Lectio
altera
Ex Expositióne sancti
Ambrósii epíscopi in Lucam
(Lib. 2, 19. 22-23. 26-27: CCL 14, 39-42)
De visitatione beatæ Mariæ Virginis
Angelus, cum abscóndita nuntiáret, ut fides astruerétur exémplo, senióris
féminæ sterilísque concéptum Vírgini Maríæ nuntiávit, ut possíbile Deo omne
quod ei placúerit asséreret.
Ubi audívit hoc María, non quasi incrédula de oráculo nec quasi incérta
de núntio nec quasi dúbitans de exémplo, sed quasi læta pro voto, religiósa pro
offício, festína pro gáudio in montána perréxit.
Quo enim iam Deo plena nisi ad superióra cum festinatióne conténderet?
Nescit tarda molímina Sancti Spíritus grátia. Cito quoque advéntus Maríæ et
præséntiæ domínicæ benefícia declarántur; simul enim ut audívit salutatiónem
Maríæ Elísabeth, exsultávit infans in útero eius, et repléta est Spíritu Sancto.
Vide distinctiónem singulorúmque verbórum proprietátes. Vocem prior
Elísabeth audívit, sed Ioánnes prior grátiam sensit: illa natúræ órdine
audívit, iste exsultávit ratióne mystérii; illa Maríæ, iste Dómini sensit
advéntum, fémina mulíeris et pignus pígnoris; istæ grátiam loquúntur, illi
intus operántur pietatísque mystérium matérnis adoriúntur proféctibus
duplicíque miráculo prophétant matres spíritu parvulórum.
Exsultávit infans, repléta mater est. Non prius mater repléta quam
fílius, sed, cum fílius esset replétus Spíritu Sancto, replévit et matrem.
Exsultávit Ioánnes, exsultávit et Maríæ spíritus. Exsultánte Ioánne replétur
Elísabeth, Maríam tamen non repléri Spíritu, sed spíritum eius exsultáre
cognóvimus — incomprehensíbilis enim incomprehensibíliter operabátur in matre —
et illa post concéptum replétur, ista ante concéptum. Beáta, inquit, quæ
credidísti.
Sed et vos beáti, qui audístis et credidístis; quæcúmque enim credíderit
ánima, et cóncipit et génerat Dei Verbum et ópera eius agnóscit.
Sit in síngulis Maríæ ánima, ut magníficet Dóminum; sit in síngulis
spíritus Maríæ, ut exsúltet in Deo; si secúndum carnem una mater est Christi,
secúndum fidem tamen ómnium fructus est Christus; omnis enim ánima áccipit Dei
Verbum, si tamen immaculáta et immúnis a vítiis intemeráto castimóniam pudóre
custódiat.
Quæcúmque ígitur talis esse potúerit ánima magníficat Dóminum, sicut
ánima Maríæ magnificávit Dóminum et exsultávit spíritus eius in Deo salutári.
Magnificátur enim Dóminus, sicut et álibi legístis: Magnificáte
Dóminum mecum, non quo Dómino áliquid humána voce possit adiúngi, sed quia
magnificátur in nobis: imágo enim Dei Christus est, et ídeo, si quid iustum
religiosúmque fécerit ánima, illam imáginem Dei, ad cuius est similitúdinem
creáta, magníficat, et ídeo, dum magníficat eam, magnitúdinis eius quadam
participatióne sublímior fit.
Uit
het commentaar van de heilige Ambrosius, bisschop van Milaan († 397), op het
evangelie van Lucas
Het
bezoek van de heilige maagd Maria
Toen
de engel de verborgen geheimen aankondigde, vertelde hij de maagd Maria - om
haar geloof door een teken te versterken - dat een bejaarde en onvruchtbare
vrouw een kind zou baren. Zo bevestigde hij dat alles wat God wil voor Hem
mogelijk is.
Zodra
Maria dit hoorde, ging zij met spoed naar het bergland, niet alsof zij geen
geloof hechtte aan de voorspelling, niet alsof zij niet zeker was ten aanzien
van de bode, ook niet alsof zij twijfelde aan het teken, maar als het ware
verheugd over het beloofde geschenk, nauwgezet in het vervullen van haar taak,
gehaast vanwege haar vreugde.
Waar
anders zou zij, die reeds van God vervuld was, zich immers heen haasten dan
naar het hoogste? De genade van de heilige Geest kent geen traagheid als het
gaat om inspanningen. Zo worden ook de weldaden van de komst van Maria en van
de aanwezigheid van de Heer snel kenbaar gemaakt. Want ‘zodra Elisabeth de
groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot; Elisabeth werd
vervuld met de heilige Geest’ (Lc. 1, 41).
Let
op het onderscheid en de eigen betekenis van de afzonderlijke woorden. Elisabeth
hoorde de stem het eerst, maar Johannes bespeurde het eerst de genade; zij
hoorde in de orde van de natuur, hij sprong op in de kracht van het mysterie;
zij nam de aankomst van Maria waar, hij die van de Heer; de vrouw de komst van
de vrouw, het kind die van het kind; de twee vrouwen spreken over de genade, de
twee kinderen brengen deze tot stand in hun schoot en beginnen aan het werk van
de goddelijke liefde door middel van de vorderingen die hun moeders maken: door
een tweevoudig wonder profeteren de moeders door middel van de geest van hun
kindjes.
Het
kind sprong op, de moeder werd vervuld. De moeder werd niet eerder vervuld dan
de zoon, maar omdat de zoon vervuld was met de heilige Geest, vervulde hij ook
de moeder. Johannes sprong op, ook Maria’s geest sprong op. Door het
opspringen. van Johannes wordt Elisabeth vervuld, maar wij weten dat Maria niet
vervuld werd, wel dat haar geest opsprong - want de Onbegrijpelijke werkte op
onbegrijpelijke wijze in de moeder - en zo wordt de ene ná de ontvangenis
vervuld, de andere vóór de ontvangenis. ‘Zalig gij die geloofd hebt’ (Vulg.
Lc. 1, 45), zegt Elisabeth.
Maar
ook gij zijt zalig, die gehoord en geloofd hebt; want ieder hart dat gelooft,
ontvangt en baart het woord van God en erkent zijn werken.
Laat
in ieder het hart van Maria zijn, opdat het de Heer hoog prijst; laat in ieder
de geest van Maria zijn, opdat hij van vreugde juicht in God. Al is er naar het
vlees slechts één de moeder van Christus, naar het geloof is Christus de vrucht
van allen; want ieder hart ontvangt het woord van God, als het tenminste zonder
vlek en zonder fouten in reine ingetogenheid de zuiverheid bewaart.
Ieder
hart dat zo kan zijn, verheft hoog de Heer, zoals het hart van Maria de Heer
hoog heeft verheven en haar geest verrukt was van vreugde om God, haar redder.
Want
de Heer wordt hoog verheven, zoals u ook elders hebt gelezen: ‘Verheerlijkt de
Heer te samen met mij’ (Ps 34 (33), 4), niet alsof door de stem van de mens iets
aan de Heer kan worden toegevoegd, maar omdat Hij in ons hoog wordt verheven.
Want Christus is het beeld van God en daarom, als het hart iets doet dat
rechtvaardig en vroom is, verheft het dat beeld van God hoog, naar wiens
gelijkenis het is geschapen; daarom ook wordt het hart, terwijl het dit beeld
hoog verheft, door een bepaalde deelname aan zijn grootheid meer verheven.