata mysteria” als subject.
Nobis, bijwoordelijke bepaling in de dativus commodi
(van voordeel)
Quæsumus: tussenzin, bestaande uit een enkel prædicaat
Domine: aanspreekvorm van God in de vocativusvorm.
Ad 2a-2b
Relatieve bijzin met het betrekkelijk voornaamwoord
quibus in de ablativusvorm pluralis refererend aan het antecedent frequentata
mysteria, te vertalen als “waardoor, waarmee”.
Instítuis . . . amare . . . inhærere, praedicaatsgroep
met het koppelwerkwoord instituis, 2e persoon praesentis indicativi
van het verbum institúere, 3e conjugatie, gevolgd door twee
infinitivusvormen.
Iam, nunc: bijwoordelijke bepalingen van tijd.
Cælestia: lett. de hemelse dingen, het hemelse =
object van de infinitivusvorm amare en
staat in de accusativus pluralis van het adiectivum cæleste, - is, n., hier
zelfstandig gebruikt.
Mansuris: lett. de dingen die zullen blijven, het
blijvende = object van de infinitivusvorm. inhærere in de dativus pluralis van het
zelfstandig gebruikte participium
futurum activi. Het verbum inhaerere komt zowel voor met het praepositum ad met
de accusativus of alleeen met de dativus, zonder voorzetsel.
Ad 3
Inter prætereuntia ambulantes: tussenzin, bijwoordelijke bepaling die
het object nos (2a) nader illustreert.
S t i j l f i g u r e n
Frequentata mysteria met alliteratie (-tata) en
assonantie (zie hiervoor)
Dominante aanwezigheid van de –i en –a klanken
Ambulantes: metafoor (vergelijking met alleen het
beeld)
Antithese van ambulantes en inhærere, prætereuntia en
mansuris, prætereuntia en cælestia
V o c a b u l a
r i u m
Prosint – De grammatica’s helpen ons te zien dat prosint de 3e person meervoud
præsentis activi is in de coniunctivus van het verbum prosum, profui,
prodesse, “nuttig -, voordelig zijn, van nut zijn, goed doen, ten geode
komen, weldoen, helpen”. In sommige Romeinse sacristieën is het na de H. Mis gebruik
dat misdienaars, acolieten en gewijde bedienaren in een rij wachten totdat de
celebrant binnenkomt en buigt voor het kruis. Als hij zijn bonnet heeft
afgenomen en een buiging maakt naar het kruis zeggen allen “Prosit!” dat
betekent, “Moge hetgeen U zojuist hebt gedaan U tot voordeel strekken!” De
celebrant antwoordt “Vobis quoque!” (enkelvoud “Tibi quoque!”), “En
U ook!”.
In Nederland en
Duitsland wordt een heildronk (of toast) onder andere uitgebracht met de
woorden “Proost!” of “Prosit!”
Quæsumus – behoort tot
de verba defectiva (onvolledige werkwoorden waarvan slechts enkele vormen
voorkomen, zoals aio, ais, ait, aiunt, ik zeg, jij zegt, hij/zij zegt, zij
zeggen. Quæsumus heeft grammaticaal nog naast zich quæso, ik smeek / vraag, beide
zijn alleenstaande vormen, die dikwijls in de oraties voorkomen, zelden echter
aan het begin van de zin. Het tussenwerpsel quæsumus dat in een aantal gevallen
het ritmische verloop van de oratie ondersteunt, heeft daarnaast dikwijls een verzachtende
functie ten opzichte van de imperativusvorm aan het begin van de Romeinse
oraties – zoals de oratio Super Munera Suscipe,
quæsumus … van deze zelfde zondag laat zien, maar onderstreept in de oratie
van vandaag de coniunctivusvorm prosint
die een biddende wens uitdrukt.
Frequento betekent 1. dikwijls bezoeken 2. in grote getale samenkomen
3. bijwonen, vieren 4. Herhalen 5. fequenteren. Frequentare is hier
gelijkwaardig aan celebrare en heeft
ook betekenissen als dikwijls celebreren/vieren, of eenvoudig celebreren, of
ook deelnemen aan een celebratie of een openbaar festival: cf frequentare
mysteria (Gelasianum I, 25, 170), dikwijls de mysteries / sacramenten
vieren. Zie A. Blaise, Le Vocabulaire
Latin des principaux thèmes liturgiques. Ouvrage revu par Dom Antoine Dumas
O.S.B.. Brepols, Turnhout 1966, 119-120, § 4.
