Introitus Vigilie van Kerstmis - 24 december
HODIE SCIETIS, quia veniet Dominus en salvabit nos,
et MANE videbitis gloriam eius! (cf Ex 16,6-7)
Heden nog zult gij weten dat de Heer ons komt redden,
en morgen zult gij zijn heerlijkheid zien.
Collectegebed van de Vigilie van Kerstmis - 24 december
Festina, quaesumus, ne tardaveris Domine Iesu,
ut adventus tui consolationibus subleventur, qui in tua pietate confidunt.
(Cf Leonianum 883; MR 561)
Festina, quaesumus, ne tardaveris Domine, ne tardaveris, et auxilium nobis supernæ virtutis impende, ut adventus…
Haast U, Heer Jezus, en wacht niet langer,
verlicht de nood van allen die op uw liefde vertrouwen, door de vertroosting van uw komst.
Het collectegebed komt ook voor met kleine varianten in de Gelasiaanse traditie. Het Romeinse Missaal steunt op de oratie van het Sacramentarium Gregorianum, maar heeft de passage “et auxilium…impende”, die ook in alle afwijkende versies zijn equivalenten heeft, weggelaten. Daarmee verkrijgt het dringende karakter van de roep om hulp een nog sterker effect: “Festina, ne tardaveris!” – Haast U en wacht niet langer!
De oratie van vandaag richt zich tot Christus.
De dringende, bezwerende aanroeping van Jezus de Heer die aan het begin van elke canoniek uur van het getijdengebed staat: “Deus, in adiutorium meun intende, Domine ad adiuvandum me festina” (Ps 69,2) – God, kom mij te hulp, Heer, haast U mij te helpen! moet de bidder van deze oratie wel zeer vertrouwd zijn geweest..
In het collectegebed van vandaag wordt deze aanroeping als het ware door het nog meer aandringende “Domine, ne tardaveris” (Ps 39,18) – Heer, wacht niet langer! uit een mogelijke vervlakking gehaald.
Degene die zich met aandrang tot Christus richt, vertrouwt op Zijn goedheid. Misschien is aan de troostende profetie van Habakuk gedacht: “Adhuc visus procul et apparebit in finem et non mentietur; si moram fecerit, exspecta illum, quia veniens veniet etr non tardabot” (2,3 Vulg.) “Die ge ziet, is nog ver, Hij zal echter op het einde verschijnen, en Hij liegt niet; als Hij uitblijft, wacht op Hem; want Hij komt, Hij komt en blijft niet uit”.
Het dringende karakter van deze bede wijst op diepe nood. Er wordt uitgekeken naar vertroosting. De troost die in dit gebed wordt gevraagd, is de komst van de Heer, ook al laat het gebed in het midden of met de komst de Wederkomst van Christus of het Feest van zijn Geboorte is bedoeld.