Lectio
altera
Ex
Commentáriis Eusébii Cæsariénsis epíscopi in Isaíam
(Cap. 40: PG 24,
366-367)
Tweede lezing
Uit
het commentaar van Eusebius, bisschop van Caesarea († 339), op de profeet
Jesaja
Een stem die roept in de woestijn.
‘Een stem roept in de woestijn: bereid
de weg des Heren, maak de paden van onze God recht’ (Jes. 40, 3). Jesaja
verklaart duidelijk dat de voorspelling niet in Jeruzalem, maar in de woestijn
zal vervuld worden. Het gaat hier over het feit dat heel de mensheid de glorie
des Heren zal aanschouwen en Gods redding zal kennen.
Deze profetie ging volgens de
geschiedenis woordelijk in vervulling toen Johannes de Doper Gods heilvolle
komst verkondigde in de woestijn van de Jordaan, waar Gods redding inderdaad
aanschouwd werd. Want op dat ogenblik werd Christus zelf in zijn glorie door
allen gekend. Na zijn doopsel openden zich de hemelen en de heilige Geest
daalde neer in de gedaante van een duif en bleef op Hem rusten. Toen weerklonk
de stem van de Vader om te getuigen over de Zoon: ‘Dit is mijn Zoon, de
Uitverkorene, luistert naar Hem’ (Lc. 9, 35).
Dit werd gezegd omdat God in de woestijn
zou komen die van oudsher ontoegankelijk was. Alle heidenen waren immers als
een woestijn: zonder kennis van God, en ontoegankelijk voor de rechtvaardigen
en de profeten van God.
Daarom klinkt de oproep de weg te
bereiden voor Gods woord en het onbegaanbare en ruwe pad te effenen, zodat onze
God het bij zijn komst zou kunnen bewandelen. ‘Bereid de weg des Heren’: dit
betekent de prediking van de blijde en troostvolle boodschap dat Gods redding
bekend zal worden aan alle mensen.
‘Klim op een hoge berg, met uw boodschap
van vreugde, gij Sion. Verhef met kracht uw stem, gij Jeruzalem, bode van
vreugde’ (Jes. 40, 9). Deze woorden sluiten zeer goed aan bij de
betekenis van het voorafgaande. Terecht maken zij melding van vreugdeboden of
evangelisten en verkondigen zij de komst van God onder de mensen, nadat er
eerst sprake geweest is van de stem die roept in de woestijn. Want inderdaad,
na de profetie over Johannes de Doper volgt de vermelding van de vreugdeboden
van de Heiland.
Wat is Sion anders dan wat eerder
Jeruzalem genoemd wordt? Immers, dat is de berg waarop de volgende
schriftplaats doelt: ‘Dit is de berg Sion, die Gij U als woonplaats hebt
gekozen’ (Ps. 74 (73), 2). In dezelfde zin spreekt de Apostel: ‘Gij zijt
genaderd tot de berg Sion’ (Heb. 12, 22). Of wordt hiermee misschien het
koor der apostelen bedoeld dat uit het oude volk der besnijdenis werd gekozen?
Het is immers dit Sion en Jeruzalem dat
de redding Gods ontvangen heeft. Dit Sion en Jeruzalem staat hoog verheven op
de berg van God; dit betekent: op zijn eniggeboren Woord. Aan Sion en Jeruzalem
beveelt God deze hoge berg te beklimmen en het heilbrengende woord te
verkondigen. Wie is het die deze blijde boodschap verkondigt? Is het niet het
koor der vreugdeboden of evangelisten? Wat betekent het de blijde boodschap te
verkondigen? Dat wil zeggen: aan alle mensen - te beginnen bij de steden van
Juda - de komst van Christus op aarde te melden.