Ad Officium lectionis
Introductio
In persecutione Diocletiani, probabiliter, Syracusis occubuit. Eius cultus
ab antiquitate in totam fere Ecclesiam diffusus est, eiusque nomen in Canonem
romanum introductum est.
Lucia
stierf de marteldood te Syracuse, waarschijnlijk tijdens de vervolging onder
Diocletianus. Haar verering verbreidde zich sedert de oudheid over nagenoeg de
gehele kerk en haar naam werd in de Romeinse canon opgenomen.
Lectio
altera
E Libro sancti Ambrósii epíscopi De
Virginitáte
(Cap. 12, 68. 74-75; 13, 77-78: PL 16 [edit. 1845], 281. 283.
285-286)
Tweede lezing
Uit het boek van de heilige Ambrosius, bisschop van
Milaan († 397), over de maagdelijkheid
Over de gratie van uw lichaam laat gij het licht van
uw geest stralen.
Gij behoort tot het volk, het christenvolk, meer nog:
tot de maagden behoort gij, die het licht van uw geest laat stralen over de
gratie van uw lichaam (zo gelijkt ge het meest op de kerk). Gij vertoeft ook ’s
nachts in uw binnenkamer. Ik zeg u: houd altijd Christus voor de geest,
verwacht te allen tijde zijn komst.
Zo heeft Christus u gewild, toen Hij
naar u verlangde; zo heeft Christus u gewild, toen zijn keuze uitging naar u.
Daarom komt Hij binnen, als uw deur openstaat. Hij kan immers niet
teleurstellen: Hij heeft beloofd binnen te gaan. Omhels dan Hem die gij gezocht
hebt; nader tot Hem en gij zult worden verlicht. Houd Hem vast, vraag dat Hij
niet spoedig weggaat, smeek Hem niet heen te gaan. Want het woord van God gaat
snel zijn weg; wie hoogmoedig is, kan het niet vatten en wie onoplettend is,
kan het niet vasthouden. Laat uw ziel Hem tegemoet gaan, zodra Hij zich laat
horen; volg Hem van nabij, als gij zijn hemelse stem verneemt, want Hij gaat
snel voorbij.
En wat zegt zij (de geliefde) tenslotte?
‘Ik zocht naar Hem en ik vond Hem niet. Ik riep en Hij gaf mij geen antwoord’ (Hoogl.
5, 6). Gij hebt inderdaad geroepen, gesmeekt en de deur geopend, maar denk
nu niet dat ge Hem mishaagt, omdat Hij zo spoedig is heengegaan. Hij stelt ons
immers vaak op de proef. Wat zei Hij uiteindelijk in het evangelie aan de
menigten die Hem vroegen niet weg te gaan? ‘Ook aan andere steden moet Ik het
woord Gods verkondigen, want daarvoor ben Ik gezonden’ (Lc. 4, 43). Maar
ook als het u toeschijnt dat Hij is heengegaan, ga dan naar buiten en zoek Hem
weer.
Wie anders dan de heilige kerk behoort u
te leren hoe gij Christus moet vasthouden? Ja, zij heeft het u al geleerd, als
gij begrijpt wat gij leest: ‘Nauwelijks ben ik hun voorbij of ik vind mijn
zielsbeminde terug; ik grijp Hem vast en laat Hem niet los’ (Hoogl. 3, 4).
Waarmee kan men dan Christus vasthouden?
Niet met ketenen, waarmee onrecht gestraft wordt, niet met koorden, waarmee men
dingen vastmaakt. Maar Hij laat zich binden door liefdesbanden, door de teugels
van de geest, en Hij wordt vastgehouden door de verknochtheid van het hart. Als
ook gij Christus wilt vasthouden, zoek Hem dan en wees niet bang voor pijn;
vaak wordt Christus eerder gevonden te midden van lichamelijk lijden of als ge
in handen valt van vervolgers.
‘Nauwelijks zo is gezegd was ik hun
voorbij’ (Hoogl. 3, 4). Want na een geringe tussentijd, na een kort
ogenblik, als gij aan de handen van de vervolgers ontkomen zijt zonder voor de
machten van de wereld te zijn bezweken, zal Christus u tegemoet komen en niet
toelaten dat ge nog langer beproefd wordt.
Wie zo Christus zoekt en Hem vindt, kan
zeggen: ‘Ik grijp Hem vast en laat Hem niet los voor ik Hem binnengeleid heb in
het huis van mijn moeder, in de kamer van haar die mij het leven schonk’ (Hoogl.
3, 4). Wat is het huis van uw moeder en haar kamer anders dan uw eigen
innerlijk, het verborgene van uw wezen?
Houd dit huis in stand, reinig het
binnenste van dit huis; dan kan het, als het een onberispelijk huis is
geworden, op de hoeksteen oprijzen als een geestelijk huis, bestemd voor een
heilige priesterschap. Dan kan de heilige Geest erin wonen.
Wie zo Christus zoekt, wie zo Christus
smeekt, wordt niet door Hem verlaten, maar veeleer vaak door Hem bezocht. Hij
is immers met ons tot aan het einde van de wereld.