maandag 13 december 2021

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Die 14 decembris S. Ioannis a Cruce, Presbyteri et Ecclesiæ Doctoris Agnitio mysterii absconditi in Christo Iesu. Het inzicht in het geheim dat verborgen is in Christus Jezus.


Memoria
Feria IV Hebdomadæ II Adventus
Ad Officium lectionis

Introductio
Fontiberi in Hispania circa annum 1542 natus est. Post aliquod tempus apud Carmelitas exactum, anno 1568, sancta Teresia de Avila suadente, primus inter fratres Ordinis reformationem aggressus est, quam laboribus operibusque innumeris sustinuit. Anno 1591 Ubedæ mortuus est, sanctitatis et sapientiæ laude insignis, cuius testes spiritualia opera ab ipso conscripta exstant.
Johannes werd omstreeks 1542 te Fontiveros in Spanje geboren. Na enige jaren van kloosterleven als karmeliet, ontmoette hij de heilige Teresia van Avila en begon hij, op haar aanraden, met de hervorming van zijn orde. Deze onderneming kostte hem zeer veel moeite en offers. Hij stierf in 1591 te Ubeda in de roep van heiligheid en wijsheid. Daarvan getuigen ook zijn geestelijke geschriften.
Lectio altera
Ex Cántico spiritáli sancti Ioánnis a Cruce presbýteri
(Red. B, str. 36-37, Edit. E. Pacho, S. Juan de la Cruz, Obras completas, Burgos, 1982, pp. 1124-1135)
Tweede lezing
Uit het Geestelijk Hooglied van de heilige priester Johannes van het Kruis († 1591)
Het inzicht in het geheim dat verborgen is in Christus Jezus
Hoeveel mysteries en wonderen ook door de heilige leraren werden opgespoord en door heilige zielen in deze toestand van geestelijk leven werden verstaan, deze mysteries zijn zó diep, dat er nog altijd meer voor hen te zeggen en nog meer te begrijpen overbleef.
Zo is het mogelijk altijd dieper door te dringen in Christus. Hij is als een rijke mijn met veel aderen vol rijkdommen. Hoe diep men ook graaft, nooit vindt men een einde of een grens. Veeleer vindt men in iedere holte nieuwe aderen met nieuwe rijkdommen her en der.
Daarom zei Paulus van deze zelfde Christus: ‘In Christus zijn alle schatten van wijsheid verborgen aanwezig’ (Kol. 2, 3). De ziel kan er niet in doordringen of ze aanraken, als zij niet eerst door het dichte kreupelhout van in- en uitwendig lijden tot de goddelijke Wijsheid gaat. Men kan dus in dit leven wel iets begrijpen van deze mysteries van Christus, maar men kan daartoe niet komen wanneer men niet veel geleden en niet veel gunsten van God ontvangen heeft op verstandelijk en zintuiglijk niveau. En ook moet men zich ijverig op het geestelijke hebben toegelegd.
Want al deze gunsten staan lager dan de wijsheid omtrent de mysteries van Christus. Al die dingen zijn immers zoveel als voorwaarden om daartoe te geraken.
Mocht men toch volledig begrijpen, dat men niet kan doordringen in de dichte rijkdom van Gods wijsheid - die veelzijdig is - tenzij door op vele wijzen binnen te dringen in de dichtheid van het lijden! Mocht de ziel hierin haar troost zoeken en hiernaar verlangen! Mocht men toch inzien dat een ziel, die werkelijk naar Gods wijsheid verlangt, allereerst het lijden verlangt, om in het compacte lijden van het kruis door te dringen!
In deze zin vermaande Paulus ook zijn Efeziërs, ‘de moed niet te verliezen bij de verdrukkingen’, maar heel stevig ‘geworteld en gegrondvest te blijven in de liefde, om met alle heiligen te kunnen vatten wat de breedte en lengte en hoogte en diepte is, en te kennen de liefde van Christus die alle kennis te boven gaat; om vervuld te worden van de hele volheid Gods’ (Ef. 3, 13.17-19).
Om binnen te treden in deze rijkdom van zijn wijsheid is het kruis immers de poort, en deze is nauw. Weinigen zijn er die daardoor willen binnengaan; maar velen zijn er die willen genieten van de geneugten waartoe men komt via het kruis.