Ambulare -
1. wandelen, reizen 2. een levenswandel leiden, leven. Vgl. de “Nederlandse” afleidingen,
ambulance, ambulant.
Institúere, instítui, institútus (3e conjugatie), heeft vele betekenissen: 1.
plaatsen in of op 2. oprichten, aanleggen, instellen 3. ondernemen, aanvangen
4. aanstellen, invoeren 5. inrichten, regelen 6.onderrichten, onderwijzen,
vormen. Het Nederlands kent woorden die van dit werkwoord zijn afgeleid,
bijvoorbeeld instituut, institutie, institutionalisering.
Praetereuntia, participium
præsens activi in het meervoud van het verbum praeter-eo, -ivi en ii, itum, (præterire) met betekenissenals voorbijgaan, passeren,overslaan, ontgaan,
niet opletten, overtreffen, ondergaan,
overtreden. Het participium passivum præteritum: waar men (aan) voorbij gegaan
is, en van de tijd gezegd:verlopen,
verstreken, vervlogen. Vgl. diebus decem præteritis (Cicero), na verloop van
tien dagen. Het adiectief gebruikt participium passivum præteritus, a, - um
betekent verleden, vervlogen; het substantivum præteritum, - I, het verleden,
dat wat voorbij is. Præterire modum: de maat overschrijden (Ovidius).
Mansuris - een vorm van het participium futurum activi in
de dativus meervoud van maneo, mansi,
mansus: blijven, verblijven, blijven staan, blijven duren, volharden,
volhouden. Hier dus: “de dingen die blijvend zullen zijn”.
C o m m e n t a
a r
De oratie begint
met de algemene bede dat de Eucharistieviering ons ten goede mag komen. Daar
blijft het niet bij want in de relatieve zin die bij het concept ‘mysteria’
hoort wordt gezegd waarin het gevraagde bestaat: het mysterie / het sacrament
van de H. Eucharistie zou ons moeten opvoeden/vormen tot de liefde voor het
hemelse en om dat wat blijvend is, aan te hangen. Deze gedachte komt veelvuldig
voor in de liturgie; vergelijk bijvoorbeeld de Postcommunio van de 2e zondag
van de Advent waarin de frase doceas nos
terrena sapienterperpendere et
cælestestibus inhærere, leer ons het aardse wijs af te wegen en het hemelse
aan te hangen, inhoudelijk identiek is aan het idee ‘voorbijgaand en blijvend’.
De gedachte berust op de idee het aardse
of vergankelijke gering en het hemelse of onvergankelijke hoog te schatten.
Zo staat dan ook
in de onderhavige oratie het contrast centraal, wanneer het gebed de
situatie van de biddende kenschetst als een wandelen temidden van vergankelijkheid.
De oratie richt zich op het “hemelse” en “het onvergankelijke”.
De
oorspronkelijke tekst van deze oratie presenteert ons enkele antieke motieven.
Het onvergankelijke of onveranderlijke en het verlangen ernaar heeft altijd het
denken van de mensen, religieus als zij waren, beheerst. Het onvergankelijke is
voor hem de hemel, meer exact het hemelgewelf met de vaste sterren. De religieuze
mens lijdt onder de veranderlijkheid van zijn wereld, maar het mysterie belooft hem een zielereis naar de hemel. De weg
is lastig, maar tenslotte arriveert hij daar waar geen verandering of
sterfelijkheid meer is.
De biddende
gekerstende mens, die Gods majesteit toezingt als de Conditor alme siderum/
milde Schepper van de sterren, kon deze zielereis door de kosmos achter zich
laten; het wandelen door de ‘prætereuntia’, het vergankelijke, en het verlangen
naar het hemelse en blijvende, gelden niettemin ook hem.
In vroeger
tijden was voor veel mensen duidelijk dat het leven na de dood belangrijker is
dan dat voor de dood. Bach begreep dat heel goed: “Welt, ich bleibe nicht mehr
hier,
Hab ich doch
kein Teil an dir, Hier muss ich das Elend bauen, Aber dort, dort werd ich
schauen” (vertaling: Wereld, ik blijf niet meer hier, ik heb toch aan jou geen
deel.Hier moet ik het met ellende doen, maar daar, daar zal ik aanschouwen, BWV
82).
