zondag 26 december 2021

Lezingen H. Mis Zondag onder het octaaf van kerstmis – feest van de H. Familie, jaar C

Eerste lezing (Sirach 3, 2-6.12-14)
Uit het boek Ecclesiasticus.
De Heer heeft een vader aangesteld over de kinderen;
en de moeder recht gegeven over haar zonen.
Wie zijn vader eerbiedigt, krijgt vergiffenis van zonden
en als iemand die schatten verzamelt
is hij, die zijn moeder eert.
Wie zijn vader eert, beleeft vreugde aan zijn kinderen,
en wanneer hij bidt, wordt hij verhoord.
Wie zijn vader eert zal een lang leven genieten
en wie zijn vader gehoorzaamt,
verkwikt het hart van zijn moeder.
Wie de Heer vreest, eert zijn ouders.
Kind, draag zorg voor uw vader op zijn oude dag
en doe hem geen verdriet zolang hij leeft.
Op de dag dat je in nood zijt, wordt aan u gedacht;
gij die nog in volle kracht zijt, veracht uw vader niet.
Medelijden met uw vader zal niet worden vergeten,
anders dan de zonden, bouwt zij uw huis op.

Tweede lezing (Kolosse 3, 12-21)
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Kolosse.
Broeders en zusters,
bekleedt u,
als Gods heilige en geliefde uitverkorenen,
met tedere ontferming, goedheid, deemoed,
zachtheid en geduld.
Verdraagt elkander
en vergeeft elkander als de een tegen de ander een grief heeft.
Zoals de Heer u vergeven heeft,
zo moet ook gij vergeven.
Voegt bij dit alles de liefde als de band der volmaaktheid.
En laat de vrede van Christus heersen in uw hart;
daartoe zijt gij immers geroepen, als leden van één lichaam.
En weest dankbaar.
Het woord van Christus moge in volle rijkdom onder u wonen.
Leert en vermaant elkander met alle wijsheid.
Zingt voor God met een dankbaar hart psalmen,
hymnen en liederen,
ingegeven door de Geest.
En al wat gij doet in woord of werk,
doet alles in de Naam van Jezus de Heer,
God de Vader dankend door Hem.
Vrouwen, weest uw man onderdanig,
zoals het christenen betaamt.
Mannen, hebt uw vrouw lief en weest niet humeurig tegen haar.
Kinderen, gehoorzaamt uw ouders in alles,
want dit is de Heer welgevallig.
Vaders, tergt uw kinderen niet,
opdat zij de moed niet verliezen.

Evangelie (Lucas 2, 41-52)
Lezing uit het heilig evangelie van onze heer Jezus Christus volgens Lucas.
Ieder jaar reisden de ouders van Jezus
bij gelegenheid van het Paasfeest naar Jeruzalem.
En overeenkomstig het gebruik van dit feest
gingen zij opnieuw daarheen toen Hij twaalf jaar geworden was.
Maar na afloop van die dag keerden zij naar huis terug.
Het kind Jezus bleef echter in Jeruzalem achter,
zonder dat zijn ouders het wisten.
In de mening dat Hij zich bij de karavaan bevond,
gingen zij een dagreis ver,
zochten Hem toen onder familieleden en bekenden.
Omdat zij Hem niet vonden,
keerden zij al zoekende naar Jeruzalem terug
Pas na drie dagen vonden zij Hem in de tempel,
waar Hij temidden van de leraren zat
naar wie Hij luisterde en aan wie Hij vragen stelde.
Allen die Hem hoorden
waren verbaasd over zijn inzicht en zijn antwoorden.
Toen zijn ouders Hem daar opmerkten stonden zij verslagen.
Zijn moeder zij tot Hem:
kind, waarom hebt Ge ons dit aangedaan?
Denk toch eens met wat een pijn
uw vader en ik naar U hebben gezocht.”
Maar Hij antwoordde:
“Wist ge dan niet dat Ik in het huis van mijn Vader moest zijn?”
Zij begrepen echter niet wat Hij daarmee bedoelde.
Hij ging met hen mee naar Nazaret
en was aan hen onderdanig.
Zijn moeder bewaarde alles wat er gebeurd was in haar hart.
En met de jaren
nam Jezus toe in wijsheid
en welgevalligheid bij God en de mensen.