We werden geschapen voor God en voor Zijn heerlijkheid.
Bij de schepping van de mens wilde God iets van Zijn transformerende
heerlijkheid met ons delen. Het collectegebed van de Dagmis van Kerstmis verwijst
naar de "vergoddelijking " van de mens door God. Op tweevoudige wijze
kunnen we dit zien.
Ten eerste, vanuit Christus bezien: het
mysterie van de zelf-ontlediging van de Tweede Persoon: Hij boog oneindig diep
beneden Zijn waardigheid door Zelf het vlees en een menselijke ziel aan te
nemen en mens te worden, in alles aan ons gelijk, behalve in de zonde.
Ten tweede, van ons uit gezien, onze menselijke natuur
die geschapen is naar Gods beeld, had
een waardigheid die wij schonden en die nu door de onverwoestbare band met
Christus’ goddelijkheid, door de
"wonderlijke uitwisseling", wordt verheven tot een nog grotere
waardigheid. In Christus is onze menselijkheid reeds opgenomen aan de
rechterhand van de Vader. De H. Eucharistie is onze "belofte van de
toekomstige heerlijkheid".
Het mysterie van de Menswording dat wij met Kerstmis
vieren verwijst naar de kenosis of de
zelf-ontlediging van de Tweede Persoon. We omarmen nu de nederige
dienstbaarheid van Jezus, en kijken uit naar de prachtige bestemming - gewonnen
door het hout van de wieg en het Kruis - die ons wacht. In iedere H. Mis moet
dit mysterie van de Menswording nauw aan ons hart en in onze geest worden
gehouden. De Collecte van Kerstmis roept het moment op van de bereiding van de
kelk door de priester tijdens iedere H. Mis. Voordat de priester de kelk opheft
en als offer aanbiedt, vermengt hij de
wijn met een zeer kleine hoeveelheid water, slechts druppels. De vermenging van
het water en de wijn onderstreept drie dingen.
Ten eerste, het openbaart hoe de
Goddelijke Zoon nederig de menselijke
natuur aanvaardde.
Ten tweede, toont het hoe we zullen
worden getransformeerd door Hem in het leven dat komt. Inderdaad, zijn wij die
gedoopt zijn en die de Eucharistie ontvangen in Christus reeds omgevormd, zoals
druppels water in Zijn wijn. In de vermenging van het water en de wijn,
verliest het water zichzelf, en wordt
wat de wijn is. "O admirabile commercium! O wonderbare uitwisseling!
", zoals de Kerk tijdens de Vespers en de Lauden in het octaaf van
Kerstmis zingt. Zoals de Kerkvaders het uitdruktn werd de Zoon van God de Zoon
des mensen, zodat wij zonen van God zouden kunnen worden. Deze "heilige
uitwisseling" is het hart van Heilige Mis. Brood en wijn worden aan ons
gegeven door God en wij, op onze beurt, voegen onze offers en onze zelfgave
toe, geven ze terug aan God, die ze door de kracht van de Heilige Geest in de
werkelijke Aanwezigheid van Christus (Lichaam, Bloed, ziel en Goddelijkheid)
transformeert. Op hun beurt transformeren de gedaanten van de Eucharistie ons
en maken ons ook tot aanvaardbare offers aan God. In deze wonderlijke
uitwisseling worden aardse en tijdelijke dingen op geheimnisvolle wijze,
sacramenteel, voertuigen van de eeuwigheid.
Ten derde, het mengen van die paar
(menselijke) druppels in de (goddelijke) wijn in de kelk (een beeld van offer
en spijsoffer) onthult hoe leken hun gebeden en offers moeten verenigen
met dat wat de priester offert op het
altaar: "Bidt broeders dat mijn en uw offer aanvaardbaar is voor God de
Almachtige Vader." Er is een onderscheid betreffende de wijze waarop de
priester en de mensen hun offers aanbieden. De mensen bieden een goed en
aanvaardbaar offer aan God aan vanuit hun " priesterschap als
gedoopten", als ledematen van
Christus, die de Hogepriester is. Maar de priester brengt een heel ander soort
offer, als alter Christus . . . als andere Christus. Dus, moeten de mensen
tijdens de H, Mis hun goede offergaven verenigen met die van de priester. De
vermenging van het water en de wijn is een goed moment om een bewuste
inspanning daartoe te doen.
We worden allemaal geconfronteerd met
problemen en lijden. We dragen onze lasten, die van anderen en vormen zelf
dikwijls een last voor anderen. Als Christus onze menselijke natuur door een
aanraking van Zijn goddelijkheid kan transformeren, kan Hij onze smarten en
zorgen transformeren. In de biechtstoel stel ik vaak aan de mensen voor dat
wanneer de kelk wordt klaargemaakt, ze hetgeen hun benauwt in die kelk moeten
gieten middels het kleine beetje water dat zal worden opgenomen door de wijn en
vervolgens wordt getransformeerd met de wijn in de consecratie. Geef het
allemaal terug aan God door het Offer van het Kruis, door de Heilige Mis.