In de loop der
tijden ondergaat ook het levensgevoel veranderingen. De H. Schrift is duidelijk
wat de gelovige levenshouding zou moeten zijn: “Zij die met het aardse omgaan,
moeten er niet in opgaan”, “We zijn in de wereld maar niet van de wereld”. De
verwijzing naar het leven op aarde wordt ookwel “Diesseits” (hier) genoemd, en die naar het hemelse “Jenseits”
(ginder, daar). Diesseits is het leven aan deze zijde van het graf. Het is
gericht op het aardse, op de dingen van het hier en nu, op de zorg voor het
bestaan. Het hier heeft ook een negatieve, verkeerde kant: opgaan in de dingen
van deze wereld. Door zorg en tegenslag in tijdelijke zaken, maar ook door
weelde en overvloed, kan een mens het hemelse, de andere kant, de gerichtheid
op het eeuwige - al dan niet tijdelijk - vergeten.Jenseits is het leven aan de andere kant van
het graf; de geestelijke gerichtheid op
het toekomende leven waar wij zullen zijn bij Onze Lieve Heer. Jenseits verwijst
naar een leven dat verwachtingsvol uitziet naar het nieuwe Jeruzalem, waar alle
leed geleden is.
Een mens kan
genieten van de schoonheid van de natuur, muziek, of een goed boek. Ook kunnen
we genieten van ons werk, de vakantie en andere ontspanning, tijd, van de
contacten met andere mensen (huwelijk, vrienden, ouders, kinderen).Je mag ook genieten van wat je hebt, als je
maar niet denkt dat je bent wat je hebt. Het genot voor de dood is op zichzelf
niet verkeerd! Duidelijk moge echter zijn, dat het heden voorbij gaat; niets
van het tijdelijke blijft.
De oratie beschrijft
dit spanningsveld: de bidder wordt voorgesteld als een mens die verlost wil
worden uit het vergankelijke, maar voorlopig nog temidden van het voorbijgaande
moet blijven leven. Vervolgens spreekt de oratie over een soort opvoeding tot
het eeuwige doel door middel van de H. Eucharistie, een opvoeding/vorming tot
de liefde voor het hemelse en het aanhangen van het blijvende. Inderdaad kan
men in de viering van het Eucharistische Sacrament, zeker als men het frequentata mysteria als een veelvuldige
viering interpeteert, als een richtinggevende vorming tot het eeuwige in de zin
van de oratie beschouwen. De oratie zegt derhalve dat de mens die op aarde
temidden van een vergankelijke wereld moet leven, naar het hemelse en blijvende verlangt en
ondertussen tot die hoge, eeuwige bestemming wordt gevormd, niet tot het
vergankelijke moet vervallen maar het eeuwige moet beminnen en daaraan vasthouden.
Het ligt in het
wezen van de H. Eucharistie besloten, dat zij is gericht op de wederkomst van
Christus: “Telkens als gij dit brood eet en de beker drinkt, verkondigt gij de
dood van de Heer, totdat Hij wederkomt” (1 Kor 11, 26). Daar zij Christus’
kruisoffer en kruisdood tegenwoordig stelt loopt zij uit op de overgave van
Christus en zijn rijk aan de Vader (vgl. 1 Kor 15, 24.28) en het bruiloftsmaal
van het Lam (Apoc 19, 9).
De adventsliturgie
omvat alle wegen waarlangs de Heer naar ons toe komt:zijn komst in Bethlehem en op het einde der
tijden, zijn komst in actuele genade, zijn komst in de woorden van de H.
Schrift. Hij komt in de H. Communie. Hij komt tot ons in de persoon van de behoeftige.
Hij komt bij de woorden van de priester:Dit is mijn Lichaam, dit is mijn
Bloed, . dat voor u en alle mensen wordt vergoten tot vergeving van de zonden.
L i t u r g i s
c h e r f g o e d
O sacrum convivium!
in quo Christus sumitur:
recolitur memoria passionis eius:
mens impletur gratia:
et futuræ gloriæ nobis pignus datur.
Alleluia.
O heilig gastmaal
waarin Christus wordt genuttigd;
de gedachtenis van zijn lijden wordt gevierd;
de ziel met genade wordt gevuld,
en ons het onderpand voor de toekomstige
heerlijkheid wordt gegeven.
Alleluia.
Antifoon bij het Magnificat van de IIe Vespers uit het Officie van
Sacramentsdag,
toegeschreven aan de H. Thomas van Aquino.
Voor de inleiding werden enkele passages ontleend aan J. Hermans, De liturgie van de Eucharistie. Inleiding
tot het nieuwe Missaal. Studia Rodensia 1.Brugge-Nijmegen 1979, p. 400-401.
We zijn blij dat U dat steeds toenemend waardeert en stellen het zeer op prijs als ook U door een donatie bijdraagt aan het voortbestaan van ons klooster en onze on line-presentie.