vrijdag 17 december 2021

Tweede antifoon van de reeks O-antifonen

18 december: Tweede antifoon van de reeks O-antifonen
O Adonai
In de O-antifoon van vandaag en de twee volgende dagen zien we de Verlosser in het Oude Verbond  als God van het Verbond en Leider van het volk in de woestijn, als Wortel van Jesse en Sleutel van David, dat wil zeggen vervulling en ontsluiting van alle geheimnisvolle  beelden.
De O-antifoon van vandaag voert ons naar de plaats van een onmiddellijke ontmoeting met God, de plaats waar Hij zich aan Mozes heeft getoond en geopenbaard in de rode vlammen van de braamstruik. “De doornstruik stond in lichterlaaie en toch verbrandde deze niet” (Ex 3,3). Dit beeld doet denken aan de liefde van Christus, die als een vurige vlam brandt en toch niet wordt verteerd, en de rode kleur van de vlammen - in igne flammae rubi apparuisti – aan die van Zijn kostbaar Bloed. “Kom om ons te verlossen “in bracchio extento” met uitgestrekte arm: een duidelijke verwijzing naar de plaats waar Jezus met uitgestrekte armen aan het kruis hing als het ware om heel de wereld te omvatten. “Als Ik van de aarde zal zijn opgeheven, zal Ik allen tot Mij trekken” (Jo 12,32)
 
 O Adonai et Dux domus Israel,
qui Moysi in igne flammæ rubi apparuisti,
et ei in Sina legem dedisti:
Veni ad redimendum nos in bracchio extento.

O Adonai en Aanvoerder van het Huis van Israel,
die aan Mozes in het vuur van de vlammende doornstruik zijt verschenen,
en hem op de Sinaï de wet hebt gegeven:
Kom om ons te verlossen met uitgestrekte arm.
B i j b e l s e   r e f e r e n t i e s
O hoogheilige Heer van het oude Israel (Ex 6, 2, , 12), die U zelf in de brandende doornstruik toonde aan Mozes (Ex 3, 2-3), en hem de heilige Weet gaf op de berg Sinaï (Ex 20 sqq) ): kom, strek Uw machtige arm uit en verlos ons (cf Deut 5, 15; Jer 32, 17)

 O v e r w e g i n g
Bezong de eerste O-antifoon de werkzame deelname van God de Zoon aan de schepping, nu zien wij Hem als God van het Verbond naar wie het uitverkoren Israel verwachtend uitkeek; met Noë, Abraham, Isaac en Jacob sloot Hij het verbond, Hij voerde het Joodse volk door de woestijn en ook door de tijden die komen zouden.
Twee Godsverschijningen bezingt de antifoon van vandaag: de brandende doornstruik en de wetgeving op de Sinaï, gepaard met donder en bliksem, heftige, majesteitelijke beelden van het komende kerstlicht.
De bede in het 2e deel van de antifoon verwijst naar de bevrijding uit Egypte en de bevrijding uit de greep van zonden en kwaad, een beeld dat Sint Augustinus bij zijn uitleg van de psalmen graag gebruikt.
Wie de aangehaalde schriftuurplaatsen leest, hem valt op, dat in plaats van “God” , ook de “engel Gods” wordt genoemd bijvoorbeeld bij de brandende doorstruik. De Kerk bevestigt dat de Jahweh van het Oude Verbond Adonai (Mijn Heer), Engel Gods, de Schechinah (wolkkolom boven de ark van het verbond) verschillende benamingen en verschijningsvormen voor de tweede goddelijke Persoon zijn.
Vele voorafbeeldingen in het Oude Verbond vinden hun vervulling en openbaring in Christus.
Hetgeen in beelden was versluierd in het Oude Verbond, wordt ontsloten in het Nieuwe Verbond.
Mozes is de grote voorafbeelding van Christus, van de Aanvoeder van de verloste mensen. Zoals Hij in de doornstruik is verschenen, zo heeft Hij zich door Zijn menswording op aarde getoond in Zijn goddelijke beminnelijkheid. Zo zullen wij met Kerstmis opnieuw Zijn menselijke verschijning, die komt in  barmhartigheid en zachtmoedigheid, verbaasd, verheugd en in aanbidding vieren.