In de O-antifoon van vandaag en de twee volgende dagen
zien we de Verlosser in het Oude Verbond als God van het Verbond en Leider van het volk
in de woestijn, als Wortel van Jesse en Sleutel van David, dat wil zeggen
vervulling en ontsluiting van alle geheimnisvolle beelden.
De O-antifoon van vandaag voert ons naar de plaats van
een onmiddellijke ontmoeting met God, de plaats waar Hij zich aan Mozes heeft
getoond en geopenbaard in de rode vlammen van de braamstruik. “De doornstruik stond in lichterlaaie en
toch verbrandde deze niet” (Ex 3,3). Dit beeld doet denken aan de liefde
van Christus, die als een vurige vlam brandt en toch niet wordt verteerd, en de
rode kleur van de vlammen - in igne flammae rubi apparuisti – aan die
van Zijn kostbaar Bloed. “Kom om ons te verlossen “in bracchio extento” met uitgestrekte arm: een duidelijke
verwijzing naar de plaats waar Jezus met uitgestrekte armen aan het kruis hing
als het ware om heel de wereld te omvatten. “Als Ik van de aarde zal zijn
opgeheven, zal Ik allen tot Mij trekken” (Jo 12,32)
O Adonai et Dux domus Israel,
qui Moysi in igne flammæ
rubi apparuisti,
et ei in Sina legem dedisti:
Veni ad redimendum nos in
bracchio extento.
O Adonai en Aanvoerder van het Huis van Israel,
die aan Mozes in het vuur van de vlammende
doornstruik zijt verschenen,
en hem op de Sinaï de wet hebt gegeven:
Kom om ons te verlossen met uitgestrekte arm.
B i j b e l s e r e f e r e n t i e s
O hoogheilige Heer van het oude Israel (Ex 6, 2, ,
12), die U zelf in de brandende doornstruik toonde aan Mozes (Ex 3, 2-3), en
hem de heilige Weet gaf op de berg Sinaï (Ex 20 sqq) ): kom, strek Uw machtige arm
uit en verlos ons (cf Deut 5, 15; Jer 32, 17)
O v e r w e g i
n g
Bezong de eerste O-antifoon de werkzame deelname van
God de Zoon aan de schepping, nu zien wij Hem als God van het Verbond naar wie
het uitverkoren Israel verwachtend uitkeek; met Noë, Abraham, Isaac en Jacob
sloot Hij het verbond, Hij voerde het Joodse volk door de woestijn en ook door
de tijden die komen zouden.
Twee Godsverschijningen bezingt de antifoon van
vandaag: de brandende doornstruik en de wetgeving op de Sinaï, gepaard met
donder en bliksem, heftige, majesteitelijke beelden van het komende kerstlicht.
De bede in het 2e deel van de antifoon
verwijst naar de bevrijding uit Egypte en de bevrijding uit de greep van zonden
en kwaad, een beeld dat Sint Augustinus bij zijn uitleg van de psalmen graag
gebruikt.
Wie de aangehaalde schriftuurplaatsen leest, hem valt
op, dat in plaats van “God” , ook de “engel Gods” wordt genoemd bijvoorbeeld
bij de brandende doorstruik. De Kerk bevestigt dat de Jahweh van het Oude
Verbond Adonai (Mijn Heer), Engel Gods, de Schechinah (wolkkolom boven de ark
van het verbond) verschillende benamingen en verschijningsvormen voor de tweede
goddelijke Persoon zijn.
Vele voorafbeeldingen in het Oude Verbond vinden hun
vervulling en openbaring in Christus.
Hetgeen in beelden was versluierd in het Oude Verbond,
wordt ontsloten in het Nieuwe Verbond.
Mozes is de grote voorafbeelding van Christus, van de
Aanvoeder van de verloste mensen. Zoals Hij in de doornstruik is verschenen, zo
heeft Hij zich door Zijn menswording op aarde getoond in Zijn goddelijke
beminnelijkheid. Zo zullen wij met Kerstmis opnieuw Zijn menselijke
verschijning, die komt in barmhartigheid
en zachtmoedigheid, verbaasd, verheugd en in aanbidding vieren.